Hoe zorg je dat grasonderzaai geen flop wordt?

Boeren die mais telen en na 1 oktober een vanggewas moeten inzaaien, kunnen ook eens denken aan grasonderzaai. Het graszaad wordt tegelijk gezaaid met de mais, of daarna. Maar helaas gaat de onderzaai nog weleens mis. Hoe kun je dat voorkomen?

Hoe+zorg+je+dat+grasonderzaai+geen+flop+wordt%3F
© Fotografie Twan Wiermans

Een vanggewas na mais was al verplicht op zand en lössgrond. Maar vanaf dit jaar moeten ook melkveehouders in de nieuwe 'verontreinigde gebieden' ermee aan de slag. De bedoeling van een verplicht vanggewas is dat het letterlijk stikstof vangt, waardoor dit dus niet in het grondwater terechtkomt.

Ook voor boeren voor wie de verplichting niet geldt, kan een vanggewas interessant zijn. 'Wanneer het slaagt, levert het namelijk veel organisch stof', zegt onderzoeker Jos Groten van Wageningen University & Research (WUR). 'Daarom praat ik ook liever over groenbemester.'

Pijnpunt bij het verplichte vanggewas is dat het voor 1 oktober de grond in moet. Maar wat als de mais vaak later wordt geoogst? Dan kan grasonderzaai uitkomst bieden. De veehouders hebben dan twee opties. Bijvoorbeeld via directzaai, waarbij het gras tegelijk wordt ingezaaid met gras. Of ze zaaien het gras op een later moment als de maisplant al is opgekomen, rond het vijfde bladstadium.


Te weinig of te veel gras

Toch gaat grasonderzaai best vaak mis. Volgens Groten kan er na de maisoogst te weinig gras op het land staan. Of er groeit gedurende het seizoen juist te veel gras, waardoor het de mais beconcurreert. 'Dit laatste zie je vaak bij directinzaai.'

Volgens de WUR-onderzoeker is de kans op mislukking het grootst als het gras wordt ingezaaid terwijl de maisplant al op het land staat. Ook is het soms lastig om het gras op het juiste moment onder te zaaien. 'Rond het vijfde bladstadium groeit mais ook vaak erg snel, de grasonderzaai gebeurt dan weleens te laat. Daardoor zijn maisplanten vrij lang en kunnen ze omknakken door de machines.'

Groten adviseert om vooraf een goed plan te maken voor onderzaai. Daarbij horen onderwerpen als inzaaimoment, hoeveelheid graszaad, onkruidbestrijding, maisrassenkeuze en eventueel het oogstmoment. 'Denk er niet te makkelijk over.'


'Bespaar niet op zaaizaad'

Is de grasgroei na de maisoogst erg mager, dan kan dat volgens Groten liggen aan de hoeveelheid zaaizaad. 'Bespaar daar niet op.' Ook door de onkruidbestrijding gaat het vaak mis. De dosering van het grassenmiddel in de onkruidbestrijdingsmix mag niet te hoog zijn. 'Maar geef je bij directzaai, waar vaak rietzwenkgras wordt gebruikt, een te lichte bespuiting, dan wordt het gras weer te weinig geremd. Kies dus de juiste dosering.'

Groten tipt ook om bij directzaai te kiezen voor een maisras met een snelle grondbedekking, zodat het gras zich niet te veel ontwikkelt.

Bij onderzaai rond het vijfde bladstadium is het zinvol om voor kortere mais te gaan of een open maisras. Daardoor krijgt gras voldoende zonlicht en handhaaft het zich beter onder mais. 'Ook zijn er rassen, vaak vroege, die aan het eind van het groeiseizoen hun blad wat laten hangen en meer licht doorlaten', stelt de WUR-onderzoeker.

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Maandag
    12° / 11°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    15 %
  • Woensdag
    9° / 5°
    95 %
Meer weer