Sector praat mee over heffingen Diergezondheidsfonds

Deze week behandelde de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor herziening van het heffingenstelsel voor het Diergezondheidsfonds. Na de opheffing van de productschappen heeft de rijksoverheid het fonds, dat de bestrijding en preventie van besmettelijke dierziekten financiert, overgenomen.

Uitgangspunt is dat het bedrijfsleven zorgt dat er genoeg geld beschikbaar is in het Diergezondheidsfonds. Dat gebeurt door middel van heffingen. Maar de wettelijke mogelijkheden die de regering daarvoor heeft, zijn niet bij de tijd en moeten daarom worden aangepast.

Formele rol

In het debat pleitten CDA en VVD ervoor de veehouderij een formele rol te geven geven bij het vaststellen van de heffing. 'Ik vind dat wij dat ook goed moeten verankeren in deze wetgeving voor de toekomst', zei Jaco Geurts (CDA).

Beide fracties dienden een amendement in dat regelt dat de heffing niet wordt vastgesteld 'dan nadat er overleg is gepleegd met de agrosector waarbij de heffing wordt geheven'. 'Immers, de sector is gewoon de betaler van de heffing waar we vandaag over praten', benadrukte Geurts.

Positie

Staatssecretaris Martijn van Dam (EZ) erkende dat de positie van de sector duidelijk moet zijn. 'Het is de gebruikelijke gang van zaken dat bij het vaststellen van dergelijke tarieven altijd overleg wordt gepleegd met vertegenwoordigers van belangenorganisaties.'

Van Dam kan er goed mee leven dat dat dan ook wettelijk wordt vastgelegd. De bewindsman nam het amendement over, waarmee de tekst in de wet wordt opgenomen.

VVD

Helma Lodders (VVD) diende tijdens het debat een motie in die het kabinet vraagt om bij de bestrijding van een besmettelijke dierziekte duidelijk te verantwoorden waaraan het geld vanuit het Diergezondheidsfonds is uitgegeven.

Komende dinsdag wordt over de wetswijziging en over de motie gestemd.