Met juiste strategie is chitwoodi beheersbaar

Voor de beheersing van Meloidogyne chitwoodi (M. chitwoodi) in aardappelen is het van belang dat de beginbesmetting zo laag mogelijk is. 'Als telers in hun rotatie verstandige dingen doen, dan is ook met chitwoodi de teelt van pootgoed goed mogelijk', concludeert Peter Boutkan, namens handelshuis Agrico lid van de stuurgroep voor het Plan van Aanpak Mcf (M. chitwoodi en M. fallax).

Met+juiste+strategie+is+chitwoodi+beheersbaar
© NAK

Samen met de voorzitter van de stuurgroep en LTO-bestuurder Klaas Schenk gaf Boutkan eerder deze week tijdens de Pootaardappeldag in het Flevolandse Emmeloord een toelichting op de resultaten en bevindingen van het Plan van Aanpak Mcf. Bij het begin van hun inleiding noemden zij het een feit dat chitwoodi meer voorkomt dan de sector wil weten en tegelijk een fabeltje als pootgoedtelers stellen dat ze geen chitwoodi hebben en het ook nooit zullen krijgen.

Van wortelknobbelaaltjes – M. chitwoodi, M. fallax, M. naasi en M. hapla – is bekend dat ze op meerdere plantensoorten voorkomen en zich daarop snel kunnen vermeerderen. In tegenstelling tot cysteaaltjes verhongeren deze aaltjes zonder waardplant en dus is zwarte braak of de teelt van een niet-waardgewas een effectieve maatregel voor versnelde afbraak van een populatie.


Bom onder pootgoedteelt

Volgens Boutkan en Schenk werd de Nederlandse pootgoedsector 25 jaar geleden voor het eerst opgeschrikt door vondsten van chitwoodi. 'Vooral in de Wieringermeer en een paar jaar later op Texel legde dit toen een bom onder pootgoedteelt', herinnert Schenk zich. Zowel M. chitwoodi als M. fallax zijn quarantaineorganismen. Dat houdt in dat voor vermeerderingsmateriaal een nultolerantie geldt.

Naast het feit dat vooral chitwoodi meer voorkomt dan verondersteld, is het volgens Boutkan een feit dat een besmetting lastig is aan te tonen. 'Op een besmet perceel zijn de aaltjes moeilijk te vinden. Aan de ene kant is dat een voordeel vanwege de quarantainestatus. Maar het zorgt er ook voor dat het beeld van de werkelijke verspreiding van de problemen troebel is en dat er nog steeds een taboesfeer heerst rond vooral chitwoodi.'

Het is een fabeltje als pootgoedtelers stellen dat ze nooit last zullen krijgen van chitwoodi

Peter Boutkan, lid van het Plan van Aanpak Mcf

Het Plan van Aanpak Mcf is in 2018 opgestart met als doel de verspreiding van de probleemaaltjes tegengaan en ervoor zorgen dat de teelt van pootgoed in Nederland mogelijk blijft. In het kader van het plan is onderzoek uitgevoerd. 'Dat heeft geleid tot meer kennis in de sector en ook meer bewustwording in de hele pootgoedketen', stelt Schenk. De activiteiten zijn gefinancierd met gelabeld geld voor de pootgoedteelt vanuit het voormalige Productschap Akkerbouw.


Gewasrotatie

Belangrijk onderdeel van het Plan van Aanpak Mcf is het onderzoek aan waardplanten voor chitwoodi en fallax. Duidelijk is dat de gewasrotatie een belangrijke rol speelt bij de beheersing van de aaltjes en ook dat de aaltjes op veel gewassen kunnen overleven. In het onderzoek van Wageningen University & Research en HLB is voor verschillende gewassen gekeken naar de maximale vermeerdering van de aaltjes en naar de maximale eindbesmetting. Het was al bekend dat aardappelen, Italiaans raaigras en Japanse haver de belangrijkste waardplanten zijn en ook dat groenbemesters er vaak voor zorgen dat de aaltjes de winter overleven.

