Herman Reilink: 'We zijn scherp op mastitis'

'We huisvesten we onze koeien zelfs in een oudere ligboxenstal die niet zo ideaal is als ik zou willen', vult Herman Reilink aan. De kleine 110 melkkoeien worden gemolken door twee Delaval melkrobots.

Uit de analyse van Dierenkliniek Deventer blijkt dat de koeien van Reilink de droogstandsperiode heel goed doorkomen. 91 procent van de koeien met een mastitisinfectie geneest tijdens de droogstand en niet meer dan 6 procent loopt tijdens de droogstand een nieuwe infectie op. 'Dat we goed scoren in de droogstandsevaluatie, komt wellicht doordat we scherp zijn op mastitis', oppert Reilink.

Selectief droogzetten

Net als veel van zijn collega's begon Reilink een paar jaar geleden met selectief droogzetten van de koeien. Aan het advies van de dierenkliniek om alle droog te zetten dieren te behandelen met Orbeseal houdt Herman Reilink zich niet helemaal. 'Orbeseal gebruik ik alleen bij de koeien waarbij ik geen antibiotica inbreng. Dubbeltherapie toepassen vind ik wat overdreven.'

De melkveehouder doet zijn best om koeien pas droog te zetten als de melkproductie niet al te hoog meer is. 'Dat valt niet altijd mee. Veel koeien geven nog 15 tot 20 kilo melk als ik ze wil droogzetten.'

'Zulke koeien stal ik een paar dagen in een strohok op het ruwvoerrantsoen van de droge koeien. Meestal is de melkproductie dan na een dag of drie wel gezakt onder de 10 kilo per dag.'

De gemiddelde melkproductie bij Reilink is 9.740 kilo met 4,52 procent vet en 3,58 procent eiwit. De laatste week voor droogzetten melkt Reilink de koeien nog maar één keer daags. Door zijn aanpak heeft de melkveehouder nauwelijks nog last van het uitliggen van melk bij net drooggezette koeien.

Reilink probeert zijn koeien in een 'normale' conditie de droogstand in te laten gaan. 'Daar ben je de hele lactatie op gespitst. In 95 procent van de gevallen lukt het ook. Een enkele keer is een koe te dik op het moment van droogzetten. Te mager zijn ze eigenlijk nooit', glimlacht hij.