Overijssel komt met eigen meetmethode voor natuurkwaliteit

Met dit programma wil de provincie kijken hoe de natuur ervoor staat in gebieden waar landbouwgrond of bebouwde grond aanwezig is. De bedoeling is dat dier- en plantensoorten die er leven algemeen voorkomend kunnen blijven of worden. In de methodiek is Overijssel ingedeeld in zeven verschillende landschappen, waaronder zandlandschap en rivierenlandschap. Elk landschap heeft kenmerken als bermen, open water en bloemrijke gebieden.

Door middel van deze methode wordt per vierkante kilometer gekeken in hoeverre deze kenmerken aanwezig zijn. Daarnaast geeft de aanwezigheid van sommige planten en dieren de indicatie dat er goede omstandigheden zijn voor algemene dier- en plantensoorten als de huismus, egel en bruine kikker. Het idee is als deze soorten het goed doen, de andere soorten die daar horen dat ook doen.

Verbeteren biodiversiteit

Het doel van provincie Overijssel is om de natuur in steden, dorpen en het platteland te verbeteren. Op deze manier kunnen volgens de provincie grondeigenaren en beleidsmakers gerichter bezig met het verbeteren van de biodiversiteit. Landbouw- en natuurgedeputeerde Maurits von Martels: 'We willen niet wachten totdat algemene soorten zeldzaam zijn geworden, maar direct iets doen.'

Meerdere gemeenten, provincies en het Rijk zien de Overijsselse methodiek inmiddels als inspirerend voorbeeld om te werken aan de basiskwaliteit natuur, stelt de provincie. De methodiek moet bijdragen aan de Overijsselse doelen die zijn opgesteld in het provinciaal coalitieakkoord van 2023-2027.