Brussel neemt waas rond biostimulant weg
De status van biostimulanten valt momenteel tussen wal en schip. Met het voornemen deze op te nemen in de nieuwe Europese meststoffenverordening komt hier een eind aan. 'Biostimulanten zaten in een stukje grijs gebied qua regelgeving. Het is prima dat dit nu gaat gebeuren', stelt Annemarie Breukers, senior beleidsadviseur Plantgezondheid bij LTO.
Biostimulanten zaten lang in het luchtledige tussen meststof en gewasbeschermingmiddel in. Deze groep biologische middelen die de plantgroei stimuleren, de nutriëntenopname bevorderen en de weerbaarheid van planten verhogen had recht op erkenning. Daar waren vrijwel alle partijen, van telers, fabrikanten tot politiek, het mee eens.
Ook al omdat ze een rol spelen bij de verduurzaming van de voedselketen, het terugdringen van het gebruik van kunstmest en zich in een sterk groeiende populariteit mogen verheugen.
Claims
'Iedereen had behoefte aan duidelijkheid. Aan de ene kant strooien fabrikanten met claims, waar telers niet mee uit de voeten kunnen. Is dit product nu een gewasbeschermingsmiddel of een biostimulant? Aan de andere kant zijn er heel wat goede middelen die nu geen erkenning krijgen', zegt Beukers.
Iedereen had behoefte aan duidelijkheid
'Gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet als bescherming tegen ziekten en plagen, biostimulanten voor het vergroten van de weerbaarheid van planten. De scheidslijn is best dun.'
Kwakzalvers
De branchevereniging van bedrijven die chemische en biologische gewasbeschermingsmiddelen ontwikkelen, Nefyto, signaleert dat veel middelen 'illegaal' door 'kwakzalvers' worden aangeboden als biostimulant, omdat de veiligheid niet is getoetst door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
'Dat is niet alleen gevaarlijk voor het milieu en de gezondheid, maar de vraag is ook nog of het effectief is', stelt secretaris Jo Ottenheim van Nefyto.
Obscure namen
De brancheorganisatie zet ook vraagtekens bij de gebruikte terminologieën. 'Je ziet dat veel middelen een obscure naam krijgen, zoals plantversterkers of plantverzorgingsproducten', vertelt Ottenheim.
'Veel leveranciers zeggen: we hoeven deze middelen niet te laten toetsen, omdat ze niets bestrijden. Maar de definitie van een gewasbeschermingsmiddel spreekt ook over het beïnvloeden van levensprocessen van planten', stelt de secretaris van Nefyto. 'Mijn vraag is dan: kunt u mij een stof noemen die niet bestrijdt, geen meststof is en geen levensprocessen van planten beïnvloedt? Vervolgens hoor ik niets meer.'
Nauwkeurigheid
Ottenheim hamert op de nauwkeurigheid van claims. 'Claims luisteren heel nauw. Ik vergelijk het wel eens met de koppeling van geneeskundige claims aan voedingsmiddelen, zoals 'dit product is cholesterolverlagend'. Dat moet je wetenschappelijk kunnen onderbouwen.'
Ook de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kon als controlerend orgaan slecht uit de voeten met de onduidelijke situatie. De controle op claims bij biostimulanten gebeurt nu voornamelijk na meldingen, verklaart zij.
'De NVWA prioriteert en houdt hierbij rekening met mogelijke risico's voor mens en milieu. Na implementatie van nieuwe regelgeving voor biostimulanten (zie kader) zal de juridische situatie naar verwachting duidelijker worden en daarmee makkelijker te handhaven. De NVWA voert in 2017 een beperkt project uit in verband met claims dat in de komende jaren verder zal worden uitgewerkt.'
Keurmerk
Met de nieuwe Europese meststoffenverordening in voorbereiding ligt de weg naar een CE-keurmerk (het product voldoet aan geldende EU-regels) voor biostimulanten open. Het Comité Européen de Normalisation (CEN) zal Europese toetsmethoden opstellen, met onder meer input vanuit het Nederlands Normalisatie-instituut NEN in Delft.
NEN heeft in april kandidaten vanuit het bedrijfsleven en bedrijfsorganisaties opgeroepen zitting te nemen in de normcommissie, die inhoudelijk meepraat en feedback wil geven op Europese voorstellen.
Onderscheid
In ieder geval zal binnen de nieuwe Europese meststoffenverordening duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen biostimulanten en gewasbeschermingsmiddelen.
'Wanneer een product de weerbaarheid van het gewas verhoogt tegen abiotische stress, bijvoorbeeld droogte, hitte of zout, is het een biostimulant. Verhoogt een product de weerbaarheid tegen biotische stress, zoals ziekten en plagen, dan is het een gewasbeschermingsmiddel', zegt Jos Wubben, senior beleidsmedewerker bij de NVWA.
RUB-lijst
Dat betekent ook dat de middelen op de lijst Regeling Uitzondering Bestrijdingsmiddelen (RUB), waarvan het Ctgb het gebruik gedoogt, aan herdefinitie toe zijn.
Wubben: 'De meeste stoffen die op de RUB-lijst staan, worden als gewasbeschermingsmiddel toegepast. Indien voor deze stoffen een reguliere toelating aangevraagd moet worden, betreft dit een toelating als gewasbeschermingsmiddel. De nieuwe regelgeving voor biostimulanten zal hier weinig aan veranderen, omdat gewasbeschermingsmiddelen niet als biostimulant toegelaten kunnen worden.'
• Foto's: PlantResearch en Koppert Biological Systems
Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X107 (RL) #28993
Gebruikt, € 2.999
-
Hemach Rubberschuif vast driepunt 2,25 m
Gebruikt, € 685
-
AS Motor Zitmaaier / tuintrekker Sherpa (HA) #28791
Gebruikt, € 15.950
-
Withag weidesleep 6 mtr hydro
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Vrijdag6° / -2°85 %
-
Zaterdag4° / 0°90 %
-
Zondag15° / 6°85 %