POV en LTO teleurgesteld: 'Minder geur, maar meer discussie'
Minder varkens en kippen en meer luchtwassers hebben de discussie over geur op het platteland niet doen verstommen. Tot grote teleurstelling van de POV en LTO Nederland. Er wordt volgens deze organisaties wel degelijk grote vooruitgang geboekt. Dreigt er toch een conflict met de buurt? 'Ga dan het gesprek aan.'

Gemeente Deurne geeft wat de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) en LTO Nederland betreft het goede voorbeeld. Jaarlijks schetst deze Oost-Brabantse gemeente, met een hoge concentratie aan varkens, kippen en kalveren, nauwgezet de ontwikkelingen van de lokale veehouderij, inclusief de totale geuremissie.
Uit cijfers over 2024 blijkt dat die emissie 6.332.779 odour-units bedraagt. Een daling van 22,5 procent in vergelijking tot 2007, toen de sector in Deurne nog goed was voor 8.181.747 odour (de eenheid waarin geur wordt uitgedrukt). Voor de goede orde: melkveebedrijven vallen niet onder deze systematiek. Daar gelden algemene afstandscriteria (50 tot 100 meter) omdat de geuremissie van melkveebedrijven veel verschillende bronnen kent zoals voer- en mestopslag.
Volgens voorzitter Linda Verriet van de POV is de trend in Deurne (minder geuremissie door een afname van het aantal veebedrijven, strengere regelgeving en installatie van luchtwassers) ook elders in Nederland van toepassing. 'Het zou goed zijn wanneer meer van dergelijke onderzoeken uitgevoerd zouden worden. Het kan niet anders dan dat in andere gebieden met veel vee dezelfde trend te zien is.'
Oplossingen zoeken begint met een gesprek tussen veehouder en burger
Toch duiken in publieke opinie vaak andere rapporten op, die een somberder beeld schetsen. Zoals het rapport 'Geurbelasting en geurhinder van veehouderijen' van de GGD. Tot 8 procent van de bevolking in Nederland ervaart ernstige geurhinder ten gevolge van stallen met vee in hun leefomgeving, luidt de conclusie in dat rapport.
Niet vrolijk
Ook het rapport 'Geurbelasting uit stallen van veehouderijen in de concentratiegebieden van Limburg, Noord-Brabant en Gelderland' van adviesbureau Pouderoyen Tonnaer (in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) stemt niet vrolijk: vijfduizend woningen in het buitengebied van deze provincies kampen met een geurbelasting van meer dan 20 odour.
Nog eens 38.000 woningen hebben te maken met een geurbelasting van 4 tot 20 odour. Volgens de GGD is voor woningen in het buitengebied 10 odour nog acceptabel. 'Zestienduizend huishouders in provincie Noord-Brabant wonen in de stank door wanbeleid overheid', kopte Omroep Brabant prompt.
Over het GGD-rapport is Verriet kort: 'Dat baseert zich op gegevens uit 2012. Inmiddels is het aantal bedrijven afgenomen van 6.000 toen tot 3.300 nu. Maar helaas speelt het rapport nog steeds een rol in de beleidsdiscussies.'
Kanttekeningen
Ook bij de bevindingen van Pouderoyen Tonnaer plaatst Verriet kanttekeningen. 'Men baseert zich op bestaande vergunningen. Maar sommige vergunningen worden niet benut, bijvoorbeeld door deelname aan een beëindigingsregeling. Daardoor kunnen de cijfers tot 30 procent vertroebeld zijn.'
Het Belgische milieuadviesbureau Olfascan onderzocht geurhinder in opdracht van de Nederlandse varkenshouderij. Olfascan enquêteerde 783 buurtbewoners van vijf varkensbedrijven (twee in niet-concentratiegebied, drie in concentratiegebied). Slechts 2,9 procent van de omwonenden ervoer 'hinder'; 0,3 procent 'ernstige hinder'.
Opmerkelijk is dat mensen die het dichtst bij een varkensbedrijf woonden het minst klaagden. Belangrijk verschil tussen het onderzoek van Olfascan en de GGD (waar men tot 8 procent ernstige geurhinder ondervond): de GGD ondervroeg patiënten uit huisartspraktijken, Olfascan enquêteerde willekeurige omwonenden.
