België waarschuwt voor hoge infectiekansen alternaria en phytophthora

Voor de beginaantasting van alternaria zijn voldoende initiële sporen nodig en een aardappelgewas met een verminderde fysiologische weerstand. Nu op sommige percelen de afrijping is ingezet, neemt de fysiologische weerstand van het gewas af en neemt de kans op infectie en aantasting van het loof door alternaria toe.

Volgens Viaverda kan de ziekte dusdanig ontwikkelen dat gezond loof binnen acht tot tien dagen volledig wordt vernield. Het aardappelloof sterft in dit geval te vroeg en dus te snel af. Een ziektemodel dat is ontwikkeld door Viaverda, berekent en voorspelt de infectiekansen voor alternaria. Dit gebeurt op basis van weersgegevens en gewasfactoren als afrijping en stress.

Op verschillende meetpunten in Vlaanderen wordt op aardappelpercelen die nu richting het einde van de bloeifase gaan, de drempelwaarde voor een eerste preventieve behandeling bereikt, meldt de Belgische aardappelorganisatie. Staat het perceel nog in volle bloei? Dan is het gewas voldoende vitaal om aantastingen te weerstaan en kunnen telers een eerste behandeling uitstellen.

Oppassen met phytophthora

Verder meldt Viaverda dat er vorige week in Vlaanderen op verschillende plaatsen veel neerslag is gevallen, zelfs tot sommen van meer dan 100 millimeter. In combinatie met hoge temperaturen en een hoge luchtvochtigheid nemen de infectiekansen op phytophthora toe. Voor aardappelen in de stabiele loofgroeifase geldt dat iedere zes à zeven dagen na de vorige bespuiting een herhaling moet worden uitgevoerd.

Voor laat gepote percelen in de fase van nieuwe groei is extra alertheid nodig. Wat betreft het uitvoeren van de bespuitingen moeten telers er rekening mee houden dat in augustus 's avonds de dauw sneller in het gewas valt en het loof 's ochtends langer nat blijft.

Tot slot adviseert Viaverda om bij de middelenkeuze werkingswijzes af te wisselen en eventueel te combineren. Dit om het doorbreken van resistenties te voorkomen.