Kosten Rendac lager door energiekosten en positief saldo 2022

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft onlangs de door Rendac gehanteerde destructietarieven vastgesteld, onder meer na overleg met sectorpartijen. Die tarieven worden bepaald op basis van kosten per stop en per dier.

Het tarief per stop betreft de kosten voor het ophalen van kadavers. Sjors Beerendonk, directeur algemene zaken bij Darling Ingredients International waar Rendac onder valt, verwacht dat de totale transportkosten in 2024 met 2 procent stijgen. Dit komt door de hogere personeelskosten en een verdere daling van het aantal stops door een verwachte krimp in het aantal bedrijven.

De transportkosten zullen naar verwachting 2 procent hoger liggen. Dit betekent ook dat het tarief voor een reguliere stop wordt verhoogd van 28,23 euro naar 28,87 euro per stop. Het tarief voor een geplande vatenstop gaat omhoog van 24,12 euro naar 24,76 euro per stop. Na overleg met de sectoren is het verschil tussen een geplande en een reguliere stop op het oorspronkelijke niveau van 4,11 euro gehouden.

Kosten per dier

Na een eerdere daling van de tarieven per dier in 2023 met 42 procent kunnen op basis van de prognoses over 2024 de tarieven per dier voor dit jaar opnieuw met 11 procent dalen. Dit komt door de verwachte lagere energiekosten bij de verwerking en de verrekening van een positief saldo over het jaar 2022.

De afgelopen jaren werden tekorten in het jaarresultaat in het verleden meegenomen bij het bepalen van de tarieven. In 2022 was er sprake van een overschot, wat in de tarieven voor 2024 is verwerkt.

Eindproducten

Overigens gaan ook de opbrengsten van de eindproducten fors omlaag. Diermeel en dierlijk vet worden ingezet als duurzame energiebron. Door een daling van de energieprijzen wordt voor deze producten ook minder betaald.

Met een lagere prijs voor de kosten per dier en een hogere prijs voor de kosten per stop verwacht Rendac dat de totale destructielasten op 2 procent komen.