Met krachtvoer sturen op 155 gram ruw eiwit per kilo droge stof

Weten wat het streefgetal is voor het ruw eiwitgehalte in krachtvoer, op basis van de bestaande rantsoensituatie, helpt melkveehouders richting een rantsoen van 155 gram per kilo droge stof op bedrijfsniveau. Daarvoor ontwikkelde de pilot Koe en Eiwit twee handige tabellen.

Met+krachtvoer+sturen+op+155+gram+ruw+eiwit+per+kilo+droge+stof
© Verantwoorde Veehouderij

Het ruw eiwitgehalte van het totale bedrijfsrantsoen wordt bepaald door de hoeveelheid en samenstelling van de voedermiddelen in de rantsoenen van de verschillende diergroepen op een bedrijf (jongvee jonger dan een jaar, jongvee ouder dan een jaar, droge koeien en lacterende koeien). Een veehouder kan aan verschillende knoppen draaien om het RE-gehalte in het totale rantsoen te verlagen.

De meest bepalende factoren op bedrijfsniveau (gerangschikt op effect) zijn: de verhouding gras/mais in het ruwvoer, het ruw eiwitgehalte in de grassilage en het ruw eiwitgehalte in het krachtvoer. Het beïnvloeden van deze factoren kan op strategisch niveau via de bedrijfsstructuur en het bouwplan, waarbij het aandeel gras en mais een gevolg is van grondsoort en bouwplan op het bedrijf.

Op tactisch en operationeel niveau gaat het vooral om het bepalen van het gewenste RE gehalte in de grassilage en het daar op aanpassen van bemesting en oogsttijdstip. Het RE gehalte van het krachtvoer is vaak het laatste stuurmiddel, wanneer gras/mais verhouding en het ruw eiwitgehalte in de grassilage al bekend zijn. Onderstaand leggen we uit hoe op eenvoudige wijze een streefgetal is te bepalen voor het RE gehalte in krachtvoer, op basis van een bestaande rantsoensituatie.


Sturen per diergroep

Om 155 g RE op totaal bedrijfsniveau te realiseren, is het nodig om voor de verschillende diergroepen naar een laag RE in het rantsoen te gaan. De eerste tabel laat in een indicatieve berekening zien welke ruw eiwitgehaltes op basis van de dierbehoefte haalbaar zouden moeten zijn én hoe hiermee een rantsoen met 155 gram ruw eiwit per kilo droge stof op bedrijfsniveau bereikt kan worden.

De tweede tabel geeft een indicatie van het ruw eiwitgehalte van het basisvoer op basis van het maisaandeel in het rantsoen en het ruw eiwitgehalte van de grassilage. Het ruw eiwitgehalte van het basisrantsoen kan dan worden afgelezen in de cel die het juiste maisaandeel en RE van grassilage combineert. Dit getal wordt vervolgens gebruikt in de derde tabel.

De derde tabel geeft een indicatie van het ruw eiwitgehalte van het krachtvoer op basis van het ruw eiwitgehalte van het basisvoer en de gemiddelde melkproductie van de veestapel. De kleuren in deze tabel geven aan of een dergelijk krachtvoer makkelijk of moeilijk te maken is of hoe makkelijk het rantsoen nog op DVE en OEB te balanceren is.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
Meer weer