‘We moeten onze boeren koesteren, niet multinationals’

Alle landbouwwoordvoerders hebben iets met land- en tuinbouw. Dat geldt ook voor Marianne Thieme. Zij komt niet zelf uit de sector, maar is wel getrouwd met een boer, biologisch akkerbouwer Jaap Korteweg uit West-Brabant. ‘Ik ben zelf boerin. Dit weekend liepen we nog over onze akker met uien.’

Wat doet dat met u?

‘Ik voel me betrokken bij de landbouw. Het is toch geweldig om bijvoorbeeld zo een biologische wortel uit de grond te kunnen trekken en die op te eten? Het is fantastisch om te ervaren dat je voedsel zó dichtbij is. Het is een verrijking van mijn leven.’

Maar tegelijk zijn uw politieke standpunten vooral bij veehouders erg omstreden.

‘Het verschil is dat ik anders denk over de toekomst van de veehouderij. Ik wil dat er een einde komt aan de bio-industrie en dat er een toekomstbestendige landbouw komt.’

Wat is er fout met de huidige structuur?

‘Het zegt volgens mij genoeg dat er gemiddeld vijf boeren per dag stoppen. Het water staat veel ondernemers aan de lippen, familiebedrijven verdwijnen als gevolg van de focus op kostprijs, grootschaligheid en produceren voor de wereldmarkt. Daarom pleiten wij voor een heel drastische verandering. De Partij voor de Dieren wil niet dat de landbouw verdwijnt uit Nederland, wel dat we overgaan op een toekomstbestendige productiewijze.’

Waarom vinden uw ideeën zo weinig weerklank in de sector?

‘Ik spreek ondernemers die zijn omgeschakeld naar een biologische bedrijfsvoering en daar heel gelukkig mee zijn. Het zijn de conservatieve boeren die achterblijven en blijven werken in de lijn van de generaties voor hen. Zij hebben een blinde vlek voor de nieuwe, duurzame en innovatieve ontwikkelingen die goed zijn voor iedereen, inclusief de boer.’

Er gebeurt toch al heel wat aan verduurzaming?

‘Dat gaat te vaak over productie voor nichemarkten. Maar de boeren willen dat er dan niet te veel belangstelling voor komt van collega’s, anders wordt het aanbod al snel te groot en zakt de prijs in elkaar. Hier faalt de markt om verduurzaming tot stand te brengen.’

Hoe moet het dan?

‘Boeren zouden zich niet gedwongen moeten zien om onder de kostprijs te verkopen aan supermarkten. Als de PvdD betrokken zou worden bij een volgende formatie, dan wil ik in het regeerakkoord opnemen dat supermarkten verplicht worden om boeren en tuinders een kostendekkende prijs te betalen. Dat maakt een echt duurzame productie mogelijk en het drukt knoeiers uit de markt.’

Maar de Nederlandse agrarische sector produceert voor een belangrijk deel voor de export.

‘Ook daar moeten we anders naar gaan kijken. Op de mooie exportcijfers is heel veel af te dingen. Neem de doorvoer van producten die in de cijfers is meegenomen. En de hoge maatschappelijke kosten van de productie worden niet verrekenend.

‘We moeten ons richten op export voor de regionale markt, en dan denk ik aan de driehoek Berlijn, Parijs, Londen. Waarom is het nodig om kalfsvlees naar Japan te exporteren?

‘Met handelsverdragen als TTIP zetten we de grenzen open voor lagere productiestandaarden, voor gg-gewassen en hormoonvlees. Daar zijn we faliekant tegen. We moeten onze boeren koesteren. En niet, zoals CDA en VVD, het agrarisch gezinsbedrijf slachtofferen voor de belangen van multinationals.’

Wilt u bij de komende Kamerverkiezingen weer lijsttrekker zijn van de Partij voor de Dieren?

‘Ja, dan ben ik niet alleen de enige vrouwelijke lijstrekker, maar ook nog eens de enige boerin als lijsttrekker.’