Aanvullend laboratoriumonderzoek ondersteunt sectie op hennen
Voor een goede indruk van de gezondheid van leghennen kan een sectie op een aantal hennen van belang zijn. Voor zekerheid over een ziekte of probleem is daarbij vaak wel aanvullend laboratoriumonderzoek nodig.
Donderdag 1 februari was de eerste door De Valk Wekerom en ABZ De Samenwerking georganiseerde kennissessie over pluimveesecties bij Royal GD in het Overijsselse Deventer. 'We vinden het belangrijk om kennis te delen met onze pluimveehouders', zegt legpluimveespecialist Gijsbert Thomassen van De Valk Wekerom.
'Zo kunnen we samen met de pluimveehouder nog beter volgen wat er speelt in het koppel. Een kennisbijeenkomst met de praktijk is leerzaam en leuk om samen te doen. We kijken terug op een supergeslaagde bijeenkomst met 37 deelnemers en kijken uit naar de volgende kennissessies in de regio's Noord en Zuid', zegt Thomassen.
Niet alleen naar letsels kijken
Patholoog Robert Jan Molenaar van Royal GD maakte duidelijk dat het zelfs voor de meest geoefende patholoog niet lukt om een definitieve diagnose te stellen door alleen naar letsels te kijken. Vorig jaar kreeg hij foto's doorgestuurd van een hen met duidelijke puntbloedingen op de organen.
Hoe minder je kent, hoe minder snel je doorhebt dat je iets over het hoofd ziet
'Samen met de symptomen bij de hennen en de plotselinge hoge uitval paste het hele sectiebeeld naadloos bij een uitbraak van hoogpathogene vogelgriep. Je kon bijna met zekerheid een diagnose stellen', zegt Molenaar.
Nader onderzoek wees uit dat het niet om vogelgriep ging, maar om een besmetting met enterokokken, een bacterie die op het lijstje staat van ziekteverwekkers die dezelfde symptomen en letsels kunnen veroorzaken.
Absolute zekerheid
'Zo gaat het vaak', schetst de patholoog. 'Secties zijn van belang bij het opsporen van een ziekteverwekker en bijvoorbeeld de voedingstoestand van pluimvee. Maar met alleen een sectie kom je er niet. Een sectie geeft nooit absolute zekerheid. Daartoe is aanvullend onderzoek nodig. De sectie zelf is een aanvulling op een goede beoordeling van het koppel.'
Een sectie goed leren uitvoeren vergt een uitgebreide training en kennis van het functioneren van organen en van ziektekiemen. Daarom is het nodig om de dierenarts in te schakelen. 'Je kunt bij een sectie veel zien, maar ook veel missen. Dat moet je je goed realiseren. Hoe minder je kent, hoe minder snel je doorhebt dat je iets over het hoofd ziet', constateert Molenaar.
'Jaarlijks verwerkt Royal GD 4 miljoen monsters, waarvan 80 procent door robots op de afdeling immunologie', zegt afdelingshoofd pathologie en histologie John Fundter van Royal GD. Naast de afdeling immunologie kent het lab een afdeling voor PCR-testen om virussen te vinden, een afdeling die autovaccins maakt en een lab om drinkwater te testen. Er is een eigen broederij en een proefdierfaciliteit.
De afdeling bacteriologie heeft een salmonellalab. 'We doen er hier alles aan om besmetting van het monster te voorkomen, zodat een pluimveebedrijf niet onterecht besmet wordt verklaard met salmonella, wat grote gevolgen kan hebben. Ook pluimveehouders zelf moeten hiertoe zorgvuldig omgaan met de monsters', benadrukt Fundter.
'Salmonella is gevoelig voor stress, zoals een wisselende omgevingstemperatuur. Om valsnegatieve uitslagen te voorkomen, komt er een speciaal medium bij het monster, zodat de bacterie zich kan herstellen en vermenigvuldigen, als die aanwezig is', legt het afdelingshoofd pathologie en histologie uit.
Aanmelden voor onderzoek bij Royal GD gaat eenvoudig via de mail en het eigen transport haalt de dieren op. 'Onze wagens komen nooit op het erf bij het halen van monsters of dieren om het risico op versleping van een potentiële besmetting te voorkomen', zegt Fundter.
