‘Mooi schaap krijg je niet vanzelf’

%E2%80%98Mooi+schaap+krijg+je+niet+vanzelf%E2%80%99
© Ruud Ploeg Fotografie

‘Ja, we besteden veel tijd en aandacht aan de schapen’, lacht Van Norel. Hij heeft 180 Texelaar fokooien en 335 lammeren. ‘Schapen fokken is mijn passie. Ik vind het vooral heel plezierig om met mooie dieren te werken. Maar een goed schaap krijg je niet vanzelf.’
Ook al heeft de schapenhouder een flinke kudde schapen en lammeren, hij streeft zo veel mogelijk naar een individuele verzorging van zijn dieren. ‘Vorige week heb ik nog een groep schapen gewassen. We spuiten de staarten schoon en scheren ze wat bij.’
Schapen met strontkonten haalt Van Norel meteen uit de kudde. De beesten worden op stal gezet en krijgen structuurrijk hooi gevoerd. Zijn ze weer vast op de mest, dan gaan ze terug de wei in.

ontwormen

Binnen in de verbouwde boerderij staat een microscoop op de keukentafel. Hiermee telt de schapenfokker de wormeitjes in de mest van de lammeren. ‘We ontwormen onze dieren alleen als het écht nodig is.’
Van Norel volgde enkele jaren geleden een cursus voor mestonderzoek. De schapenhouderij kampt namelijk met een groeiende resistentie tegen ontwormingsmiddelen. Van Norel voelt zicht verantwoordelijk om deze ontwikkeling een halt toe te roepen.
‘Je ziet nu al dat bepaalde middelen niet meer werken. Als er niets gebeurt, kan de schapenhouderij op langere termijn geen enkel middel meer gebruiken. Het gevolg is dat schapen geïnfecteerd raken en je ze niet meer op gewicht kunt krijgen. Je mag je kop hiervoor niet in het zand steken.’
Van Norel heeft daarom ook meegewerkt aan een proef van de Nederlandse schapen- en geitenfokkers Organisatie (NSFO). Doel van dit onderzoek is onder meer om te achterhalen of de gevoeligheid voor wormen erfelijk is.
De uitkomsten zijn nog niet bekend, maar Van Norel heeft sterk de indruk dat erfelijkheid een grote rol speelt. ‘Sommige ooien zijn in het voorjaar altijd dun op de mest en dat zie je ook weer terug bij hun lammeren.’

Parttime baan

Van Norel heeft altijd een voorliefde gehad voor schapen. Als kleine jongen werkte hij al mee op het bedrijf van zijn oom Wiechert van Norel (75). Aangezien die geen opvolgers had, kwam Erik tien jaar geleden in het bedrijf. Ze gingen samen een vof aan.
Naast de schapenfokkerij heeft Van Norel nog een parttime baan als commercieel medewerker bij een grondboorbedrijf gespecialiseerd in aardwarmte. ‘Een perfecte combinatie’, vindt hij. ‘Wil je volledig kunnen bestaan van een schapenbedrijf, dan moeten we groeien naar meer dan vijfhonderd schapen. Maar dat past ons niet. Wij hebben liefhebberij in de fokkerij en gaan niet voor de massa.’
Zijn oom werkt nog steeds mee op het bedrijf. De fokkerijkeuzes die hij in zijn leven maakten, hebben geleid tot de luxe en vitale Texelaars die nu in de wei lopen. ‘Alle credits gaan naar mijn oom’, lacht Van Norel. ‘Hij heeft een naam opgebouwd en die probeer ik nu voort te zetten. Mijn oom heeft vele decennia gefokt op zuivere dieren met een goede ontwikkeling, bespiering en vruchtbaarheid. Hij bleef ook altijd trouw aan de oorspronkelijke grote Texelaar.’
Toen veel fokkers in de jaren tachtig overgingen naar een kleine, gedrongen Texelaar, bleef zijn oom doorfokken met grote dieren.
Het fokken van compacte Texelaars pakte in de schapenhouderij niet goed uit. Dieren kampten met luchtwegproblemen, ontstekingen en keizersneden. Dus heeft het Nederlands Texels Schapenstamboek ruim tien jaar geleden zijn fokdoel weer aangepast naar een groot en ruim dier.
‘Dat was voor ons gunstig’, zegt de fokker. ‘Wij hadden een voorsprong. We behaalden heel goede resultaten op keuringen en hebben toen heel veel fokdieren kunnen verkopen.’

Fokmateriaal

Fokkerij is de hoofdtak op het bedrijf. Van Norel selecteert de beste ramlammeren op een leeftijd van drie tot vier maanden. Het gaat om een groep van dertig tot veertig dieren. ‘Deze dieren zijn de etalage van ons bedrijf. Ze zijn keurig geschoren en staan er goed voor. Onze klanten krijgen hierdoor een goede impressie van ons fokmateriaal. We hebben veel aanloop van collega-fokkers en vermeerderaars die fokdieren willen kopen.’
De prijs van een goede Texelaar dekram varieert tussen de 250 tot 500 euro. Rammen die niet voor de fokkerij worden verkocht, verlaten het bedrijf als slachtram. Ook hier gaat de schapenhouder secuur te werk. In het najaar weegt hij zijn dieren. ‘Ik zorg dat ik een groep heb van dertig tot veertig rammen met een levend gewicht van 45 kilo. De handel wil een uniforme koppel met mooie slachtrijpe dieren. Het kost veel tijd om dat te realiseren, maar dan krijg je doorgaans wel de hoofdprijs uitbetaald.’
Er zijn jaren waarin de beste kwaliteit slachtrammeren worden verkocht voor zo’n 130 euro. De mindere lammeren gaan dan weg voor circa 80 euro. Maar in jaren waarin er veel vraag is, worden ook de slechtere lammeren goed betaald. ‘In die jaren profiteren wij dus naar verhouding minder van de hoge kwaliteit van onze schapen.’
Om jaarlijks een goede aanfok van Texelaars te houden, selecteert de fokker in het najaar vijftig goede ooilammeren. Hij fokt alleen verder met de zwaarste en beste dieren. Ook gebruikseigenschappen zoals aantallen nakomelingen per ooi en exterieur neemt de fokker in acht. Zijn oom heeft ook altijd gefokt op scrapieongevoelige dieren en dat zet Van Norel door.
De ondernemer hoopt dat de schapenfokkerij ooit fokwaarden gaat ontwikkelen voor kenmerken zoals uiergezondheid en ongevoeligheid voor wormen. ‘Ik ben ook betrokken bij onderzoeken op dit gebied. Enerzijds uit nieuwsgierigheid, maar anderzijds ook omdat ik een bijdrage wil leveren aan de ontwikkeling van een beter schaap.’

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
Meer weer