MKZ-stichting: RvS-uitspraak hoopvol

De Raad van State beoordeelde vanmorgen dat het ministerie van Economische Zaken een aantal documenten over de mond-en-klauwzeercrisis in 2001 moet laten zien aan een veehouder uit Kootwijkerbroek.

'Die Wet openbaarheid van bestuur (Wob) zaak was aangespannen door een veehouder die wij niet vertegenwoordigden', geeft Lau Jansen van de stichting aan. 'Die man is destijds niet in bezwaar en beroep gegaan. Hij heeft diverse WOB-zaken gehad voor de rechtbank en Raad van State.'

Bodemprocedure

Naast deze zaak loopt er sinds 2001 het bezwaar en beroep, de bodemprocedure, van Gert Jan Dokter en enkele andere veehouders, geeft Jansen aan. 'Die staan wij bij met kennis die we binnen Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek hebben opgebouwd.'

In het kader van deze procedure deed het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) kortgeleden een tussenuitspraak. 'Het onderzoek is daarop heropend met een aantal vragen aan het ministerie.'

Antwoorden

De antwoorden van het departement aan het CBb moeten eind november binnen zijn. 'Alle betrokken veehouders en onze stichting krijgen daarna de gelegenheid op de antwoorden van het ministerie te reageren', blikt Jansen vooruit.

'Het college moet nu de afweging maken of de meervoudige negatieve uitslagen die voorschriftconform waren, mogen wijken voor een eenmalige positieve uitslag. Die verkregen is in een niet-voorschriftconforme procedure en niet herhaalbaar is gebleken.'

Afronding

Jansen verwacht dat het CBb toewerkt naar een definitieve en bindende uitspraak. 'Ook de Raad van State heeft aangegeven dat zij naar een eindpunt van al die MKZ kwesties willen. Daarom verwachten we wel binnenkort een afronding. Dat slotakkoord komt dan wel na een procedure van ruim dertien jaar.'