'Daarnaast worden ze dagelijks van binnen en van buiten volledig gereinigd en gedesinfecteerd in onze door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit erkende reinigings- en ontstmettingswasplaats. We willen uiteraard niet zelf een mogelijke ziekte verslepen.'
Leghen en vleeskuiken anders
Door de leeftijd zijn vleeskuikens gevoelig voor andere ziektes dan leghennen. Bij een sectie op een leghen zie je volgens Molenaar andere dingen dan bij een vleeskuiken.
'Bij vleeskuikens kunnen de heupkoppen tijdens de sectie afbreken, als er bij de groeischijfjes een bacteriële infectie is. Bij volwassen leghennen zul je die niet vinden, want daar is de groeischijf al gesloten. Maar ook bij jonge opfokhennen zie je deze letsels veel minder, omdat ze hier minder gevoelig voor zijn.'
Botsterkte checken
De botsterkte van vleeskuikens is eenvoudig te checken door een pootbot te breken. Bij een hen is dat geen goede graadmeter. Daar geeft een klein ribje een beter idee van de botsterkte. Dat is vooral einde leg van belang om te weten of de dieren genoeg calcium krijgen en opnemen.
Bij de secties samen met de deelnemers kwamen geen vreemde dingen aan het licht. Bij een aantal hennen was sprake van geringe leververvetting. Een teken om samen met de adviseur en de dierenarts te kijken of er mogelijk een voeraanpassing nodig is om dit te voorkomen.
Ook zijn worminfecties gevonden. Daarbij is het volgens Molenaar op de eerste plaats de vraag om welke wormen het gaat. 'Niet alle wormen vragen om actie. Is het wel nodig, dan is het moment van belang, bijvoorbeeld omdat medicatie een wachttijd op de eieren kan hebben.'
Soms zie je aan de hen al dat er iets speelt. In de opfok heeft een hen een erg gele snavel en poten. Zodra ze gaat leggen, verdwijnt die gele kleur langzaam. Blijven snavel en poten erg geel, dan legt die hen waarschijnlijk. Dit was duidelijk te zien bij de onderzochte dieren. Sectie bevestigde dat de betreffende dieren niet produceerden.
Kiezen voor dood of levend pluimvee insturen
Bij pluimvee kan het volgens patholoog Robert Jan Molenaar van Royal GD nodig zijn om levende dieren in te sturen. Bijvoorbeeld om te weten of het koppel leghennen gezond is of dat ze ergens last van hebben waardoor ze minder leggen, maar waar ze niet aan doodgaan. Of je wilt een diagnose stellen in een vroeg stadium van een ziekte. Stuur bij een klacht bij levende dieren dan ook levende dieren in. Op basis van sectie en vervolgonderzoek is dan vaak nog bij te sturen. Bij insturen van een dood dier uit een koppel met darmgezondheidsproblemen is de diagnose de reden waarom die kip is doodgegaan, maar dat hoeft niet de reden te zijn waarom de levende kippen een darmprobleem hebben. Is het hoofdprobleem dat er kippen doodgaan, dan is het juist wel van belang om dode dieren in te sturen. Denk dus goed na bij het kiezen van de dieren voor nader onderzoek. Die selectie is cruciaal voor een correcte diagnose.Bekijk meer over:
Lees ook
Marktprijzen
Meer marktprijzen
Laatste nieuws
Nieuwste video's
Kennispartners
Meest gelezen
Nieuw op MechanisatieMarkt.nl
-
Kuhn GF 8703
Gebruikt, P.O.A.
-
Iseki TM 3267
Nieuw, € 17.550
-
Lely Splendimo 360M (1000rpm)
2018, P.O.A.
-
Pottinger Ploeg Servo 45 M Plus (5) 46 Wc (BV) #26178
Gebruikt, P.O.A.
Vacatures
Projectmedewerker BoerenNetwerk - Zet je in voor natuurinclusieve landbouw!
Wij.land - Abcoude (De Ronde Venen)
Onderzoeksassistent maisteelt
Wageningen University & Research - Lelystad
Docent veehouderij
Landstede MBO - Raalte
Meewerkend bedrijfsleider (m/v) op een modern en ondernemend melkschapenbedrijf
ATT Agro - Den Burg, Texel
Bestuurslid met voorzitterskwaliteiten
Coöperatie Natuurrijk Limburg - NL
Weer
-
Zondag15° / 6°20 %
-
Maandag13° / 9°90 %
-
Dinsdag10° / 7°65 %