Melkveehouders kiezen na vier jaar weiden weer voor opstallen

De melkveehouders deden tot april 2019 al twintig jaar niet meer aan weidegang. Inmiddels hebben ze er vier weideseizoenen op zitten en besluiten de koeien toch weer jaarrond op te stallen. De Koeien en Kansen-deelnemers ervaren namelijk dat het lastiger is om hun koeien scherp op de norm te voeren. Maurice van Erp heeft graag controle op de veestapel en het op het rantsoen van zijn koeien, maar het weiden maakt dit niet eenvoudig.

De samenstelling van het verse gras wisselt en ook de opname van vers gras fluctueert bij weidegang. Dat gaat soms ten koste van de melkproductie en de efficiëntie. Toen het echtpaar vier jaar geleden weer begon met weiden, was het de bedoeling om het gras juist beter te benutten en daardoor meer vers gras in de koeien te krijgen. 'Helaas viel het verwachte resultaat tegen', zegt Van Erp. 'De efficiëntie ging juist omlaag.'

Extra arbeid

Daarnaast merkt de veehouder dat het weiden van de koeien behoorlijk wat extra arbeid vraagt. Denk aan het afrasteren van percelen en het naar buiten en binnen doen van de koeien. Maar ook het schoonmaaien van weidepercelen en de variatie in bemesten tussen maai- en weidepercelen vragen extra aandacht en tijd. 'Arbeid is bij ons een beperkte factor en daardoor belangrijk in de afweging om niet meer te weiden.'
Verder speelt de afbouw en uiteindelijke afschaffing van derogatie ook een rol. De benutting van mest is alleen nog maar belangrijker geworden. Zonder weidegang kan Van Erp dit beter realiseren.

De weidepremie heeft het stel dan ook altijd gezien als een vergoeding voor extra arbeid en voor de aanpassingen die ze deden binnen hun bedrijfsvoering. Onder aan de streep leidt de premie bij hen echter niet tot een beduidend hoger saldo.
Om een eventuele stap naar weer weiden in de toekomst open te houden, blijven de veehouders het jongvee wel weiden.