USDA verwacht verdere daling van tarwevoorraden

De berekeningen van het ministerie van Landbouw in de Verenigde Staten (USDA) wijzen uit dat ook in seizoen 2024-2025 de wereldwijde tarwevoorraden verder dalen. Dit blijkt uit de eerste prognose voor aankomend seizoen die afgelopen week gepubliceerd is in het World Agricultural Supply and Demand Estimates (Wasde)-rapport van mei.

Het USDA gaat uit van lagere beschikbaarheid van tarwe ten opzichte van seizoen 2023-2024. Dat heeft vooral te maken met de behoorlijke daling van de beginvoorraden in landen als Rusland en China. De globale tarweproductie stijgt naar een recordniveau van 789,2 miljoen ton. Al met al wordt de totale beschikbaarheid van tarwe voor de wereldmarkt 2,2 miljoen ton lager ingeschat.

Groter verbruik in India

Het wereldwijde tarweverbruik stelt het USDA in de eerste prognose op 802,4 miljoen ton. Dit is een stijging van 2 miljoen ton. Die stijging is vooral toe te schrijven aan de grotere humane consumptie. Voor India wordt de grootste toename van het tarweverbruik verwacht.

Ten opzichte van vorig jaar zal volgens de prognose van het Amerikaanse landbouwministerie minder tarwe worden bijgemengd in veevoer. Met name Chinese veevoerfabrikanten lijken vaker te kiezen voor op dit moment goedkopere grondstoffen, zoals mais en sojabonen.

De wereldhandel in tarwe wijkt met 216 miljoen ton qua omvang op voorhand niet veel af van het voorgaande jaar. Het USDA voorziet dat Rusland voorlopig de grootste exporteur blijft, met 52 miljoen ton. Dat is in volume een fractie lager dan de prognose voor het lopende seizoen.

Exportstijgingen worden verwacht voor Australië, Argentinië, de Verenigde Staten, Kazachstan en Canada. Oekraïne, de Europese Unie en Turkije zullen waarschijnlijk minder tarwe naar het buitenland verkopen, blijkt uit het Wasde-rapport.

Laagste niveau sinds 2016-2017

Het gevolg van alle voorspellingen voor het nieuwe tarweseizoen is dat het USDA de theoretische eindvoorraad op 1 juli 2025 berekent op 253,6 miljoen ton. Dat is 4,2 miljoen ton lager dan de berekeningen voor dit seizoen en is tevens het laagste niveau sinds het seizoen 2016-2017. De berekende voorraad van 253,6 miljoen ton is genoeg om de wereldbevolking voor 16,4 weken te voorzien in hun tarwebehoefte.