Onderzoek naar perspectief veenweide in fieldlab Groene Hart

Hoe ziet de toekomst eruit voor veehouders in het westelijk veenweidegebied? De initiatiefnemers van het fieldlab Groene Hart willen een haalbaar en betaalbaar transitiepad uitwerken naar een duurzame en vitale bedrijfsvoering.

Onderzoek+naar+perspectief+veenweide+in+fieldlab+Groene+Hart
© ANP

De melkveehouderij in de westelijke veenweidegebieden ligt onder vuur. De overheidsdoelen om de uitstoot van stikstof en CO2 te reduceren, kunnen ingrijpende gevolgen hebben voor de sector. Hoe kunnen veehouders zich daarop voorbereiden en welke aanpassingen zijn haalbaar en betaalbaar?

In 2020 is Boeren met Perspectief opgericht. Deze coöperatie van melkveehouders rond de Nieuwkoopse Plassen heeft als doel om een transitiepad uit te werken dat perspectief biedt voor veehouders. Boeren met Perspectief wil daarbij voortbouwen op de resultaten van de Proeftuin Veenweiden, die was gericht op reductie van stikstofemissie.


Samenwerking

De coöperatie wil in het fieldlab Groene Hart deze en andere kennis en ervaring met de transitieopgaven in de veenweiden verder ontwikkelen, samen met partijen zoals LTO Noord, BoerenNatuur, KTC Zegveld, Veenweiden Innovatiecentrum, Wij.land, kennispartners en overheden.

Onze insteek is dat we als melkveehouders zelf de opgaven kunnen realiseren

Cees van der Wel, secretaris Boeren met Perspectief

In maart presenteerde de coöperatie dit idee al samen met de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht aan landbouwminister Piet Adema en Christianne van der Wal voor Natuur en Stikstof. Het Rijk verwacht van de veehouders een bijdrage aan het realiseren van de nationale opgaven op het gebied van natuur, stikstof, klimaat en water.

Het Rijk heeft de nationale opgaven van het Nationaal Programma Landelijk Gebied vertaald naar de provincies, die deze hebben vastgelegd in Provinciale Programma's Landelijk Gebied. Voor het veenweidegebied zijn er opgaven op het gebied van stikstof, broeikasgassen, bodemdaling, water en biodiversiteit.


Alternatief voor minder vee

Boeren met Perspectief wil een alternatief ontwikkelen voor het verkleinen van de veestapel, dat door diverse partijen als oplossing voor alle problemen wordt geopperd. 'Onze insteek is dat we als melkveehouders zelf die opgaven kunnen realiseren', zegt secretaris Cees van der Wel van Boeren met Perspectief. 'We willen zelf aan de slag om te reduceren.'


De melkveehouderij in de westelijke veenweidegebieden ligt onder vuur.
De melkveehouderij in de westelijke veenweidegebieden ligt onder vuur. © Ulco Wesselink

De initiatiefnemers hebben daarvoor begin deze maand een subsidieverzoek ingediend bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ondersteund door aanbevelingsbrieven van de drie provincies en van LTO Noord. Ze vragen eerst om budget voor een ontwerpfieldlab Groene Hart. Daarmee willen ze twintig tot 25 veehouders begeleiden met botsproeven.

'Die zijn om scherper in beeld te krijgen wat er komt kijken bij het begeleiden van de ondernemers in de transitie', legt Paul Rijken van Road Transitiemanagement uit, die de initiatiefnemers begeleidt.


Urgentie

Voor deze eerste groep komen veehouders in aanmerking waarbij nu sprake is van urgentie, omdat ze op korte termijn stappen moeten en willen zetten. De drie provincies hebben toegezegd dat ze voor deze eerste fase geld voorschieten voor het geval de landelijke subsidies te lang op zich laten wachten.

Deze ontwerpfase moet een uitgewerkt ontwerp opleveren voor het grote gebiedsgerichte fieldlab en een subsidieaanvraag voor het besturen en uitvoeren van het fieldlab door een samenwerkingsverband van vijf partijen. Daarin werken Boeren met Perspectief, BoerenNatuur, KTC Zegveld, Veenweiden Innovatiecentrum en Wij.land samen.


