Rendac-tarieven stijgen 17,5 procent

Dat voorstel voor de destructietarieven kadavers 2015 heeft Rendac aan minister Henk Kamp (EZ) gedaan. Reden voor de stijging is het feit dat prijzen voor eindproducten op de wereldmarkt in 2014 opnieuw fors daalden.

Na vaststelling van de definitieve tarieven door de minister en publicatie in de Staatscourant, geeft Rendac in januari 2015 een overzicht van alle nieuwe tarieven.

Stoptarief

De tarieven voor het ophalen, verwerken en vernietigen van kadavers bestaan uit twee componenten: het stoptarief en het tarief per dier.

Het stoptarief betreft de kosten voor het ophalen van kadavers. Deze kosten dalen volgend jaar naar verwachting met 0,3 procent.

Tarief per dier

Het tarief per dier bestaat uit twee onderdelen: de verwerkingskosten en de verkoopopbrengsten. De kosten voor het verwerken van dierlijk restmateriaal tot eindproducten (diermeel en dierlijk vet) die worden verkocht, dalen in 2015 waarschijnlijk met 1,6 procent.

De verkoopopbrengsten betreffen de opbrengsten uit de verkoop van eindproducten die worden gebruikt als alternatieve energiebron. Ze worden in mindering gebracht op de verwerkingskosten. 'Deze eindproducten worden verwerkt tot brandstoffen om bio-energie te produceren. Door de lage brandstofprijzen daalt ook de prijs voor deze eindproducten', stelt directeur Sjors Beerendonk, directeur Algemene Zaken van Vion Ingrediënts.

Eindproducten

De prijzen voor de eindproducten wisselen omdat ze volgens Rendac worden bepaald door vraag en aanbod op de wereldmarkt en door alternatieve afzetmogelijkheden. Nadat de verkoopopbrengsten de afgelopen jaren historisch hoog waren, daalden ze vooral in de tweede helft van 2014.

In vergelijking met de tarieven voor 2014 zal hierdoor sprake zijn van een daling van 25 procent. Dat alles samen resulteert uiteindelijk in de door Rendac aan het ministerie voorgestelde gemiddelde tariefsverhoging van 17,5 procent.

Procedure

Voor de vaststelling van nieuwe Rendac-tarieven geldt een vaste procedure van het ministerie van Economische Zaken. Deze begint met het informeren van de werkgroep Destructietarieven. Daarin zitten NVP, NMV, NVV, KSG, LTO, het ministerie en Rendac.

Alex Spieker zit namens LTO in deze werkgroep: 'We hebben de tarieven kritisch tegen het licht gehouden, maar geen rare zaken gezien. We hebben gewoon te maken met het feit dat de markt voor energierijke grondstoffen in elkaar is gezakt. Verder hebben we goed gekeken naar waar de tarieven scherper kunnen dan bij het oorspronkelijke voorstel. Dat is in sommige gevallen, zoals bij tonmateriaal, ook gelukt', vertelt hij.'

Na deze gesprekken maakt Rendac een voorstel voor de minister voor de nieuwe tarieven, die telkens op 1 januari ingaan. De minister stelt de tarieven vast en publiceert die in de Staatscourant.

· Lees meer hierover deze zaterdag in Nieuwe Oogst.