WUR-onderzoeker: 50 procent minder fijnstof kan bij pluimvee

Niet alleen nieuwe, maar ook bestaande pluimveestallen in intensieve gebieden moeten door de aanscherping van de uitstootnormen 50 procent fijnstof reduceren. Volgens WUR-onderzoeker Hilko Ellen is die reductie haalbaar.

WUR%2Donderzoeker%3A+50+procent+minder+fijnstof+kan+bij+pluimvee
© Marcel Berendsen

De plannen voor de aanscherping van de uitstootnormen van fijnstof in pluimveestallen zitten in de voorbereidingsfase. Staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat heeft haar plannen, die in hoofdlijnen overgenomen zijn van sectororganisaties, aan de Tweede Kamer voorgelegd.

In de plannen is een fijnstofreductie van 50 procent voor nieuwe en bestaande stallen in intensieve gebieden opgenomen. Buiten deze gebieden moet volgens het voorstel een reductie van 30 procent worden gerealiseerd.

Er zijn verschillende technieken waarmee fijnstof in pluimveestallen wordt gereduceerd. 'Een paar technieken verlagen de fijnstofuitstoot al met 50 procent of meer. Dat zijn onder andere systemen die werken op basis van ionisatie met prikkeldraad en een aantal luchtwastechnieken', weet onderzoeker Hilko Ellen van Wageningen University & Research (WUR).

Reductietechniek van fijnstof moet passen bij pluimveehouder en bedrijf

Hilko Ellen, onderzoeker Wageningen University & Research

Daarnaast is er een aantal reductietechnieken die goed met elkaar zijn te combineren als ze opzichzelfstaand nog geen reductie van 50 procent behalen. 'Er zijn technieken die fijnstof in de stal tegengaan en technieken die het fijnstof eruit halen op het moment dat de lucht de stal verlaat. Door deze technieken te combineren, wordt het fijnstof dus op meerdere manieren gereduceerd.'

Niet elke reductietechniek kan in elke bestaande stal worden toegepast. Zo zijn er technieken die alleen in vleeskuikenstallen mogelijk zijn, zoals negatieve ionisatie. Bij deze techniek wordt prikkeldraad in de stal aangebracht. Deze draden worden op een negatieve hoogspanning gezet. Rondom de prikkeldraden wordt het fijnstof geïoniseerd, waardoor het blijft plakken aan de geaarde oppervlakten in de stal. Dit aangeplakte stof wordt bij de reiniging van de stal verwijderd, waardoor het fijnstof met 52 procent wordt gereduceerd.

De reductie neemt echter af als de dieren ouder worden. De kosten van deze techniek zijn relatief laag en uiten zich in een kleine verhoging van het elektriciteitsverbruik. Een nadeel is het mogelijk toenemende risico op stalbrand. Daarom zijn verschillende voorwaarden opgesteld voor het gebruik van deze techniek.


Doorontwikkelde warmtewisselaar

Een van de technieken die voor alle pluimveesoorten en -categorieën toepasbaar is, is de luchtconditioneringsunit: een doorontwikkelde warmtewisselaar. Het fijnstof blijft in de unit achter in het condensatievocht en hecht aan de wanden, waardoor fijnstof met 80 procent wordt gereduceerd. De techniek vraagt wel meer aanpassingen aan de stal en het ventilatiesysteem, wat kosten met zich meebrengt.

De gebruikskosten van het systeem zelf beperken zich tot een kleine verhoging van het energieverbruik en arbeidskosten voor het schoonmaken van de luchtconditioneringsunit. Een voordeel is dat de maximale ventilatiebehoefte lager is door de koelende werking, waardoor het ook effect kan hebben op de ammoniakemissie en geur.


Naast deze technieken is er nog een lange lijst met andere reductietechnieken, zoals een biofilter, strooiselschuif en mestdroogsysteem. 'We willen ervoor zorgen dat er zoveel mogelijk technieken komen, zodat pluimveehouders een brede keuze hebben', licht Ellen toe.

Daarom vinden er nog onderzoeken plaats naar andere mogelijkheden. 'Er komt in ieder geval nog een techniek bij. Het concept van het meetrapport is nu klaar en de resultaten zijn positief. We hopen dat deze techniek dit jaar wordt opgenomen in de lijst', vertelt de WUR-onderzoeker.

Daarnaast wordt het reductiepercentage van verschillende technieken waarschijnlijk nog verhoogd. 'Bij drie technieken hebben we maar op één locatie onderzoek uitgevoerd. We zijn nu bezig met het meten op een tweede locatie. Het reductiepercentage kan hoger of lager uitvallen, maar ik verwacht dat de resultaten positief zijn', stelt Ellen. Het gaat hierbij om negatieve ionisatie, positieve ionisatie met koolstofborsteltjes en positieve ionisatie met ionisatieunits.


Stabiel reductiepercentage

Het reductiepercentage kan volgens Ellen eigenlijk niet door andere factoren worden beïnvloed. 'Alleen bij technieken die echt brongericht zijn, zoals een strooiselschuif, kan het reductiepercentage afhangen van de kwaliteit van het strooisel. Bij zulke brongerichte technieken hebben we dit percentage daarom lager bijgesteld.'

De concentratie in de stallucht lijkt ook geen invloed te hebben op de reductie van stikstof. 'In onze onderzoeken bleef het reductiepercentage redelijk constant, ondanks hogere of lagere concentraties.'


Belangrijkste afweging

Het belangrijkste bij de keuze voor de reductietechniek vindt Ellen niet het hoogste reductiepercentage of de prijs, maar de mate waarin de techniek in de stal en bij de toekomst past. 'Het is aan de pluimveehouders om goed te kijken wat bij hun stal, locatie, management en werkwijze past', geeft de WUR-onderzoeker aan.

Ellen kan dan ook niet zeggen welke reductietechniek het beste is. Wel kan hij met zekerheid stellen dat een reductie van 50 procent in de praktijk goed haalbaar is.


Rekentool biedt helpende hand

De fijnstofuitstoot van pluimveestallen kan met verschillende technieken worden gereduceerd. Een aantal technieken komt niet boven een fijnstofreductie van 50 procent uit en haalt daarmee niet de nieuwe uitstootnormen voor pluimveestallen in intensieve gebieden. Om deze technieken toch te kunnen gebruiken, is het combineren ervan een geschikte oplossing. Om te bepalen welke combinatie van reductietechnieken het meest geschikt is voor een bepaalde stal, heeft Infomil – het kenniscentrum van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat – het rekenmodel Vee-combistof ontwikkeld. In dit gratis te downloaden Excelbestand is het reductiepercentage voor fijnstof van gecombineerde technieken te berekenen. Er is een rekenmodel voor (opfok)leghennen, (opfok)vleeskuikenouderdieren, vleeskuikens, vleeskalkoenen en vleeseenden.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
  • Woensdag
    9° / 6°
    85 %
Meer weer