Na onderzoek in het Limburgse Vredepeel is voor M. chitwoodi het bekende aaltjesschema op een aantal plaatsen aangepast, meldt Boutkan. Zo worden uien nu aangemerkt als een matige tot goede waard vanwege de hogere eindbesmettingen en is vastgesteld dat er kleine rasverschillen zijn. Ook op vatbare suikerbieten kan chitwoodi de besmetting goed in stand houden, maar zijn de rasverschillen groot. Verder toont het onderzoek aan dat luzerne een slechte tot goede waard kan zijn en dat telers daarin kunnen sturen met hun rassenkeuze.


Nog meer waardplanten

Een vergelijkbaar onderzoek is in het Flevolandse Dronten uitgevoerd voor M. fallax. Daaruit blijkt dat dit probleemaaltje meer waardplanten heeft dan tot dusver bekend. Belangrijke bevinding is dat zomertarwe meer vermeerdering geeft dan zomergerst. Verder is ook voor fallax het aaltjesschema aangepast voor zaaiuien, maar hier wel met de opmerking dat de rasverschillen bij dit aaltje groter zijn. Suikerbieten, witlof en cichorei blijken matige vermeerderaars van fallax en voor bladrammenas geldt net als bij chitwoodi dat de variëteit Terranova een hoge resistentie heeft.

Belangrijk resultaat vanuit het Plan van Aanpak Mcf is de officiële erkenning van inundatie als een effectieve maatregel tegen M. chitwoodi en M. fallax. De werking is vergelijkbaar met de werking tegen aardappelmoeheid. 'Dat is een mooi succes', vindt Schenk. 'In de proef is meteen ook bepaald dat voor een optimale werking het land minimaal twaalf weken onder water moet staan bij dagtemperaturen van 15 graden Celsius of meer.'


Verplicht bemonsteren

Schenk legt uit dat na inundatie de eerste teelt van aardappelen nog verplicht wordt bemonsterd op chitwoodi door de NAK. Als de keuringsdienst geen besmetting vindt, dan verliest het betreffende perceel zijn risicostatus en vervalt de plicht voor onderzoek in een daaropvolgende aardappelteelt.


De introductie van suikerbietenrassen die resistent zijn tegen chitwoodi ziet Schenk ook als een positieve ontwikkeling. Hij zegt dat in onderzoek is aangetoond dat het resistentieniveau van de rassen, zoals Redukto van SESVanderHave, hoog is en dat de resistentie zowel werkt tegen M. chitwoodi als tegen M. fallax. 'Het lijkt erop dat het effect van de teelt van resistente bieten vergelijkbaar is met zwarte braak. Dus misschien is dit voor een deel een oplossing voor gebieden waar inundatie geen optie is.'


Afsluitend jaar

Voor het Plan van Aanpak Mcf is 2023 het afsluitende jaar. Boutkan en Schenk melden dat er nog enkele onderzoeken plaatsvinden. HLB houdt zich onder meer bezig met de invloed van verschillende grondsoorten op de mate van overleving van de aaltjes. Ook wordt gezocht naar een eenvoudige toetsmethode om resistentie in suikerbieten vast te stellen. Verder is er aandacht voor de gevolgen van inundatie voor de bodemkwaliteit.

Alle bevindingen die het Plan van Aanpak Mcf in vijf jaar tijd heeft opgeleverd, worden gebundeld in een speciale informatiebrochure. Boutkan: 'Het is van belang om de feiten en fabels over deze belangrijke aaltjes goed te onderscheiden en om de praktijk te kunnen informeren over de opbouw en ook versnelde afbraak van populaties. Want uiteindelijk zijn we van mening dat met de juiste strategie ook problemen met M. chitwoodi en M. fallax goed beheersbaar zijn.'

Bekijk meer over:

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Zondag
    15° / 6°
    20 %
  • Maandag
    13° / 9°
    90 %
  • Dinsdag
    10° / 7°
    65 %
Meer weer