'In Nederland kon mijn vader zijn zoons geen boer maken'

'Door de regels in Nederland kon mijn vader mij en mijn twee broers Fons en Leo geen boer maken', vertelt Harrie van den Broek. Toen hij in 1992 emigreerde met zijn gezin had hij al verkering met Jolanda. Zij is twee jaar later ook naar Canada gegaan.

%27In+Nederland+kon+mijn+vader+zijn+zoons+geen+boer+maken%27
© Jodie Aldred

De Nederlandse familie Van den Broek runt met het hele gezin in Canada een gesloten varkenshouderij. Het familiebedrijf is opgedeeld in drie fases en heeft in totaal maar liefst elf locaties. 'Bij ons worden de vleesvarkens gehuisvest', zegt Harrie van den Broek. De varkens komen binnen op een leeftijd van 9 weken en wegen dan ongeveer 25 kilo.

De eerste levensfase vindt plaats in twee verschillende kraamstallen. Eentje wordt gemanaged door Van den Broeks broer Fons. Dit zijn de dek- en kraamstallen waar de zeugen worden geïnsemineerd, dragende zijn en uiteindelijk ook biggen.

'De twee locaties hebben bij elkaar plaats voor zo'n 1.200 zeugen', legt Van den Broek uit. De biggen blijven hier 21 dagen. 'Dan worden ze gespeend en gaan ze gelijk naar de volgende locatie.'

Ze vragen weleens of Canada achterloopt, maar ik denk dat Nederland voorloopt

Harrie van den Broek, varkenshouder in Brownsville (Canada)

De varkenshouder stelt dat twee zeugenlocaties hebben veel voordelen heeft. Het bedrijf werkt volgens een vierwekensysteem. 'Dit houdt in dat er eens per vier weken biggen worden geboren.' Een van de voordelen is dat de zeugen altijd in een groep passen zonder dat er te veel tijd overheen gaat.

'Een cyclus duurt vier weken en de cyclussen van beide bedrijven sluiten mooi op elkaar aan', aldus Van den Broek. De zeugen worden dus eens in de vier weken geïnsemineerd. Als een zeug niet berig wordt en dus niet kan worden geïnsemineerd of als ze niet dragend is na de inseminatie, past ze niet meer in de groep.

De zeug wordt dan verplaatst naar de andere locatie waar een nieuwe inseminatiepoging volgt, zodat het dier toch in een groep past. 'De ene locatie dekt bijvoorbeeld in de eerste week en de tweede locatie in de derde. Zo kan de zeug twee weken later alsnog worden geïnsemineerd', legt Van den Broek uit.


Broekfarms van de familie Van den Broek in het Canadese Brownsville beschikt over maar liefst elf locaties.
Broekfarms van de familie Van den Broek in het Canadese Brownsville beschikt over maar liefst elf locaties. © Jodie Aldred

Zijn broer Leo zit op een locatie voor de tweede fase. 'Deze fase noemen we de nursery.' De biggen hebben een gewicht van ongeveer 7 kilo als ze daar aankomen. De stallen zijn ingericht op een specifiek klimaat. 'Als de biggen binnenkomen is de temperatuur rond de 30 graden en die bouwen we af tot 21 graden.' De gangbare stallen hebben geen kachels om te verwarmen. 'Vandaar dat de biggen eerst naar een nursery gaan en daarna pas naar de afmeststal', laat Van den Broek weten.

Daarnaast beschikken de nursery-stallen over plastic roosters in plaats van betonnen. 'Deze roosters zijn ideaal voor biggen die net gespeend zijn.' De nursery-fase helpt ook de verspreiding van ziektes tegen te gaan. 'Door de varkens in twee verschillende afmestfases te verdelen is niet de hele veestapel besmet als er een ziekte uitbreekt.' Het hebben van meerdere locaties is in dat opzicht handig, volgens de varkenshouder.


Afmestfase

Van den Broek woont op de locatie waar de varkens in de laatste fase zitten. 'Wij hebben hier plek voor drieduizend 'finishers', dat zijn vleesvarkens die hun laatste fase ingaan.' In totaal verblijven ze 110 dagen op het bedrijf. 'De varkens komen binnen met een gewicht van 25 kilo en worden afgemest tot 130 kilo.'

In totaal beschikt de familie over zeven mestlocaties. 'Als onze stal vol zit gaan ze naar een andere locatie.' De stallen staan altijd vol en hebben meerdere leeftijdsgroepen. 'Het komt zelfs weleens voor dat de varkens er 's avonds uit gaan en ik de volgende ochtend alweer een nieuwe lading op de stoep heb staan', vertelt de ondernemer. 'In Nederland is dat natuurlijk echt not done.'

Per square foot, omgerekend 0,09 vierkante meter, mag een bepaald aantal varkens worden gehouden. Van den Broek zegt meer biggen in een hok te plaatsen dan het aantal vleesvarkens dat hij uiteindelijk per hok mag houden. 'Het is een beetje ingewikkeld. Maar als een groep varkens naar de slacht gaat, kan ik de groep biggen uitdunnen en doorschuiven zodat ik de ruimte altijd optimaal benut.'


Meer biggen is meer warmte

De varkenshouder legt uit dat dit per seizoen verschilt. 'In de winter is het kouder en kan ik meer biggen in een hok doen zodat ik minder hard hoef te stoken. Meer biggen produceren meer warmte, wat ervoor zorgt dat ik geen kachels hoef te gebruiken.'

Wat betreft de ventilatie is het volgens Van den Broek ook beter om meer biggen in een hok te houden. 'Omdat het warmer is moet het ventilatiesysteem harder werken, waardoor de biggen altijd frisse lucht van buiten krijgen en de lucht constant ververst.'

