Poelmann: boeren op veen lange tijd vooruit

Dat schrijft hij in zijn column op de site van de stuurgroep Groene Hart. De dijkgraaf wijst daarbij op het onderzoek ‘Toekomstverkenning Bodemdalingsgevoelig Gebied’ van de provincies Utrecht en Zuid-Holland en De Stichtse Rijnlanden.

In het onderzoek wordt in beeld gebracht hoe de bodemdaling zich naar verwachting gaat ontwikkelen in de komende twee eeuwen.

Broodwinning

De conclusie dat boeren nog lange tijd in de westelijke veenweiden hun bedrijf kunnen voortzetten, noemt Poelmann 'echt belangrijk'. 'De broodwinning van de boeren blijft behouden en we kunnen langer genieten van een prachtig agrarisch veenweidelandschap.'

Toch is hij ook kritisch. 'Maar is er dan alleen goed nieuws? Kunnen we het bodemdalingsboek nu voorlopig sluiten? Ik ben bang van niet.'

Functieverandering

Poelmann wijst erop dat de verschillen in de gebieden groot zijn. 'Sommige plekken moeten we juist nu al nadenken over andere manieren van agrarisch ondernemen of zelfs functieverandering.'

'In de tweede plaats gaat de bodemdaling wel gestaag door. Gevolg: stijgende kosten', aldus de dijkgraaf. Toch gaat het in zijn ogen niet zo vaart lopen.

Innovaties

'In de komende 10 jaren denk ik, voor wat betreft de bodemdaling van het veenweidengebied, niet merkbaar in de waterschapslasten', stelt Poelmann.

'En op de langere termijn? Dat hangt er vanaf. Ik ben er van overtuigd dat als we doorgaan met het gezamenlijk bedenken van slimme innovatieve oplossingen, we de kostenstijging flink kunnen beperken.'