Vraagtekens bij nieuwe kostentoedeling waterschap Vallei en Veluwe

LTO Noord geeft in een zienswijze aan niet te kunnen doorgronden waarom het waterschap deze wijziging doorvoert, behalve wellicht uit politieke overwegingen. 'We missen de inhoudelijke motivering en onderbouwing op dit voorgenomen besluit vanuit het waterschap', zo staat in de reactie van LTO aan het waterschap.

'De huidige beleidsontwikkelingen laten ons zien, dat we de komende jaren fors zullen investeren in het verbeteren van de staat van de natuur en eveneens wordt een transitie in de landbouw in gang gezet', schrijft LTO Noord. 'We verwachten dat een waterschap met veel bestemmingen, maar zeker ook een zeer fors aandeel natuur daar oog voor zou hebben. We vragen ons dan ook af of dit vooral een politiek dan wel een inhoudelijk onderbouwd voorstel is.'

Meer natuur

Zowel LTO als andere groepen wijzen erop dat er binnen het beheergebied van Vallei en Veluwe steeds meer gronden tot de categorie natuur bestemd zullen worden. Ook de opgaven rond woningbouw zullen ervoor zorgen dat gronden met de huidige bestemming landbouw zullen wijzigen op termijn.

Volgens de organisaties betekent dit dat de burger steeds meer belangen krijgt rond water en waterbeheer. Oftewel zowel de burger als de natuur gaan steeds meer profiteren van de waterschapstaken rond stedelijk gebied en natuur.

Weersextremen

'In de afgelopen jaren hebben we eveneens gezien dat door de veranderingen in het klimaat, dan wel weerbeeld, we steeds meer te maken krijgen met extremen. Dit vraagt een aanpak op veel fronten. Ook dat kost geld. De inspanningen komen uiteindelijk ook ten goede aan natuurgebieden en het stedelijk gebied. Burger en natuur hebben daar zeker een verantwoordelijkheid in te nemen', zo verwoordt LTO het in haar zienswijze.

LTO is van mening dat met de nu voorliggende verordening de kostentoedeling in onbalans is geraakt: 'Er wordt een verkeerd signaal afgegeven naar de burger en naar de beheerders van natuur. Vooral omdat er op deze wijze geen rekening gehouden wordt met de toekomstige en nabije ontwikkelingen in het landelijk gebied, maar ook in het stedelijk gebied en natuur.'