'De Marke wil geen blauwdruk zijn, maar boeren inspiratie bieden'
Agro-innovatiecentrum De Marke in het Gelderse Hengelo gaat vernieuwen. Hoe de 'boerderij van de toekomst' er ook uit gaat zien, het doel blijft om boeren te helpen en te inspireren met oplossingen om aan de opgaven die er liggen te voldoen, stelt manager Fleur Brinke.
De Marke in het Gelderse Hengelo bestaat sinds 1991. Het is opgezet als melkveeproefbedrijf van Wageningen University & Research en dat is het nog steeds. Al was de toekomst van de onderzoeksboerderij vijf jaar geleden onzeker vanwege het mogelijk eindigen van het project 'Koeien & Kansen'. Er waren toen plannen om het bedrijf in boerenhanden te laten overgaan.
Zo ver is het niet gekomen, weet Fleur Brinke, sinds juni 2022 manager van het agro-innovatiecentrum dat nog steeds onder de vlag van Wageningen University & Research opereert. 'Die overname diende eigenlijk twee doelen: dat het een onderzoeksfaciliteit zou blijven en dat er meer boeren bij betrokken zouden zijn. Beide is gelukt, want De Marke bestaat nog en er is een boerenstuurgroep aangesteld die meedenkt over de programmering en vernieuwingen hier.'
Het toont aan hoezeer De Marke er wil zijn voor boeren en verbindingen wil leggen tussen wetenschappelijk onderzoek en de praktijk. Daar sluit de achtergrond van Brinke naadloos bij aan: de melkveehoudersdochter uit het Gelderse Beltrum studeerde Dierwetenschappen aan Wageningen Universiteit, werkt sinds 2019 voor Wageningen Livestock Research en was manager van Vruchtbare Kringloop Oost (VK-Oost). 'De Marke is een melkveebedrijf en tegelijkertijd een onderzoeksboerderij. Juist die combinatie van onderzoek en praktijk vind ik leuk.'
Er zijn veel opgaven bij gekomen; we willen schetsen wat wel en niet kan werken om die te halen
De grootste opgave waar Brinke zich voor gesteld ziet, is De Marke vernieuwen tot een agro-innovatiecentrum dat klaar is voor de toekomst. Want vernieuwend is het bedrijf nu niet, als het gaat om het stalsysteem: een ligboxenstal. 'Er zijn veel opgaven bij gekomen waar boeren aan moeten voldoen. Die moeten allemaal worden meegenomen in ons nieuwe plan', licht de manager toe.
'Een ander stalsysteem is een belangrijk onderdeel van de veranderingen die we willen doorvoeren. Dierwaardigheid en emissies staan tenslotte steeds hoger op de agenda. We hebben ons afgevraagd of we iets moeten neerzetten wat veel boeren al hebben of moeten werken aan een innovatief bedrijfsconcept waarbij we grote stappen zetten, maar ook veel vragen kunnen beantwoorden. We willen inspireren. Dat kan alleen als je iets hebt wat een ander nog niet heeft', legt Brinke uit.
Tegenstrijdig
Er zijn plannen voor een nieuwe vrijloopstal met emissiearme vloer en daarachter een bedding waar de koeien kunnen liggen. Randvoorwaarden hiervoor zijn een vergunning en financiering. 'Het lastige is dat het moeilijk is om een nieuw bedrijfssysteem op te zetten dat op alle vlakken goed scoort. Een vrijloopstal biedt meer vierkante meters ruimte per dier, maar daardoor ook een groter oppervlak waar emissies kunnen ontstaan. Dat willen we proberen op te heffen met de bedding, maar verschillende soorten bedding hebben ook weer voor- en nadelen', zegt de manager.
Het is de makke voor alle melkveehouders en eigenlijk de hele agrarische sector: een maatregel die goed is om het ene (duurzaamheids)doel te halen, is vaak weer slecht voor de andere opgave. Brinke beaamt dit. 'Denk bijvoorbeeld aan de grondwaterkwaliteit. Om risico van uitspoeling van nitraat te verlagen, doen we de melkkoeien hier bewust niet meer naar buiten na 1 september. Terwijl je wat betreft dierenwelzijn de koeien juist langer zou willen weiden.'
Het is onmogelijk om een bedrijfssysteem neer te zetten dat op alle fronten het beste scoort en dat een-op-een is te kopiëren door melkveehouders. Maar dat is ook niet de bedoeling. 'De Marke wil absoluut geen voorbeeld of blauwdruk zijn, want elk bedrijf is anders en veel factoren zorgen ervoor dat iets wel of niet werkt', stelt de manager.
'Wat we wel willen doen, is laten zien hoe een melkveestal van de toekomst eruit zou kunnen zien. Daarbij beantwoorden we vragen als: wat voor effecten heeft zo'n stal op dierwaardigheid? Wat voor mest komt er uit die stal? Wat voor invloed heeft dat op de bodemkwaliteit, de gewassen, de biodiversiteit, enzovoort? Daar komen straks belangrijke nieuwe inzichten en gegevens uit waar boeren veel aan hebben', verwacht Brinke.
'Tegelijkertijd laten we ook zien wat er niet goed gaat, bijvoorbeeld omdat een oplossing voor de ene opgave een negatief effect heeft op een andere. Ook dat is belangrijke informatie. Boeren kunnen zo zelf kijken wat interessant is om op hun eigen bedrijf mee aan de slag te gaan', benadrukt de manager.