Verschillende fasen

Vanwege de urgentie van de opgaven willen de initiatiefnemers niet wachten met opstarten van de volgende fase, totdat de voorgaande fase is afgerond. Via de studiegroepen lopen de verschillende fasen in elkaar over.

De ervaringen van de botsproeven vormen de basis voor de uitvoering van het gebiedsgericht fieldlab, waaraan tweehonderd bedrijven kunnen deelnemen, verspreid over drie provincies: 120 in Zuid-Holland, 50 in Noord-Holland en 30 in Utrecht. Dat is zo'n 10 procent van de melkveehouders in het westelijk veenweidegebied.


Tijdens het ontwerpfieldlab worden veehouders voor deze groep benaderd om deel te nemen aan studiegroepen rond de botsproeven. Veehouders hoeven zich daarvoor nog niet te melden. 'Als de financiën rond zijn, dan weten we de deelnemers wel te vinden', zegt Van der Wel.


Koplopers

De initiatiefnemers hebben al veel koplopers in beeld onder de leden van Boeren met Perspectief, BoerenNatuur, KTC Zegveld en in de netwerken van Wij.land en Veenweiden Innovatiecentrum. Bovendien vindt hierover afstemming plaats met LTO Noord en de drie provincies.

Het is de bedoeling dat rond de groep van tweehonderd deelnemers ook weer studiegroepen worden gevormd, zodat de kennis zich snel kan verspreiden onder veehouders in het hele westelijk veenweidegebied.


Meer dan 50 procent reductie

In de afgelopen jaren zijn goede resultaten gehaald in pilots, waardoor goed in beeld is wat er nog mogelijk is op het gebied van emissiereductie. Daaruit blijkt dat voor zowel voor stikstof en methaan uit mest als voor CO2 uit bodemdaling meer dan 50 procent reductie mogelijk is.

Tegelijk zal een aantal partijen werken aan innovaties in de keten, zoals vergoedingen voor ecosysteemdiensten, carbon credits, stikstofcredits, het Markemodel in de Achterhoek en andere projecten waarbij het nemen van maatregelen vanuit de markt wordt beloond.


Realtime ammoniak meten als eerste stap

Vooruitlopend op het fieldlab Groene Hart is een deelproject begonnen. Daarin wordt onderzocht wat de beste methode is voor het realtime meten van de ammoniakemissie. Dat gebeurt bij melkveehouders rond de Nieuwkoopse Plassen en bij een melkveehouder op Goeree-Overflakkee. Het moet een betrouwbaar systeem opleveren van meten en registreren dat wordt erkend door overheden. Allereerst door de provincies die het bevoegd gezag zijn voor het verlenen van natuurvergunningen. De provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht stellen een commissie van deskundigen in. Die beoordeelt op basis van wetenschappelijke inzichten de emissie die gemiddeld maximaal kan optreden bij een specifiek maatregelenpakket. Voor dat maatregelenpakket wordt een stoffenbalans opgesteld. Dat is een berekening van de aan- en afvoer op een bedrijf en wat dan de verliezen zijn; dat is de emissie. Met realtime meten wordt gecheckt of de berekende waarden in de stoffenbalans kloppen. Deze combinatie biedt het best mogelijke inzicht in de emissie, zodat de maatregelenpakketten ook juridisch kunnen worden geborgd. Belangrijke onderwerpen in het fieldlab zijn het eigenaarschap en beheer van data. Volgens secretaris Cees van der Wel van Boeren met Perspectief is een voordeel van realtime meten dat veehouders en onderzoekers gelijk kunnen zien wat de effecten zijn van aanpassingen die veehouders doen. Er komt snel informatie beschikbaar die veehouders kunnen gebruiken om het management te optimaliseren op hun bedrijf. Andere veehouders kijken mee via studiegroepen.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
  • Woensdag
    9° / 6°
    85 %
Meer weer