Rabobank verwacht gunstige vooruitzichten pluimveevlees

Zo mag Oekraïne volgens het onlangs ingevoerde quotum 20 procent minder kip naar de EU exporteren dan in 2023, wat de concurrentie in het reguliere segment vermindert. Het eerste halfjaar van 2024 zijn de omstandigheden al gunstiger dan in dezelfde periode vorig jaar. Vooral het tweede kwartaal verliep goed, met hogere prijzen en licht dalende voerprijzen.

Het marktbeeld is dan ook gunstig. Dit komt vooral door de sterke vraag naar kip in Europa, mede door de aantrekkelijke vleesprijs in combinatie met het toegenomen besteedbaar inkomen van de consumenten.

Daarbij speelt in Nederland ook dat het aanbod van Nederlandse en Duitse kip krapper wordt door omschakeling naar duurzamere concepten. Zo daalde de Nederlandse kipproductie in het eerste kwartaal van dit jaar met 4,5 procent ten opzichte van vorig jaar. Die krapte geeft de prijs een extra boost en daarmee ook de voerwinstmarges. Die liggen nu hoog en ver boven het langetermijngemiddelde.

De totale Europese productie van kip groeit in het eerste kwartaal met 5 procent, vooral door versnelde groei in Centraal en Oost-Europa. Zo kent Polen een plus van 7 procent en Hongarije zelfs van 10 procent. De productie in Frankrijk herstelt zich, na een dip door vogelgriep. Dit eerste kwartaal werd een plus gerealiseerd van 15 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023.

Vaccinatie

De risico's van vogelgriep blijven voor dit najaar toenemen, verwachten de Rabobank-analisten. Wel denken ze dat in steeds meer landen vaccinatie mogelijk is, na positieve ervaringen in Frankrijk.

De analisten verwachten verder dat de groei van de productie van kip dit jaar verder toeneemt. Wel denken ze aan een afvlakking ten opzichte van het eerste kwartaal. De enorme stijging in dit eerste kwartaal tegenover het jaar ervoor is mede het gevolg van een opvallend lage productie in het eerste kwartaal van 2023.

De vraag naar Nederlandse kip blijft in de tweede helft van 2024 stabiel ten opzichte van het eerste kwartaal, verwachten de Rabobank-analisten. Door het krimpende aanbod als gevolg van omschakelingen en de beëindigingsregeling, blijft Nederland zich richten op de handel in Noordwest-Europa. Oost-Europese landen als Polen en Hongarije zullen zich, met hun goedkopere productiekosten, meer richten op de export buiten de EU.