Akker van de Toekomst bespaart chemie, water en energie

Formeel eindigt de Akker van de Toekomst. Maar Future Food Production wil er in een andere vorm mee door. Het project is steeds in ontwikkeling geweest en de besparing op mest en middelen is aanzienlijk en kan nog stappen maken.

Akker+van+de+Toekomst+bespaart+chemie%2C+water+en+energie
© Sjors Evers

Doel van Akker van de Toekomst is een innovatief systeem van evenwichtige, robuuste en toekomstbestendige landbouw ontwikkelen, omschrijft voorzitter Jetze Kempenaar van stichting Future Food Production. Dit alles moet uit een gezonde en vitale bodem komen.

Tussen 2020 en vorig seizoen was de Zwijnsweg in het Flevolandse Ens de plek om praktijkervaring op te doen met het concept. Bioboer Digni van den Dries was projectleider. 'Maar het is uitdrukkelijk een gangbaar project', zegt hij. 'Akker van de Toekomst moet voor Flevoland en verder weg een model zijn.'


Waardevolle openingen

Hoewel sommige elementen in de opzet in de praktijk tegenvielen, de strokenteelt werd bijvoorbeeld na twee jaar losgelaten wegens gebrek aan succes, leverde het project ook waardevolle openingen op. Van den Dries: 'In onze ogen is er veel meer mogelijk dan we hadden gedacht.'

Strokenteelt stelt teleur vanwege tegenvallende ziektewerendheid

Digni van den Dries, projectleider Akker van de Toekomst

Welke verwachtingen had Future Food Production dan bij de start van het project? Dat waren er veel. Ze werden vastgelegd in de eisen waaraan de teelt moest voldoen.

Tientallen procenten minder water, energie, kunstmest en chemie wilde het project besparen. Dat zou in biodiversiteit terug te zien moeten zijn. Dat laatste blijkt voor veel soorten niet meetbaar, want het gebruikte praktijkperceel is daarvoor niet groot genoeg. De besparingen zijn beter meetbaar, hoewel dit wel om een interpretatie van de projectleider gaat. Er is geen gewarde blokkenproef met genoeg herhalingen.


Expertinschatting

Van den Dries geeft zijn schatting van de besparingen in een presentatie tijdens de slotbijeenkomst in het Flevolandse Emmeloord. 'Met nagenoeg geen inzet van fosfaat en kalium en maximaal 20 kilo stikstof uit kunstmest voldeden we aan de norm van 50 milligram nitraat in het grondwater. Om dit te bereiken, gebruikten we circulaire meststoffen, vlinderbloemigen en we hielden de grond zo lang mogelijk groen.'


Met onbereden beddenteelt en lichte mechanisatie voorkwam het project verdichting. De goede doorwortelbaarheid als gevolg daarvan en de daarmee samenhangende betere waterhuishouding en plantenvoeding dragen volgens de projectleider bij aan de plantgezondheid. Dat inzicht en terughoudendheid met aanbieden van makkelijk opneembare voedingsstoffen voor de planten aan het begin van het seizoen maken het gewas sterker, is de overtuiging van Van den Dries.

Inzet van chemie is vergeleken met de standaardcijfers uit Kwin-Akkerbouw en Vollegrondsgroenten met 85 procent verlaagd. Bij de meeste gewassen werkt dit, maar bij uien bleken onkruiden, trips en meeldauw lastiger in de hand te houden. 'Onkruid is in het algemeen een zorgenkindje in ons systeem', zegt de projectleider.


Uitdagingen

Volgens Kempenaar zijn de uitdagingen voor de landbouw actueel en groot. De kosten mogen niet veel hoger zijn voor de praktijkbedrijven. Hieraan stelde het project een limiet van maximaal 10 procent en bleef daar enkele procenten onder.

Van den Dries zegt dat voor de Akker van de Toekomst heldere doelen belangrijk zijn. 'Termen als duurzaam en circulair zijn voor mij jeukwoorden.' Met percentages en harde cijfers zet het project zich los van modewoorden en kiest het voor afrekenbare vergelijkingscijfers.

De teleurstelling in de strokenteelt zit in de tegenvallende resultaten in ziektewerendheid. Het maakte niet of nauwelijks uit hoe snel een ziekte zich door het gewas verspreidde en sommige problemen, zoals muizenvraat, werden er groter door. Voor de biodiversiteit kan het strokensysteem wel een plus zijn, maar het maakt de teelt niet eenvoudiger.


Absoluut niet circulair

'Gangbare landbouw is extractielandbouw', zegt Van den Dries. Hij bedoelt dat dit systeem 'absoluut niet circulair' is. 'Je brengt grondstoffen, teelt een product, voert het af en brengt niets daarvan terug. Bij stikstof is de grondstof energie. Dat zou nog uit groene energie gemaakt kunnen worden.'

Het drainwater van de Akker van de Toekomst voldeed aan de norm. Op onbereden bedden kunnen gewassen dieper wortelen en stoffen die dreigen uit te spoelen in hogere mate terugbrengen naar boven.


Evenwichtige voeding

Door het gewas zelf actief te maken in de voedingsopname, verwacht de projectleider dat het een meer evenwichtige voeding krijgt. 'Je ziet vaak dat bij aanbieden van gemakkelijk opneembare voeding die actieve opname niet meer nodig is of wordt geblokkeerd.'

Evenwichtige voeding heeft volgens Van den Dries op de ene ziekte of plaag meer effect dan op de andere. Bij luizen vindt hij het effect aannemelijker dan bij valse meeldauw of phytophthora. 'Maar het kan geen kwaad de mogelijkheden verder te onderzoeken. Denk daarbij aan bonen- en uienvlieg.'

De keuze voor robuuste rassen, zelfs bij doorbraak van phytophthoraresistentie, maakt wel een groot verschil. Pleksgewijs bestrijden met nieuwe technieken of schoffelen en rijenspuit combineren scheelt veel middelen. De besparing op water ligt rond 20 procent en op energie rond 40 procent.


Vergelijking met Boerderij van de Toekomst

Volgens Pieter de Wolf van Wageningen University & Research zijn er veel overeenkomsten in de doelen en aanpak van de Boerderij van de Toekomst in Lelystad en de Akker van de Toekomst in Ens. De projecten in Flevoland werken vaak met dezelfde experts en ze streven vergelijkbare doelen na in water-, energie- en middelengebruik. Ook zijn in Lelystad onbereden bedden deel van de aanpak. Een verschil is dat Lelystad wat sterker rekening houdt met minder beschikbare dierlijke mest in de toekomst. 'Dierlijke mest is in feite ook verpakte kunstmest uit voer van elders. Daarom doen wij veel met industriële reststromen en grasklaver', zegt De Wolf. Hij ziet ook de nadelen van een te rijke startgift, vooral in bol- en knolgewassen. Uitstel of halveren van die gift lijkt beter. Het tegenvallende effect van stroken signaleert het project in Lelystad ook. Met onbereden bedden blijken in Lelystad de opbrengst en het aantal werkbare dagen toe te nemen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    13° / 4°
    50 %
  • Maandag
    13° / 4°
    10 %
  • Dinsdag
    16° / 1°
    10 %
Meer weer