Milieuministers EU botsen over klimaatdoelstellingen

Die boodschap verkondigde demissionair minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie in de Belgische hoofdstad. Daarnaast wil hij dat er voldoende sociaal beleid komt om energiearmoede te voorkomen, en dat zogenoemde carbon lock-ins voorkomen worden. Een carbon lock-in is een situatie waarbij de CO2-uitstoot nog jarenlang plaatsvindt door grote investeringen in de fossiele industrie.

De Europese klimaatwet schrijft voor dat er een tussentijds doel moet worden vastgesteld tussen de EU-reductiedoelstelling van 55 procent voor 2030 en de deadline voor klimaatneutraliteit in 2050. 2040 is zo'n tussenstap.

De wetenschappelijke adviesraad van de Europese Unie en de Europese Commissie zijn het eens over een reductiedoelstelling van 90 procent in 2040, ten opzichte van de uitstoot in 1990. Maar de afzonderlijke EU-lidstaten zijn het allesbehalve eens met elkaar.

Geen standpunt

Samen met Nederland, steunden Denemarken, Bulgarije, Finland en Spanje mondeling het voorstel. Maar wel elk met eigen voorwaarden en eisen. Verschillende andere landen, waaronder Zweden, Tsjechië en Duitsland, hebben nog geen standpunt ingenomen.

Gedurende het debat kwamen ook fundamentele meningsverschillen aan het licht over duurzame landbouw, kernenergie en controversiële inspanningen om de noodlijdende ecosystemen binnen de Europese Unie te herstellen. Verschillende ministers benadrukten de noodzaak om kernenergie op te nemen in de klimaatinspanningen van de Europese Unie.

'Aanzienlijke steun'

Ondanks de verhitte discussies zei EU-klimaatcommissaris Wopke Hoekstra tegen Politico dat hij de discussie over de doelstelling voor 2040 goed vond verlopen. 'Ik wil niet overdreven optimistisch zijn, maar ik heb het gevoel dat er aanzienlijke steun is voor deze ambitieuze reisrichting.'

Alain Maron, als Belgische klimaatminister voorzitter van de vergadering, was voorzichtiger. 'We hebben algemene steun om dit pad naar de overgang te behouden. Maar tegelijkertijd is het duidelijk dat bepaalde aanpassingen nodig kunnen zijn om op deze weg verder te gaan.'