Combinatie van biomiddelen effectief in hortensia’s

Sjoerd Ederveen van veredelingsbedrijf Agriom heeft in samenwerking met Koppert een combinatie van biologische fungiciden en biostimulanten uitgeprobeerd in de teelt van snijhortensia's. Hij is daarover voorzichtig optimistisch.

Combinatie+van+biomiddelen+effectief+in+hortensia%E2%80%99s
© René Faas

Ederveen wil uitzoeken en uitdragen welke rassen ondernemers in de toekomst nog kunnen telen als het gebruik van chemische gewasbescherming steeds minder goed mogelijk is. 'Ik vind het onze taak als veredelaar om voorop te lopen in groene gewasbescherming en in de kennis van biocontrol en biostimulanten.'

'We weten dat er steeds minder chemische middelen beschikbaar zijn. Daar moeten we met veredeling en advisering op kunnen inspelen. Uit diverse proeven blijkt dat rassen verschillend reageren op biologische middelen', vervolgt de gewasspecialist van Agriom.

In de opkweekfase is de beworteling belangrijk voor het succes van de teelt. David van Dijk, productmanager micro- en biostimulanten bij Koppert, denkt dat dit goed te verbeteren is. 'Door het toevoegen van biologische middelen als Trianum en Vidi Parva hebben we een verbeterd opkomstpercentage en betere beworteling gerealiseerd. Ziekteverwekkende schimmels krijgen zo minder kans om zwakkere wortels te infecteren en de zwakkere wortels worden versterkt.'

Het is onze taak als veredelaar om voorop te lopen in groene gewasbescherming

Sjoerd Ederveen, gewasspecialist bij Agriom

Voedingsstoffen doorgeven

De bodemschimmel Trianum-P heeft een toelating als biologische fungicide. Waar Trianum-P groeit, verdringt het andere schadelijke bodemschimmels als rhizoctonia en pythium. De schimmeldraden van Trianum geven voedingsstoffen door aan de wortels en in ruil daarvoor geeft de plant suikers af. Er is daarmee sprake van een symbiose.

'Bovendien activeert Trianum een extra immuunsysteem, dat alleen wordt aangezet door bepaald bodemleven. Trianum wordt veel gebruikt in de opkweek van jonge planten', vertelt Van Dijk.

Vida Parva is een wortelstimulant gebaseerd op plantextracten en vrij opneembare aminozuren als tryptofaan. Daar maakt de plant auxines (planthormonen) van, die zorgen ervoor dat er meer energie naar de wortel gaat. Daardoor vertakt de wortel meer en worden meer haarwortels aangemaakt.

In combinatie met Trianum zijn er meer wortels die beter beschermd en beter gevoed worden. Bij de start van een teelt resulteert dat in een snellere groei met minder uitval. De combinatie van deze middelen heeft zich inmiddels bewezen in de opkweek van blauwe bes bij Agriom.


Strategie verbreden

Met de positieve ervaringen in de opkweek van blauwe bes zijn Ederveen en Van Dijk de strategie gaan verbreden in een proef met hortensia's. Bij de proefopzet in de snijhortensia's kregen de planten twee behandelingen.


Thema Gewasbescherming

Dit artikel is onderdeel van het themanummer Gewasbescherming waarin volop aandacht is voor het gebruik van minder chemie. Tegen valse meeldauw in uien zijn nauwelijks groene middelen beschikbaar, wel testen onderzoekers een dauwmodel voor het optimaliseren van de bestrijding. Ook vertelt een aardbeienteler over zijn visie om op termijn residuvrij te telen en is aandacht voor een proef met biofungiciden en biostimulanten in snijhortensia's. Alle artikelen uit het thema vind je op deze verzamelpagina.

Beide onderzoeksobjecten kregen bij het uitlopen in het voorjaar elke twee weken de basisbehandeling met Vidi Terrum voor extra bouwstoffen en Vidi Fortum voor sporenelementen en hormonen die de plant kan gebruiken bij hittestress. In beide objecten werden Trianum en Vidi Parva toegediend om de wortel aan de start van het seizoen maximaal te ondersteunen.

Vidi Funda, een organische meststof en natuurlijke bodemverbeteraar, is maar in één behandeling toegevoegd. Omdat de teeltspecialisten voor de hele tuin dezelfde hoeveelheid kunstmest wilden geven, is er volgens Van Dijk met een lagere dosering Vidi Funda gewerkt. Dit om ervoor te zorgen dat de planten niet te veel voeding krijgen. Daarnaast was er een nulobject waarin niets werd toegepast.

Ieder ras reageerde verschillend, licht Ederveen toe. De geoogste takken zijn beoordeeld op takgewicht, taksterkte en houdbaarheid. Veel rassen reageerden positief; vier van de tien reageerden zelfs heel goed met een 20 tot 40 procent hoger takgewicht en 20 tot 40 procent sterkere takken. Van sommige rassen was de houdbaarheid aantoonbaar beter.

Komend seizoen volgt een verdiepend onderzoek waarbij de rassen die dit jaar goed presteerden nog eens worden behandeld.


Veel handwerk

De gewasspecialist is wel voorzichtig met conclusies over de proef. 'Met een slag om de arm zeg ik dat het veelbelovend is. Maar de proef was klein en zou minimaal herhaald moeten worden op grotere schaal om betrouwbare resultaten te kunnen presenteren. Ook hebben we nog geen inzicht in de kosten en baten. Het uitvoeren van de proef vraagt veel handwerk, in de toekomst moeten middelen gewoon in de A- en B-bak bijgemengd kunnen worden.'

Snijhortensia's zijn in verschillende stadia met verschillende kleuren te snijden. Hoe ouder de takken, hoe gevoeliger ze zijn voor ziektes. 'We moeten daarom ook inzicht krijgen in de effecten van biostimulanten op de kleurvorming voordat we middelen durven te adviseren. Tot nu toe zijn op de kleurvorming geen negatieve effecten geconstateerd', vertelt Ederveen. 'Volgend jaar gaan we deze combinatie op grotere schaal uitproberen in onze showkas.'

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Dinsdag
    10° / 6°
    80 %
  • Woensdag
    9° / 3°
    20 %
  • Donderdag
    9° / 4°
    60 %
Meer weer