Inzicht en oplossingen
Dat kan nu ook al, want op De Marke wordt een constante stroom van data en onderzoeksgegevens gegenereerd. Brinke: 'Al meer dan dertig jaar staat hier de kringloop van koe, mest, bodem en gewas centraal. We doen bijvoorbeeld bodemanalyses, teeltregistratie en opbrengstmeting per perceel, nitraat in het bovenste grondwater, mestanalyse, voeropnamemetingen en continumetingen op ammoniak, CO2 en methaan in de stal. We zijn ook al twee jaar nationale sensoronderzoekslocatie stalemissies melkvee. We verzamelen dus veel data van de hele kringloop op het bedrijf.'
Duurzaamheidsprestaties zijn daarbij belangrijk. 'Het is altijd al het doel geweest om goed te scoren op broeikasgasemissie, ammoniakemissie en waterkwaliteit. We komen de laatste jaren gemiddeld uit op een ammoniakemissie van 5,1 kilo per dierplaats. Dit is lager dan de RAV-factor van 11,8 kilo van de huidige emissiearme vloer. Dat hangt samen met maatregelen als niet meer eiwit in het voer dan nodig, vaker de mestschuif over de vloer en water druppelen', licht de manager toe.
'Doordat we continu meten in de stal, krijg je inzicht in emissies en perspectiefvolle managementmaatregelen die je kunt toepassen.'
Nitraatconcentratie
Een belangrijk doel is dat de nitraatconcentratie van het bovenste grondwater niet hoger mag zijn dan de Europese norm van 50 milligram nitraat per liter. De nitraatconcentratie op De Marke daalde door de specifieke bedrijfsvoering van 170 milligram per liter in 1990 naar een niveau dat tot en met 2017 schommelt rond de 50 milligram per liter. In droge jaren is een stijging in nitraatconcentratie gemeten. Dit vraagt om meer droogtebestendig beheer.
Brinke: 'De nitraatconcentratie in het bovenste grondwater is nog niet zo makkelijk meetbaar voor alle bedrijven en duur. Die doelen halen is niet makkelijk, maar we proberen te werken aan oplossingen en integraal te laten zien wat het effect is van bepaalde oplossingen op de opgaven die er liggen. We willen schetsen wat wel en niet kan werken en er een wetenschappelijk onderbouwing voor geven.'
Samenwerken
Het agro-innovatiecentrum doet dat samen met netwerken als VK-Oost, Netwerk Praktijkbedrijven en Koeien & Kansen. 'Het is belangrijk om op verschillende bedrijven samen te werken en onderzoek en praktijk verder te verbinden. Ook omdat er zoveel diversiteit is in bedrijven, gebieden, grond, bedrijfssystemen enzovoort', benadrukt de manager.
Of in rassenkeuze. Zo werd er al eens geëxperimenteerd met driewegkruisingen – Holstein met Montbéliarde en VikingRed – om een ruwvoerefficiënte, duurzame koe te fokken. Brinke: 'Dat heeft nu minder onze aandacht en we zijn terug bij Holstein, maar we gaan straks wel weer kijken: wat is de koe van de toekomst?'
Op de vraag of De Marke zelf als een volwaardig gangbaar bedrijf functioneert, is het antwoord tweeledig. 'Wat betreft productie wel. We zitten op zo'n 10.000 liter per koe per jaar en onlangs hadden we nog een 100.000 literkoe. Toch zijn de economische resultaten niet helemaal vergelijkbaar met een normaal bedrijf. Het vraagt veel tijd om metingen en onderzoek te doen. We hoeven daarom geen winst te draaien, maar ook geen verlies. Het is zoeken: we willen vooroplopen, maar niet te ver, want het moet wel werkbaar en toepasbaar blijven', vindt de manager.
'Er is een hele groep boeren die het goed doet. We kunnen elkaar inspireren, maar wij kunnen ook alles monitoren en registreren. We laten niet zien hoe het moet, maar hoe het kan. Dat is de meerwaarde en het unieke aan De Marke', besluit Brinke.
Bedrijfsgegevens
Fleur Brinke is manager bij Agro-innovatiecentrum De Marke in het Gelderse Hengelo. Dit bestaat uit een melkveebedrijf met een kenniscentrum en biobased vergaderpaviljoen. Het bedrijf beschikt over 55 hectare landbouwgrond, waarvan 34 hectare gras, 13 hectare mais, 4 hectare zomergerst, 2 hectare luzerne en 2 hectare vezelhennep. De Marke heeft tachtig koeien en bijbehorend jongvee. Acht à negen personen werken voor de boerderij, proefveldwerkzaamheden, onderzoekscoördinatie en kennisoverdracht.Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
John Deere Tractor 6150M (LH) #30592
Gebruikt, P.O.A.
-
T7.315 Heavy Duty New Generation PLM12
Gebruikt, P.O.A.
-
John Deere Tractor 5100M (SB) #25440
Gebruikt, P.O.A.
-
Veiligheidsgewichtblok
Gebruikt, € 2.400
Vacatures
Allround medewerker akkerbouwbedrijf (meerdere kandidaten)
AB Vakwerk Groep B.V. - Wieringerwerf (Hollands Kroon)
Agrarisch Bedrijfsverzorger
AB Vakwerk Groep B.V. - NL
Weer
-
Donderdag7° / 0°5 %
-
Vrijdag4° / 1°40 %
-
Zaterdag6° / 1°45 %