Waterschapsbelasting: schone sloot soms 26 procent duurder

Er zijn voor 2025 grote verschillen in de stijging van de watersysteemheffing bij de verschillende waterschappen. Maar overal gaan de tarieven omhoog. Heffingen voor landbouwgrond stijgen bovengemiddeld. De grootste plus komt terecht bij boeren in Noord- en Zuid-Holland.

Waterschapsbelasting%3A+schone+sloot+soms+26+procent+duurder
© ©Twan Wiermans

Van de Duitse grens tot de Noordzee verschilt de stijging van de watersysteemheffing die de waterschappen komend jaar berekenen net zo veel als het landschap. Dat blijkt als je de begrotingen van tien waterschappen in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland naast elkaar legt. De tarieven voor ongebouwde of agrarische grond stijgen tussen 0 en 26 procent.

Bij bijna alle waterschappen is de tariefstijging voor landbouwgrond hoger dan het gemiddelde van dat specifieke waterschap. Waterschap Rijn en IJssel heeft voor alle categorieën dezelfde verhoging van het tarief vastgesteld. Iets vergelijkbaars geldt voor Delfland. Alleen Hollands Noorderkwartier, dat actief is in het noordelijkste deel van Noord-Holland, kiest een andere weg. Dat 'ontziet de agrariërs' en rekent een stijging van 0 procent voor landbouwgrond op een gemiddelde stijging van 8,7 procent. Die stijging wordt opgebracht door de inwoners en vooral door de 'procesindustrie'.


Tekst gaat verder onder tabel.
tabel1

De grote stijgers hebben vooral meer geld nodig om achterstallig onderhoud in te halen of om installaties te vernieuwen. Het Hoogheemraadschap voor Rijnland (plus 17,3 procent), waterschap Amstel, Gooi en Vecht (plus 26 procent) en waterschap Vallei en Veluwe (plus 12,3 procent) maken daar een expliciet punt van in hun begrotingen. De drie zijn werkzaam in Noord-Holland, Utrecht, een klein stukje van Zuid-Holland en Gelderland.

Betere 'sponswerking' van de grond is uitgangspunt tegen wateroverlast

Waterschap Vallei en Veluwe

De Kaderrichtlijn Water (KRW), het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en bodemdaling zijn de voornaamste kopzorgen van de waterschappen. Bijna alle waterschappen willen extra geld inzetten om in 2017 te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water. Op één na constateren ze dat zij een inhaalslag moeten maken.

Waterschap Rijn en IJssel (Achterhoek, Zuiden van Overijssel en regio Arnhem) gaat bijvoorbeeld bij natuurprojecten voorrang geven aan initiatieven die helpen bij het halen van KRW-doelen. Andere (natuur)ambities of doelen voor overige wateren worden alleen meegenomen als deze de deadline van 2027 niet in gevaar brengen.

Alleen Drents-Overijsselse Delta maakt zich op dat vlak geen zorgen. 'Wij hebben al 77 procent van onze projecten uitgevoerd of bijna afgerond', schrijft het waterschapsbestuur in de begroting voor 2025. 'In vergelijking met het landelijke beeld bij de Waterschappen, scoort WDODelta goed als het gaat om de huidige status van de KRW waterkwaliteit.' Het waterschap haalt die informatie uit gegevens van Wageningen University and Research.


Toenemende opgaven

De NPLG-fondsen die door de huidige regering zijn afgeschaft, worden door alle waterschappen erg gemist. 'Met het verdwijnen van het NPLG gaat de opgave voor schoon en voldoende water niet weg', concludeert het Hoogheemraadschap van Rijnland. Dat beheert het water in het gebied tussen grofweg Velsen in Noord-Holland en Gouda in Zuid-Holland.

Toenemende opgaven voor waterschappen vertalen zich ook in toenemende kosten, versterkt door de inflatie, melden de waterschappen. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), legt dat wat meer uit. 'Vanwege bijvoorbeeld het actualiseren van lozingsvergunningen voor probleemstoffen, toezicht op aangescherpte milieuwetgeving en de invoering van de Omgevingswet worden de taken van HHNK uitgebreid.'


