Matig landbouwjaar drukt op pachtprijzen

Hoe worden de pachtnormen becijferd?

Wageningen Economic Research berekende de pachtprijzen aan de hand van bedrijfsresultaten van middelgrote en grote akkerbouw- en melkveebedrijven in de periode 2011-2015 in veertien regio's. Staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken maakte de nieuwe normen bekend in een brief aan de Tweede Kamer.

Hoe pakt dit uit voor de akkerbouw?

Voor de akkerbouw valt het goede jaar 2010 uit de berekening en komt er een gemiddeld inkomensjaar (2015) voor in de plaats. In het Zuidwestelijk Akkerbouwgebied daalt de pachtnorm fors (-23 procent). Dit komt volgens de staatssecretaris omdat het gebied een van de meest 'zuivere' akkerbouwgebieden is'. In de IJsselmeerpolders komt de daling uit op 6 procent. Andere akkerbouwgebieden laten grotere schommelingen zien.

Wat zijn de gevolgen voor de melkveehouderij?

In deze pachtprijsgebieden dalen de pachtnormen door de slechte bedrijfsresultaten in het jaar 2015, terwijl het gemiddelde jaar 2010 uit de berekening is weggevallen. Zo daalt in het Noordelijk Weidegebied de regionorm met 12 procent en in het Centraal Veehouderijgebied met 16 procent.

Waar worden de hoogste en laagste pachtprijzen betaald?

In de IJsselmeerpolders ligt de pachtprijs het hoogst met 1.049 euro per hectare. De laagste pachtprijs is in Waterland en de Droogmakerijen met 414 euro per hectare. Voor een hectare tuinland moet in Westelijk Holland 2.714 euro worden betaald, in de rest van het land is dat 1.695 euro.

Is de daling van de pachtnormen een positieve ontwikkeling?

Voor de korte termijn levert daling een voordeel op voor de boer. LTO staat achter dit systeem, omdat het een balans is tussen wat een pachter maximaal kan betalen en wat een verpachter minimaal nodig heeft. LTO wil grote fluctuaties van pachtprijzen voorkomen. Voor boeren komt er dan voor een lange termijn meer zekerheid over de te betalen pachtprijzen.