Kalf bij koe lastig voor biodynamische boer

Slechts 7 van de 44 Demeter-melkveebedrijven en aspirant-bedrijven houden het kalf enige maanden bij de koe en 6 bedrijven werken regelmatig met een pleegmoeder. Dat blijkt uit onderzoek van student Margret Wenker aan Wageningen UR Animal Sciences in opdracht van stichting Demeter.

Aanleiding was de ophef die dit voorjaar ontstond, nadat de Tweede Kamer een motie van de Partij voor de Dieren over het direct scheiden van koe en kalf had aangenomen. Hierdoor kwam de kwestie ook weer ter sprake bij stichting Demeter.

Overzicht

Wenker interviewde voor haar onderzoek 44 biologisch-dynamische melkveehouders en maakte daar een verslag van. 'Het geeft een uitstekend overzicht van de huidige stand van zaken. Ook is het goed om te zien dat een grote meerderheid van plan is dit pad naar het kalf bij de koe verder te ontwikkelen', stelt directeur Bert van Ruitenbeek van stichting Demeter.
Verder onderzocht de studente de voor- en nadelen. Ruim twee derde van de ondervraagde melkveehouders is voorstander van het meerdere maanden laten lopen van het kalf bij de koe. Zij noemen een snelle groei van het kalf, arbeidsplezier en een betere gezondheid voor koe en kalf als grote voordelen. Dat geldt ook voor het vertonen van natuurlijk gedrag voor koe en kalf en een goed imago.

Nadelen

Maar de biologisch-dynamische melkveehouders zien ook nadelen, zoals melkverlies, een ongeschikte stalinrichting, het aanpassen van de bedrijfsvoering, onvoldoende controle op biestopname en het verhoogde risico op ongelukken met de kalveren.

'Tijdens een bijeenkomst werd duidelijk dat een aantal ondernemers het verwilderen van het kalf als een probleem ziet. Vooral ondernemers die als neventak kinderen ontvangen, vinden dit. Aan de andere kant is er voor ieder probleem wel een oplossing. Die oplossingen moeten worden gedeeld', aldus Van Ruitenbeek.

Kennisbijeenkomsten

Stichting Demeter vat direct de koe bij de horens en start dit najaar met kennisbijeenkomsten, waarbij melkveehouders in kleine groepen kennis en ervaringen kunnen uitwisselen.

De directeur verwacht dat op termijn een norm of richtlijn haalbaar is. 'Dat een meerderheid hier invulling aan wil geven is helder. Nu moeten we hier een praktische invulling aan geven. De tijd leert wanneer een norm is in te voeren.'