LTO positief over richting ministerie bij gewasbescherming

De genoemde organisaties wezen eind vorig jaar EZ in een brandbrief op de meest acute knelpunten in de gewasbescherming. Die hebben onder meer betrekking op het middelenpakket in kleine teelten, de toelating van laagrisicomiddelen, de regelgeving rond vrijstellingen, het gebruik van biociden en de randvoorwaarden voor een gelijk speelveld in Europa.

EZ schreef vorige week in een brief aan de Tweede Kamer onder meer het middelenpakket verder te willen vergroenen. Ook werkt EZ aan een aanpassing van de toelatingsmethode van gewasbeschermingsmiddelen voor de zogeheten 'kleine toepassingen'.

Met name in de teelt van bollen en bomen kan nu vooruitgang worden geboekt met een effectievere gewasbescherming en vergroening van het middelenpakket. Voor kleine toepassingen in andere open teelten, sierteelt onder glas en biologische teelten zijn volgens LTO, GPH en BO Akkerbouw meer stappen nodig.

Aangespoord tot oplossingen

De drie organisatie hebben de afgelopen tijd EZ en NVWA aangespoord tot oplossingen. Dat heeft vooralsnog geleid tot enkele maatregelen. Zo wordt in Europa gewerkt aan een lijst met kleine teelten. Naar verwachting zullen voor Nederland belangrijke teelten zoals bloembollen, bomen en vaste planten en sierteelt onder glas als kleine teelt worden aangemerkt.

Verder gaat Nederland werken met zogeheten 'gewasgroepen'. Middelen worden dan niet meer toegelaten voor de teelt van een bepaald gewas maar voor een groep vergelijkbare gewassen. Fabrikanten kunnen een aanvraag indienen voor kleine gewasgroepen, zonder de verplichting om voor andere gewasgroepen onderzoek te doen.

Voor kleine teelten wil de Nederlandse overheid een grens blijven hanteren van respectievelijk 5.000 hectare bij open teelten en 1.000 hectare bij bedekte teelten. LTO, GPH en BO Akkerbouw ijveren al geruime tijd voor het loslaten van deze grenzen. Zij vinden dat nu onnodig in diverse gewassen het probleem van een te klein middelenpakket blijft bestaan.

Effectief pakket

Namens de plantaardige sectoren zien LTO, GPH en BO Akkerbouw de brief van EZ als een eerste stap naar een effectief pakket aan gewasbeschermingsmiddelen. De organisaties gaan ervan uit dat de genoemde oplossingen voortvarend en in goed overleg met de sector worden doorgevoerd.

Dat vinden ze nodig omdat de urgentie van een goed middelenpakket voor de Nederlandse land- en tuinbouw onverminderd hoog is. Verder blijft volgens de organisaties overleg met EZ noodzakelijk om een passend antwoord te vinden op de nog openstaande knelpunten.