5 vragen over schade door eierkartels

5 vragen Pluimvee John Lamers 24 jul 2023 om 15:30uur

Pluimveehouders hebben minimaal 21 tot 92 miljoen euro schade geleden door twee eierkartels. Dat bleek tijdens een webinar van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP en de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders. Damiën Berkhout van advocatenkantoor Lindenbaum vertelde hoe pluimveehouders de geleden schade vergoed kunnen krijgen.

Welke eierkartels waren er?

De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft vastgesteld dat er sprake was van hardcore kartelvorming met zowel prijsafspraken als verdeling van de leveranciers. Het eerste kartel liep van 13 april 2015 tot en met 22 augustus 2016 tussen Wulro en Interovo. Het tweede kartel liep van 1 maart 2016 tot en met 1 augustus 2019 tussen Wulro en Global.

Wie hebben schade geleden?

De pluimveehouders die in de genoemde periode eieren leverden aan Global, Interovo en Wulro leden directe schade die door expertisebureau SEO is berekend op minimaal 21 miljoen tot 92 miljoen euro.

• Lees ook: Schade eierkartel minimaal tussen de 21 en 92 miljoen euro

Economen gaan ervan uit dat de geleden schade nog hoger is en alle andere pluimveehouders schade hebben geleden omdat de door de eierkartels kunstmatig laag gehouden prijzen ook alle prijzen voor industrie- en tafeleieren in de genoemde periode hebben beïnvloed. Dat geldt niet alleen bij afzet in Nederland, maar ook in België en Duitsland.

Waarom is een stichting opgericht?

Door de belangen van de pluimveehouders onder te brengen in een stichting kunnen de pluimveehouders gezamenlijk optreden en dat maakt de zaak sterker. Pluimveehouders nemen gedurende een groot deel van de procedure anoniem deel. Naam en toenaam zijn bekend bij de stichting, maar niet bij de eierhandelaren. Pas op het moment dat de er een schikking is of dat er na een gerechtelijke procedure schade wordt uitgekeerd, worden gegevens bekend.

Waarom een externe financier?

De externe financier betaalt alle kosten van de procedure. Die kosten kunnen hoog oplopen, zeker als de eierhandelaren proberen om de procedure te rekken. Is er tussentijds extra geld nodig, dan bekostigt de externe financier dat. Pluimveehouders zullen aan het eind 20 tot 30 procent van hun vergoeding aan de externe financier moeten betalen.

Hoe nu verder?

Iedere pluimveehouder die in de genoemde periode eieren heeft geleverd, al dan niet aan de eierhandelaren van het kartel, kan zich vrijblijvend aanmelden voor deelname aan de stichting. Na aanmelding onderzoekt Lindenbaum of de pluimveehouder in aanmerking kan komen voor schadevergoeding. Daarna volgt de vraag om definitief deel te nemen. Omdat de ACM heeft aangegeven dat er sprake is van hardcore kartels, is er juridisch een sterke zaak en is de kans dat er geen schadevergoeding wordt uitgekeerd vrijwel nihil.