Drie nieuwe regels mestuitrijden gaan onmiddellijk in

De veranderingen zijn onderdeel van het zevende actieprogramma nitraatrichtlijn die geldt van 2022 tot 2025. De maatregelen zijn nodig om direct bij te dragen aan het verminderen van de nitraatuitspoeling, ze dragen bij aan de bodemkwaliteit en het stimuleren van de bovengrondse biodiversiteit van insecten en weidevogels. Adema meldt dat er nog meer aanpassingen zullen komen onder andere met betrekking tot vanggewassen.

Strorijke mest uitrijden eerder

De uitrijperiode van vaste strorijke mest op gras- en bouwland op zand- en lössgronden is vervroegd naar 1 januari. De einddatum van 1 september is niet gewijzigd omdat hiermee de kans op uitspoeling van stikstof en andere nutriënten groter wordt. De vaste strorijke mest heeft een positief effect op de bodemkwaliteit en kan de insectenbeschikbaarheid voor weidevogels stimuleren.

Pas vanaf 16 maart op bouwland

Met ingang van dit jaar mag drijfmest of vloeibaar zuiveringsslib op bouwland pas vanaf 16 maart worden uitgereden. De bemesting vindt nu korte op de inzaai plaats en dat moet tussentijdse uitspoeling of afspoeling naar grond- en oppervlaktewater verminderen met een positief effect op de waterkwaliteit.

Voor een aantal gewassen zoals boerenkool, aardappelen, granen, broccoli en bloembollen is bemesting van 16 februari tot en met 15 maart wel toegestaan.

Vooraf melden

Boeren die een vroege teelt willen bemesten moeten dat melden bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dat kan door in de 'Mijn percelen'-applicatie uiterlijk de dag voordat bemest gaat worden aan te geven dat er een vroege teelt op het perceel komt te staan. Dat zal volgens een woordvoerder van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geen probleem zijn omdat veel boeren voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) begin dit jaar al zullen aangeven wat er geteeld gaat worden.

Verplicht vierjaarlijks rustgewas

Op zand- en lössgronden is een 1 op 4 rotatie met rustgewassen verplicht. Dit geldt ook voor grond waar veehouders maís telen. Dit kan op perceelsniveau door de jaren heen, maar ook per perceel door strokenteelt. Enige uitzondering op de regel geldt voor langjarige teelt van fruit en voor biologische bedrijven.

De minister erkend dat de maatregel voor akkerbouwers met intensieve bouwplannen, zoals gespecialiseerde zetmeelaardappelbedrijven) finaniciële consequenties kan hebben. Voor vollegrondsgroenteteelt valt het volgens hem mee.