Personeelsgebrek

Invulling van de extra vacatures om die taken uit te voeren, is nergens eenvoudig. Verwacht wordt dat projecten soms niet door kunnen gaan door personeelsgebrek.

Hoewel de waterschappen binnen de veenweidegebieden allemaal plannen zeggen te hebben om bodemdaling tegen te gaan, staat niet altijd hard wat er met de waterstand gaat gebeuren. Al is tussen de regels wel wat te voorspellen. Hoogheemraadschap Rijnland heeft het over 'niet te veel, niet te weinig'. Vallei en Veluwe gaat uit van: 'Flexibel, uitgangspunt is een betere sponswerking van de grond en op basis van weervoorspellingen'.

Hollands Noorderkwartier laat iets meer zien door te schrijven dat er 'mogelijk een substantieel grotere watervraag' nodig is om bodemdaling tegen te gaan. Amstel, Gooi en Vecht stelt eenvoudig dat het 'doel is omhoog in dalende (veenweide)gebieden' en zet de druk op de agrarische ketel.

'Om bodemdaling te remmen, gaan we met eigenaren en gebruikers van de polders op zoek naar maatregelen. Als het hen niet lukt om maatregelen te nemen die de bodemdaling remmen dan verlaagt het waterschap de waterpeilen na 2030 nog maar met 75 procent in plaats van 100 procent van de afgesproken hoogte. Het gevolg is dat de bodem steeds natter wordt.'


Duits water

Het voornamelijk Achterhoekse waterschap Rijn en IJssel kijkt ook over de grens, Het gaat de monitoring van de waterkwaliteit vanuit buurland Duitsland steviger neerzetten om zo meer zicht (en hopelijk ook grip) te hebben op wat er hun gebied binnenkomt.

Hoogheemraad Peter Ouwendijk van Hoogheemraadschap Delfland vat de problematiek samen: 'Door de veranderingen in het klimaat krijgen we steeds vaker te maken met heftige regen en periodes van droogte. Helaas kunnen we geen maatregelen nemen om dat tegen te gaan zonder de tarieven te verhogen, net als bij andere waterschappen het geval is.'



Watersysteemheffing voor ongebouwd, agrarisch of glastuinbouw

Agrarisch ondernemers hebben voor hun grond te maken met speciale tarieven voor het 'watersysteem'. De watersysteemheffing is een belasting voor eigenaren en gebruikers van een object (bijvoorbeeld een woning of een bedrijf), ongebouwde grond of natuurterreinen. Met de opbrengst van de watersysteemheffing regelt het waterschap onder meer de bouw en het onderhoud van dijken en gemalen. Ook gebruikt het waterschap dit geld om water in sloten, plassen en meren schoon te houden.

De watersysteemheffing voor landbouwgrond wordt niet bij alle waterschappen gelijk aangeduid. Vaak is dat 'ongebouwde grond', maar ook 'agrarisch' of onderverdeeld in 'agrarisch' en 'glastuinbouw'. De watersysteemheffing is dus iets anders dan (rioolwater)zuiveringsbelasting. Omdat die geldt voor alle woningen is zuiveringsbelasting niet meegenomen in de vergelijking van agrarische tarieven.


Profijtbeginsel

In 2026 gaat een nieuw belastingstelsel voor de waterschapsbelasting in. Dan gaat het profijtbeginsel gelden; de groepen die het meest profiteren, gaan ook het meest betalen. Ook kunnen ze korting geven als ze schaarse grondstoffen, zoals fosfaat, uit het afvalwater kunnen winnen.

Boeren en tuinders die wegen of een spoorlijn in hun gebied hebben, gaan er in het nieuwe stelsel op vooruit. Nu is dit nog een reden om een hoger tarief te berekenen, hoewel de boer daar niets extra's voor krijgt. Vanaf 2026 tellen wegen en spoorlijnen niet meer mee en wordt de belasting bepaald op basis van het aantal hectares en het werk dat het waterschap voor de agrariër doet. Nog niet alle waterschappen hebben al besloten hoe zij dit in de praktijk gaan uitvoeren.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Woensdag
    17° / 3°
    0 %
  • Donderdag
    20° / 5°
    0 %
  • Vrijdag
    20° / 7°
    0 %
Meer weer