Ik sta niet met make-up in onze boerderijwinkel

'Wat doe je dan voor werk?' 'Ik run een boerderijwinkel. Een biologische. Op de een of andere manier vind ik het gek om daar met veel make-up op achter de toonbank te staan.'

'Ik vind dat helemaal niet gek. Klanten vinden het juist fijn als je er verzorgd uitziet.' Met uiterste precisie brengt ze wat eyeliner aan. 'Je hebt zulke mooie ogen. En kijk, met een dun lijntje laat je ze al veel meer spreken.' Ze geeft me een handspiegel. Naast haar opgemaakte gezicht lijkt het alsof het mijne net uit bed is gerold, maar met het lijntje ben ik blij. 'Heb je ook een mooie oogschaduw?'

Het voelt heerlijk, dat getut. De verkoopster vermoedt een welwillende klant en gaat helemaal los met haar kwasten. Goud, roze, taupe; ik voel me opknappen. Letterlijk en figuurlijk. 'Pakt u het allemaal maar in. Ja, ook die foundation.' Twee ribben armer - maar stralend - loop ik de winkel uit. 'Wel echt opdoen hoor', roept de verkoopster me na. 'Ook in je boerderijwinkel.'

Over dat laatste blijf ik twijfelen. Vier van mijn vijf vrouwelijke collega's gebruiken geen make-up. Ze zijn puur natuur en prachtig naturel. Zonder het na te vragen heb ik altijd gedacht dat dit een principekwestie betrof. Ofwel hoorde bij het beeld van een biologische boerderij. 'Welnee', lacht een van hen. 'Ik heb er gewoon niets mee.'

Maar om dan als enige wel lippenstift en oogschaduw op te doen is lastig. Het is veiliger om als een kameleon in het geheel op te gaan.

'Kameleon, dat is het goede woord', zegt mijn man. 'Je past je steeds aan je omgeving aan. Ga je naar de stad, dan sta je een uur voor de spiegel. Ga je naar het erf, dan kam je je haar niet eens. Het gaat erom wat je zelf wilt, niet om wat anderen van je verwachten. En ik vind je hoe dan ook mooi.'

Gaat dit wel echt over make-up? Of maskeert het een grotere vraag: wie ben of word je als de wereld om je heen volledig anders is dan de wereld waarin je opgroeide? Wat zijn de waarden en normen op die nieuwe plek, welke indruk maak je op een ander? En welke indruk wíl je maken? Pas je je aan of blijf je jezelf - hoe moet dat eigenlijk precies?

Later. Later weet ik wellicht de antwoorden. Nu ga ik even lekker tutten.