Vanaf woensdag gelden deze vier mestmaatregelen

De maatregelen die woensdag ingaan, zijn het verruimen van de uitrijdperiode strorijke mest, verkorten uitrijdperiode drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib, verplichte gewasrotatie met rustgewassen op zand- en lössgronden en de stimuleringsmaatregel organische stofrijke (OS) meststoffen.

De stimuleringsmaatregel OS-rijke meststoffen zorgt ervoor dat deze bij de berekening voor de fosfaatgebruiksnorm meetellen voor 25 en 75 procent. De Kamer wilde een generieke vrijstelling van 50 procent voor organische stofrijke producten, maar dat verzoek kan op basis van de derogatierichtlijn niet worden ingewilligd, schrijft landbouwminister Piet Adema aan de Tweede Kamer.

Verruiming uitrijperiode

De verruiming uitrijdperiode strorijke mest verschilt per grondsoort. Voor grasland en bouwland op zand- en lössgronden wordt de uitrijdperiode van vaste strorijke mest met een maand vervroegd. Er mag al vanaf 1 januari (in plaats van 1 februari) tot 1 september vaste strorijke mest worden uitgereden. Onder vaste strorijke mest wordt verstaan: vaste mest waarin zichtbaar een substantiële hoeveelheid stro aanwezig is.

De uitrijdperiode drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib op bouwland wordt met een maand ingekort: vanaf 16 maart (in plaats van 16 februari) tot 1 augustus. Voor de ontwikkeling van bepaalde gewassen, zoals aardappelen, bloemkool, boerenkool, broccoli en granen, is het nodig dat eerder mest kan worden uitgereden. Daarom worden deze 'gewassen vroege teelten' uitgezonderd van de kortere uitrijdperiode. De betreffende percelen moeten wel vooraf bij RVO worden aangemeld.

Verplichte rotatie

De verplichte rotatie met rustgewas geldt voor eens in de vier jaar op alle percelen landbouwgrond op zand- en lössgronden. Deze zogenoemde 1:4 rotatie rustgewassen kan zowel op perceelsniveau door de jaren heen, als door middel van strokenteelt op een perceel binnen een jaar worden toegepast en geldt ook bij graasdierhouders. Er gelden twee uitzonderingen voor teelten die langer dan vier jaar op een perceel staan en voor biologische teelten.