Weidegang melkkoeien neemt nog steeds toe

In 2010 lag het aantal melkveebedrijven dat beweiding toepaste op 84 procent. Het aantal dieren met weidegang was toen 74 procent. In 2015 was het aandeel bedrijven met weidegang gedaald naar 76 procent en het aantal dieren met weidegang naar 65 procent. Sindsdien is het aandeel weidegang en ook het aantal dieren dat weidegang krijgt weer aan het stijgen.

Het aantal uren weidegang daalt gemiddeld genomen wel licht. In 2019 zijn hiervan de eerste cijfers bekend. Toen stond het totaal aantal gemiddeld op 1.390 uur, in 2020 was dit 1.333 uur en in 2021 1.302 uur. Het komt door een lichte daling van het aantal weidedagen van 160 in 2019 naar 158 in 2020 naar 156 in 2021. Daarnaast daalt het aandeel bedrijven met volledige weidegang en zijn er meer bedrijven die beperkt weiden.

Grootste stijging

Op de bedrijven met meer dan 200 grootvee-eenheden (GVE) is het aandeel weidegang het meest gestegen. In 2010 paste 53 procent van de bedrijven weidegang toe en kwam 40 procent van de koeien in de weide. In 2015 was dit gedaald naar respectievelijk 43 procent van de bedrijven en 35 procent van de melkkoeien. Daarna liep het aandeel weidegang weer op. In 2021 past 65 procent van de bedrijven boven de 200 GVE weidegang toe en loopt 56 procent van de koeien in de weide.

Ook bij bedrijven met 150-200 GVE is er sprake van een flinke vooruitgang in het aandeel bedrijven dat de koeien weidt. In 2015 lag het aandeel bedrijven met weidegang op 57 procent en het aandeel koeien met weidegang op 51. in 2021 is het aandeel bedrijven met weidegang 77 procent en het aandeel koeien met weidegang 75 procent.

Bij de bedrijven met 100-150 GVE stijgt het aandeel weidegang ten opzichte van 2015 ook nog behoorlijk. In 2015 paste 66 procent van de bedrijven weidegang toe, in 2021 was dit 83 procent. Het aandeel koeien met weidegang steeg van 63 naar 81 procent.

Weidegang op klein bedrijf

Op de bedrijven met 50-100 GVE is de vooruitgang kleiner. Die bedrijven pasten echter altijd al veel weidegang toe. In 2015 was dit 81 procent van de bedrijven met 79 procent van de koeien. In 2021 past 89 procent van de bedrijven met 88 procent van de koeien weidegang toe.

Van de bedrijven met minder dan 50 GVE deed in 2015 92 procent aan weidegang en was dit 92 procent van de koeien. In 2021 daalde het aantal bedrijven met weidegang licht naar 91 procent van de bedrijven, maar steeg het aandeel koeien met weidegang naar 94 procent.

Jongvee dag en nacht buiten

Als melkveebedrijven het jongvee weiden, gebeurt dat altijd dag en nacht. Het aantal bedrijven en het aandeel jongvee dat in de weide komt, is vrijwel stabiel. Gemiddeld genomen past in 2021 38 procent van de bedrijven weidegang toe bij jongvee onder de één jaar en gaat het om 33 procent van het jongvee. Bij jongvee ouder dan één jaar past 63 procent van de bedrijven jongvee toe en is dit 60 procent van het jongvee.

Kleinere bedrijven passen meer beweiding toe bij het jongvee dan grotere bedrijven. Van de bedrijven met minder dan 50 GVE gebruikt 56 procent weidegang bij het jongvee tot één jaar en 74 procent bij het oudere jongvee.Bij bedrijven met meer dan 200 GVE is het aandeel bij jongvee tot één jaar 24 procent en bij het jongvee boven de één jaar is dat 50 procent.