'Beschikbaarheid van goed water is ook in Flevoland een probleem'

Stegeman boert op biologisch-dynamische wijze en teelt vijftien verschillende gewassen, waaronder spinazie. 'Dit gewas heeft in de zomer een groeiduur van zes weken. In zo'n korte periode wil je goed water hebben, maar dat hebben we hier op de zeebodem niet.'

De Flevolandse akkerbouwer heeft een bron van 50 meter diep, maar die is zout. Ook het water in de tocht is brak. 'Het grondwaterpeil zakt in het groeiseizoen tot wel 2 meter onder het maaiveld, dat is te diep voor capillaire werking.' Samen met boeren in de buurt en Waterschap Zuiderzeeland pakt hij de handschoen op om in het seizoen meer water vast te houden.

'Mogelijk kunnen we ook zoetwater laten aanvoeren, want dat is er verderop in Flevoland wel. Maar dan moet wel het systeem worden aangepast. Daar praten we met het waterschap over. Dat vergt een lange adem, uiteindelijk moeten we samen tot een goede oplossing zien te komen', aldus Stegeman.

Sluipmoordenaar

Volgens Werenfried Spit, vakgroepmanager R&D weer- en klimaatmodellen bij het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), is verzilting een duidelijk effect van de klimaatverandering. 'Het is een sluipmoordenaar, het gaat geleidelijk door. De zeespiegel stijgt nu met 3 millimeter per jaar, dat is sneller dan eerder was berekend. Daardoor neemt ook de verzilting toe en trekt het steeds verder Nederland in', legt hij uit.