Grotere praktijktesten met lokale veenalternatieven op de rol

Bij vijf kwekers zijn het afgelopen jaar proeven met veenvrije substraten ingezet als vervolg op de proeven in 2022. Alternatieve veenvrije grondstoffen zijn geanalyseerd om te bekijken welke eigenschappen en nutriënten elk van deze vezels binnen een substraat kan inbrengen. Daarnaast zijn meerdere analyses genomen om te volgen wat er in de substraten gebeurde tijdens de teelt.

Uit de proeven blijkt dat de veenvrije substraten aan het begin van de teelt veel stikstof vastleggen. Daarom is met een kortdurende agastache-teelt een extra proef ingezet, waarbij het effect van extra startmeststoffen werd getest. Deze extra proef bestond uit vier mengsels: een gangbaar mengsel met veen, een veenvrij mengsel met dezelfde meststoffen en twee veenvrije mengsels met extra startmeststoffen.

Vollere, compactere planten

De veenvrije mengsels met extra startmeststoffen zorgden voor planten die voller, groener en compacter waren. 'Deze planten kwamen duidelijk als mooiste uit de bus', is de conclusie tijdens de slotbijeenkomst op 8 december bij Van der Peijl Tuinplanten in het Brabantse Zundert. Naast de vijf deelnemende kwekers waren ook hun potgrondleveranciers, een meststoffenleverancier, het Valorisatielab Reststromen Tuin- en Akkerbouw (Varta), GroeiBalans en Treeport Zundert present.

De algehele conclusie die werd getrokken, is dat door meer startmeststof mee te geven aan het einde van de teelt kan worden bespaard in de meststoffengift. De veenvrije vezels geven namelijk zelf ook weer nutriënten af. Wel geven alle aanwezige partijen aan dat op dit gebied ook nog een slag valt te slaan. Daarom is de ambitie om in 2024 samen met potgrondleveranciers grotere testen op te zetten en te analyseren.

Onderzoek Glastuinbouw Nederland

Stichting Innovatie Glastuinbouw (Sign), een initiatief van brancheorganisatie Glastuinbouw Nederland, heeft ook onderzoek gedaan naar alternatieven voor substraat met veen. 'Voor tomaat zijn organische substraten onderzocht', vertelt Glastuinbouw Nederland-voorzitter Adri Bom-Lemstra in een nieuwe KasTopics. 'Daaruit komen hoopvolle resultaten naar voren.'

Alternatieven die zijn onderzocht, zijn houtvezels en hergebruikt aardbeiensubstraat met kokos of champost. 'Dat soort organische substraten blijkt even goed te presteren als steenwol. Het toevoegen van champost gaf zelfs een betere beworteling. Alleen op het gebied van weerbaarheid zijn nog geen resultaten gemeten', zegt Bom-Lemstra.

De volledige uitkomsten van het onderzoek van Sign worden woensdag 17 januari gepresenteerd in een digitaal symposium.