Aantal vogelgriepgevallen bij pluimvee en watervogels neemt toe

De organisaties vermoeden dat de toename van vogelgriep onder pluimvee een direct gevolg is van de stijging van vogelgriep bij watervogels. Onder zeevogels daalde het aantal besmettingen juist.

De organisaties spreken in hun rapportage van een aanhoudende vogelgriepepidemie, de grootste die ooit in Europa is waargenomen. In het eerste jaar van de epidemie dat liep van oktober 2021 tot september 2022, werden 2.520 vogelgriepuitbraken bij pluimvee, 227 bij gehouden vogels en 3.867 gevallen bij wilde vogels gemeld in 37 Europese landen. Ongeveer 50 miljoen vogels werden geruimd in getroffen pluimveebedrijven.

Ongebruikelijke situatie

Efsa, ECDC en EURL spreken van een ongebruikelijke situatie dat de vogelgriepbesmettingen aanhielden tijdens de zomerperiode van 2022. Voor het eerst was er geen duidelijke scheiding tussen het einde van het eerste jaar van de vogelgriep en het begin van het nieuwe vogelgriepseizoen dat begin oktober begon. Het risico op besmetting bij mensen wordt als laag ingeschat en laag tot gemiddeld voor mensen die beroepsmatig met pluimvee werken.

Op verzoek van de Europese Commissie beoordeelt de Efsa de beschikbaarheid van vaccins tegen vogelgriep voor pluimvee. De organisatie zal verder voorstellen doen voor mogelijke vaccinatiestrategieën. Het resultaat van dit werk, waaraan ook het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) en EURL bijdragen, zal in de tweede helft van 2023 beschikbaar zijn.