Toch wil de POV de problematiek rond geur niet bagatelliseren. Verriet: 'Er kan lokaal wel degelijk sprake zijn van overlast. Dan moet samen gezocht worden naar oplossingen. Dat begint met een gesprek tussen veehouder en burger.'
Geur is een ingewikkeld onderwerp. Het is immers niet gemakkelijk om in een bestaande situatie overlast te verminderen. 'Je kunt niet zomaar aan een knop draaien. Vaak is maatwerk vereist. Een oplossing kan zijn het verhogen of verplaatsen van ventilatiekokers, of aanplant van groen. Maar dan nog heb je te maken met vee, weer en wisselende grondstoffen. Een plattelandsgeur hoort er nu eenmaal bij', aldus de POV-voorzitter.
Stappen gezet
Er zijn de afgelopen jaren extra stappen gezet om overlast terug te dringen, zoals de subsidieregeling Sanering varkenshouderijen (Srv) uit 2019. Daarmee zijn ruim 270 varkensbedrijven gesaneerd. Die regeling was toegesneden op locaties waar de geuroverlast groot was.
Toch lijkt het aantal mensen dat geuroverlast ervaart eerder toe dan af te nemen. Volgens de actuele gezondheidsmonitor van GGD Brabant-Zuidoost zegt 2 procent van de mensen geuroverlast te ondervinden door 'stallen met vee'. Een verdubbeling ten opzichte van 2009. Dat duidt op een lagere tolerantie.
Nu zijn geuremissies van een bedrijf nog een rekensom. Onder meer stalsysteem en luchtwassers bepalen de uitkomst, uitgaande van de dierenaantallen uit de vergunning. De POV en LTO Nederland zien meer perspectief in een systeem van realtime meten. Verriet: 'Geef een ondernemer heldere doelen. Vervolgens is het aan de veehouder hoe die de doelen wil bereiken. Daarom willen we de haalbaarheid van realtime metingen verder verkennen.'
Een uitspraak over geurhinder met consequenties
De rechtbank van Den Haag oordeelde op 14 september 2022 dat bewoners van het buitengebied op dit moment onvoldoende beschermd worden tegen geurhinder. Volgens de rechtbank mogen woningen met maximaal 19,4 odour belast worden. Bij overschrijding van die norm moeten bewoners (financieel) schadeloos gesteld worden. De staat ging tegen deze uitspraak in beroep (de uitspraak volgt op 25 maart), maar de kans is niet ondenkbaar dat de norm van 19,4 odeur een rol gaat spelen in nieuwe regelgeving voor gemeenten, aldus Herman Litjens, specialist omgevingsbeleid bij LTO Nederland. Gemeenten bepalen in hoge mate zelf het beleid rondom geur. Bij het verlenen van een nieuwe vergunning is in principe alleen de geuruitstoot van het bedrijf zelf relevant. Litjens: 'Noord-Brabant is daarop een uitzondering: op last van de provincie moeten gemeenten ook de geuremissies van andere veebedrijven in de buurt meenemen.'Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners

Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X950R (HA) #127599
Gebruikt, P.O.A.
-
John Deere Zitmaaier / tuintrekker X940 (HA) #31419
Gebruikt, € 16.500
-
Iseki SXG15H
2009, P.O.A.
-
Kuhn GF 17012 schudder
Gebruikt, € 34.000
Vacatures
HR Manager
LTO Bedrijven - Wageningen, Nederland
Manager
Veen Innovatie Polder Hegewarren - Oudega, Smallingerland
Agrarisch specialist Veehouderij
AB Vakwerk Groep B.V. - Drachten
Akkerbouw medewerker in Creil
AB Vakwerk Groep B.V. - Creil, Noordoostpolder
Allround medewerker akkerbouwbedrijf (meerdere kandidaten)
AB Vakwerk Groep B.V. - Wieringerwerf (Hollands Kroon)
Weer
-
Zondag13° / 6°10 %
-
Maandag11° / 9°90 %
-
Dinsdag10° / 6°20 %