‘Vroege onkruidbestrijding heeft veel voordelen’
'Een vroege onkruidbestrijding levert een aanzienlijke bijdrage aan een betere, productievere en schonere mais, zo zien we elk jaar weer. De gedachte dat je het onkruid eerst goed moet kunnen zien voordat je er iets tegen doet, moeten we eindelijk eens overboord gooien. We moeten juist nóg vroeger het land op om kiemende onkruiden te determineren.'
Dat zegt Sander Uwland, Crop Advisor Maïs bij Bayer. In dit artikel vertelt hij over de laatste actualiteiten rondom de onkruidbestrijding in mais en zijn adviezen voor het nieuwe seizoen.
Om te beginnen: Hoe is de onkruidbestrijding in mais het afgelopen seizoen verlopen?
'Dat had beter gekund. Na een natte start kregen we vanaf de tweede week van mei te maken met een langdurige periode van droogte. In sommige gebieden heeft het zeker zes weken niet geregend en viel pas eind juni weer het eerste buitje. Tijdens de onkruidbestrijding in mais is er dus geen spatje regen gevallen. Dat heeft gevolgen gehad voor de bodemherbiciden; hoe later gespoten, hoe minder de werking daarvan is geweest.'
'Daarnaast waren de onkruiden ook nog eens behoorlijk afgehard en zagen we ook vrij veel nakiemende meldes en grasachtige onkruiden. Daardoor is een deel van de onkruidbestrijding maar matig geslaagd.'
De gedachte dat je het onkruid eerst goed moet kunnen zien voordat je er iets tegen doet, moeten we eindelijk eens overboord gooien
Welke onkruiden baren op dit moment de meeste zorgen?
'Dan komen we toch weer uit bij gladvingergras. Hoewel de onkruidbestrijding in mais ondertussen behoorlijk is afgestemd op dit onkruid met een toepassing van 2,25 l/ha Laudis, zien we de problemen met gladvingergras toch jaar op jaar verder toenemen. Vooral op zandgronden waar continu mais wordt geteeld is dat het geval, maar er komen ook nog steeds nieuwe probleempercelen en -gebieden bij.'
'Ook de gierstgrassen rukken steeds verder op. Veruit de meeste probleempercelen vinden we in het zuiden van Nederland. Maar ook vanuit Midden- en Noord-Nederland krijgen we steeds vaker meldingen binnen. Bij gierstgrassen is niet alleen de hérkenning een probleem, maar ook de érkenning ervan. Wie er niets tegen doet, moet rekening houden met een zeer sterke verspreiding. Gierstgrassen kunnen enorme hoeveelheden zaad produceren, variërend van 1000 tot meer dan 50.000 zaden per plant. Bovendien kunnen de zaden minimaal drie en sommige zelfs tot 30 jaar overleven in de grond. Wie ze dus eenmaal heeft, komt er niet zomaar meer vanaf.'
Wat kun je tegen deze nieuwe gierstgrassen doen?
'Telers of loonwerkers die een grasonkruid niet meteen thuis kunnen brengen doen er goed aan om er een deskundige bij te betrekken, zodat er op tijd met een effectieve bestrijding kan worden begonnen. Een tip is om het plantje uit te graven en tot bloei te laten komen.'
'Voor de na-opkomstbestrijding van (percelen met) gierstgrassen kan de combinatie 1,75 l/ha Laudis + 0,75 l/ha Monsoon Active worden ingezet. Daarbij zorgt met name de werkzame stof thiëncarbazone-methyl (TCM) in Monsoon Active voor een stevige aanpak van de gierstgrassen. Belangrijk is om deze combinatie vroeg – dat wil zeggen: voor het uitstoelen van de grassen – in te zetten met de volle doseringen. Alleen zo mag je een echt goed resultaat verwachten. Verder kan voor-opkomst eventueel ook nog een bodemherbicide worden toegepast.'
Je hamert al jaren op een vroege onkruidbestrijding. Waarom is dat zo belangrijk?
'Vroegtijdig spuiten – dat wil zeggen vanaf het 2- à 3-bladstadium van de mais – heeft gewoon veel voordelen. Ten eerste zorgt het voor minder concurrentie van onkruid met het gewas. Licht, vocht en voedingstoffen komen zo maximaal ten goede aan de mais. Ten tweede heeft kleine mais veel minder last van een bespuiting en is de (eventuele) groeiremming dus veel minder groot. Als vuistregel hiervoor geldt dat elk blad aan de mais een procent opbrengst kost. Ofwel: spuiten in het 2-bladstadium kost grofweg 2 procent aan opbrengst, spuiten in het 6-blad al 6 procent. Verder zit er bij een vroege onkruidbestrijding meer tijd tussen spuiten en onderzaaien, waardoor mogelijke groeiremming van de gras-onderzaai zo goed als uitgesloten is.
'Tenslotte biedt een vroege start ook meer rust en ruimte in het spuitschema; ook dat komt de effectiviteit van onkruidbestrijding vaak te goede. Opgeteld leveren deze punten een aanzienlijke bijdrage aan een betere, productievere en schonere mais. Dat zien we elk jaar weer.'
Maïstelers – en ook veel loonwerkers - willen eerst onkruid zien voordat ze ertegen spuiten…
'De gedachte dat je het onkruid eerst goed moet kunnen zien voordat je er iets tegen doet, moeten we eindelijk eens overboord gooien. Met een vroege inzet van onze basismix van 1,75 l/ha Laudis + 0,75 l/ha Monsoon Active, aangevuld met een bodemherbicide, behalen we jaar in jaar uit goede resultaten. Het land hoeft niet eerst groen te worden om te spuiten; een bodemherbicide werkt lang genoeg om doorkomend onkruid tot aan het sluiten van de mais weg te vangen. We moeten daarom nóg vroeger het land op om kiemende onkruiden te determineren. Dat kost misschien wat extra moeite, maar het loont absoluut.'
Dit artikel is gecreëerd door en eerder gepubliceerd in Mais Koerier van onze kennispartner Bayer Crop Science
Bayer Crop Science
Bayer is wereldwijd marktleider in gewasbeschermingsmiddelen en zaden. Door biologie, chemie en digitale tools slim te combineren versnellen we innovatie in de...
Lees verder »