China wil kennis in ruil voor handel

China is voor bloembollen zonder meer het land met ongekende mogelijkheden. Uit gegevens van het CBS en Wageningen Economic Research blijkt dat het Aziatische land inmiddels nummer vijf is op de ranglijst van belangrijkste exportbestemmingen. De laatste vijf jaar steeg de exportwaarde van bloemen naar China van ongeveer 50 miljoen euro naar ruim 75 miljoen euro.

Directeur Henk Westerhof van handelsorganisatie Anthos bevestigt deze cijfers. Hij vertelt dat de export naar China is toegenomen van bijna 200 miljoen bloembollen in 2011 tot naar schatting 450 miljoen stuks in 2016. 'Vooral de export van tulpen zit in de lift, maar dat geldt ook voor een kleiner bolgewas als hyacinten. Nederlandse lelies zijn al langer populair in China.'

Afzetkansen

Westerhof sprak onlangs tijdens de Bloembollen Vakdagen in Creil op een symposium over de afzetkansen voor bloembollen in China. Hij vertelde de aanwezige bollenkwekers dat er geen sector is in Nederland met een hoger aandeel in de totale handelswaarde van export naar China dan de bloembollensector.

Anthos steekt volgens Westerhof veel energie en budget in de handel met China. De activiteiten zijn onder meer gericht op de promotie van Nederlandse bloembollen via iBulb. Vanuit deze stichting is een Chinese website gerealiseerd met informatie over het Nederlandse aanbod. Ook worden persberichten van iBulb vertaald en verspreid onder Chinese media.

Verder is er veel aandacht voor het begeleiden van de fytosanitaire aangelegenheden. Dit vanwege strenge controles in Nederland en in China op quarantaineorganismen en de toleranties die gelden voor de kwaliteitsaantastingen.

Handel vertienvoudigen

Met de juiste instelling en begrip van de Chinese cultuur is de handel van bloembollen met China nog te vertienvoudigen, is de stellige overtuiging van Nico Kaaijk uit Venhuizen. Deze West-Friese bollenkweker is vanaf 1998 werkzaam in China. Hij kwam in Creil vertellen over zijn ervaringen.

Kaaijk is de laatste jaren betrokken bij de opzet van het Holland Flower Park in Dafeng, iets ten noorden van Sjanghai. De initiatiefnemers van het park willen op niet al te lange termijn 200 hectare bloembollen, voornamelijk tulpen, zelf gaan telen. Tevens is het de bedoeling om de faciliteiten te creëren voor de afbroei van 20 miljoen stelen.

Businessplatform

De bollenkweker moet dit alles de komende jaren voorbereiden en begeleiden. 'Binnen dit project werk ik vanuit Nederland samen met Wageningen University & Research en met enkele kwekers en handelaren. Naast de teelt willen mijn Chinese opdrachtgevers hier een soort businessplatform voor bloembollen.'

Zelf is Kaaijk met vallen en opstaan in de loop der jaren iets wijzer geworden over de manier van zakendoen in China. 'De focus van het land is puur gericht op productie. Het doel is om altijd meer te exporteren dan aan te kopen vanuit het buitenland. Verder heb je voor de gunfactor in de handel de juiste invloedrijke vrienden nodig en daarom is een goed netwerk belangrijk. Tot slot laat een Chinees zich in geen geval de wet voorschrijven door buitenlanders.'

Te weinig spin-off

Kaaijk waarschuwt de Nederlandse bollensector dat China maar matig tevreden is over hoe de bloembollenexport op dit moment verloopt. 'Ze vinden dat er te weinig spin-off is in de vorm van overdracht van kennis. De Chinezen die buitenlandse bloembollen aankopen, willen koste wat kost ook de bollenteelt in eigen land stimuleren. Dat tegenhouden heeft geen enkele nut en werkt uiteindelijk averechts.'

Westerhof is het niet eens met het verwijt dat Nederlandse handelsbedrijven te veel hun eigen positie zouden beschermen. 'De meeste bedrijven zijn wel degelijk actief in de begeleiding van de teelt. Er wordt juist veel geïnvesteerd in kennisvoorziening. Handelaren hebben daar zelf baat bij. Alleen bij het juiste kennisniveau worden hun producten op een goede manier behandeld. Uiteindelijk is dat een garantie voor succes in de teelt en daarmee ook in de handel.'