Naast de varkens heeft de familie ook een akkerbouwtak met meer dan 2.000 acres grond, wat goed is voor meer dan 800 hectare. Van den Broek: 'In Canada heet dat een 'landbased farrow-to-finish farm'. Dat betekent dat we van moederdieren tot slachtrijpe varkens houden en al het voer zelf verbouwen.'


Naast de varkens heeft de familie ook ruim 800 hectare land dat wordt gebruikt voor eigen doeleinden.
Naast de varkens heeft de familie ook ruim 800 hectare land dat wordt gebruikt voor eigen doeleinden. © Jodie Aldred

Broekfarms verbouwt mais, sojabonen en tarwe, allemaal voor eigen doeleinden. 'We verkopen het rauwe product zoals de sojabonen en tarwe. Daar kopen we dan soja- en tarweschroot voor terug.' De mais wordt gedorst als korrelmais.

De producten worden in de eigen voerkeuken verwerkt tot een passend rantsoen. 'De varkens krijgen droogvoer dat we zelf samenstellen in onze voerkeuken.' De mineralen worden wel aangekocht. 'Het bedrijf dat de mineralen levert maakt ook voeradvies', zegt van den Broek.

Het land wordt bemest met eigen varkensmest en de mest wordt zelfs geruild. 'Met een andere boer ruil ik mijn tarwestro voor zijn vaste mest van geiten en stieren.' De ondernemer legt ook uit dat per stuk grond wordt gekeken welke mest het beste past. 'Per boerderij laten we een grondmonster nemen en daar maken we ons mestbeleid op.' Een mestboekhouding is verplicht in Canada. 'Als je geen grond hebt moet je aanwijzen waar de mest heengaat.'


Couperen werkt goed

Staarten couperen is in Canada nog steeds toegestaan. Als de biggen op een leeftijd van 5 dagen een ijzerinjectie met verdoving krijgen, worden de beren op Van den Broeks bedrijf gecastreerd en de staarten gecoupeerd.

'Het couperen van staarten is in Nederland al ruim twintig jaar verboden, maar in de praktijk werkt het toch heel goed', vindt de ondernemer. 'Ze vragen weleens of Canada achterloopt, maar ik denk dat Nederland voorloopt.'

Net als dat Nederland nu heel druk is met het spenen van de biggen op 5 weken oud, vervolgt Van den Broek. 'Als blijkt dat het varken beter presteert en het economisch interessant is, vind ik dat een goed idee. Maar binnen nu en tien jaar komt daar hier zeker geen wet voor, terwijl het in Nederland wordt doorgedrukt voordat bekend is dat het 100 procent werkt.'


Geen omkijken naar kengetallen

Een ander groot verschil met Nederland zijn de kengetallen waarnaar wordt gekeken. Om de vraag hoeveel vleesvarkens per zeug per jaar worden geleverd moet Van den Broek lachen. 'In Nederland is de kostendruk zo hoog dat ze naar dat soort getallen moeten kijken om wat te verdienen. Wij kijken alleen naar wat er op de bank staat en maken ons niet zo druk om die getallen.'

Het familiebedrijf is aangesloten bij een coöperatie die de varkens slacht. 'De slachterij is van allemaal varkensboeren die hebben betaald voor een bepaald aantal slachthaken.' Toch zijn er ook overeenkomsten met Nederland, geeft Van den Broek aan. Zoals groepshuisvesting, dat ook in Canada opkomend is. 'Vanaf 2029 moeten alle zeugen verplicht los staan.'

De regelgeving in Canada vindt de varkenshouder logischer. 'In Nederland lijkt het wel of ze dieren aan het vermenselijken zijn. Een dier blijft een dier. Wat overigens niet zegt dat ze geen gevoel hebben.' De regels moeten volgens Van den Broek wel haalbaar zijn. 'Tuurlijk moeten er regels zijn en is dierenwelzijn belangrijk, maar het moet ook praktisch en economisch aantrekkelijk blijven.'


Imago van varkenshouderij

De ondernemer denkt ook dat het beeld van varkensboeren in Canada beter is dan in Nederland. 'Het imago van de varkenshouderij in Canada is ook niet 100 procent goed, maar wel een stuk beter dan in Nederland', zegt hij. 'Hier worden we echt gerespecteerd en niet met de nek aangekeken.'

Tot slot vertelt Van den Broek over de toekomst van het bedrijf. 'We denken dat de volgende generatie nog genoeg interesse heeft om het over te nemen, maar we zitten natuurlijk met allemaal neven en nichten die er samen uit moeten komen.' De zoons van de varkenshouder werken alle vier thuis op het bedrijf en zien hun toekomst daar ook. 'Ik zie het rooskleurig in, maar de zon schijnt niet iedere dag. Er zijn kansen genoeg, maar het is ingewikkeld.'


Varkenshouders Jolanda en Harrie van den Broek
Varkenshouders Jolanda en Harrie van den Broek © Jodie Aldred

Bedrijfsgegevens

Harrie (52) en Jolanda (52) van den Broek runnen in het Canadese Brownsville een gesloten varkenshouderij met drieduizend vleesvarkensplaatsen, samen met hun zoons Harrie, Fons en Leo van den Broek. Daarnaast doen ze ook aan akkerbouw. Hun bedrijf genaamd Broekfarms beslaat ruim 800 hectare en telt in totaal elf locaties. Door de eigen voerkeuken en werkplaats kan de varkenshouderij vrijwel alles zelf doen. Ook het transport van de varkens wordt in eigen hand gehouden.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer