Wout en Corné Lugtenburg: 'Niet-kerende grondbewerking vraagt meer vakmanschap'

Het akkerbouwbedrijf van familie Lugtenburg in het Zuid-Hollandse Geervliet past sinds vijf jaar niet-kerende grondbewerking toe en houdt vanaf die tijd vast aan een bouwplan van 1-op-5. Zowel de ondernemers als de bodem moesten wennen aan deze nieuwe manier van werken.

Wout+en+Corn%C3%A9+Lugtenburg%3A+%27Niet%2Dkerende+grondbewerking+vraagt+meer+vakmanschap%27
© Job Hiddink

Onder de rook van Rotterdam ligt op het eiland Voorne-Putten het akkerbouwbedrijf van familie Lugtenburg. Het van oorsprong gemengde bedrijf in Geervliet wordt sinds 1996 gerund door Wout (59) en Anneke (55) Lugtenburg. Toen Nieuwe Oogst eind oktober met het echtpaar sprak, traden ook zoon Corné (27) en Rosanne (29) als zesde generatie toe in de vof.

Net als zijn vader, vindt ook zoon Lugtenburg als nieuwe generatie de bodem een belangrijke bouwsteen in de bedrijfsvoering. De ondernemers laten de traditionele ploeg staan en voeren de hoofdgrondbewerking uit met een cultivator. Dat gebeurt in combinatie met een rotorkopeg of ze koppelen een ecoploeg achter de trekker.


Tip Bodemscheurkalender

‘We zien dat het bodemleven de rol van het ploegen overpakt’, constateert Corné Lugtenburg. ‘Minder bewerken gaat uiteindelijk meer opleveren, maar daar heb je geduld voor nodig.’ Zijn vader bevestigt dat met zijn tip op de Bodemscheurkalender. ‘Verwacht niet direct resultaat als je start met niet-kerende grondbewerking of minimale grondbewerking. De bodem moet wennen aan je nieuwe manier van werken.’

Minder bewerken gaat uiteindelijk meer oogst opleveren, maar daar heb je geduld voor nodig

Corné Lugtenburg, akkerbouwer in Geervliet

De Bodemscheurkalender verschijnt eind november en valt dan onder meer bij negenduizend akkerbouwers in de brievenbus. Diverse partijen riepen dit voorjaar op tips aan te dragen voor de kalender. De oproep resulteerde in tientallen reacties, die deels in de kalender komen.


Takkencompost.
Takkencompost. © Job Hiddink

De tip van Wout Lugtenburg is er daar een van. ‘Een mooie bevestiging van onze aanpak met bodembeheer. De kalendertip zegt alles: je voert een verandering door in je bedrijf en dan wil je het liefst direct resultaat, maar zo werkt het niet.’



Meer keuzes

Naast de bodem moet je volgens hem ook zelf wennen aan de nieuwe manier van werken. ‘Bij niet-kerende grondbewerking (NKG) heb je meer keuzes en de grond heeft minder waterbergend vermogen.’ Zijn zoon vult hem aan. ‘Niet-kerende grondbewerking vraagt om meer vakmanschap. Je moet veel beter nadenken: wanneer en op welk moment gebruik ik welke machine?’

Voor de beoordeling van Lugtenburgs’ percelen bekeek bodemexpert René Jochems van onderzoeksinstantie Groeibalans medio september twee profielkuilen. Eén kuil op een perceel bewerkt met een ecoploeg en één op een NKG-perceel. In beide kuilen waren wormen te vinden en tarwewortels zichtbaar tot ruim 60 centimeter diep. De ondergrond bij het NKG-perceel liet een lossere structuur zien. Op het ecoploegperceel was de onderlaag compacter.


Organische stofbalans

Een lezing van Jochems zette Wout Lugtenburg tien jaar geleden aan het denken over de gangbare bodemaanpak. Voor kleigronden betekent dat vaak: ploegen in het najaar, kopeggen in het voorjaar. Drie jaar later stopte Lugtenburg met ploegen en schakelde over op de ecoploeg op een deel van de percelen en NKG op de andere percelen.


Treffler TGA 300 woeler.
Treffler TGA 300 woeler. © Job Hiddink

Verder werkt Lugtenburg ook actief aan een positieve organische stofbalans met mengsels van groenbemesters, groencompost uit de regio en vaste rundvee- en paardenmest van veehouders uit de buurt. Vader en zoon namen eind oktober zelf een kijkje op het voormalige tarweperceel.

Daar knalt inmiddels een groenbemestermix met onder meer phacelia, bladrammenas en Alexandrijnse klaver uit de grond. ‘Kijk, hier bovenop zie je de mooie kruimelstructuur’, wijst Corné Lugtenburg aan. ‘Hieronder is het werk van de pendelaar te zien. Deze worm maakt van boven tot onder in de bodem gangen die zorgen voor een luchtige bodemstructuur.’


Pendelaar

Volgens de jonge ondernemer is de activiteit van de pendelaar te danken aan de minder intensieve grondbewerking. ‘Deze gangen zie je niet als je ieder jaar ploegt. Dan blijft de grond een wat dichtgeslagen structuur houden, zeker op deze zware zeekleigrond.’

Het afslibbaarheidspercentage op de percelen van het Zuid-Hollandse bedrijf varieert van 30 tot 50 procent. ‘Het gevaar van NKG is dat je bij het land bewerken onder natte omstandigheden weer een stuk van de structuuropbouw verpest. Dan duurt het herstel langer dan als je zou ploegen.’


Effect NKG

Wanneer daadwerkelijk het effect van NKG merkbaar is, vindt Wout Lugtenburg lastig aan te geven. ‘We doen het nu een jaar of vijf. Tussendoor hadden we twee keer een natte aardappeloogst. Omdat je dan onder slechte omstandigheden het land op moet, rijd je zeker de nattere stukken kapot en ben je bijna weer terug bij af.’

Naast 10 hectare aardappelen teelt de familie 10 hectare suikerbieten, zo’n 25 tot 30 hectare wintertarwe, enkele hectares uien, 1 hectare pompoenen, 1.000 vierkante meter droogbloemen en 300 vierkante meter knoflook. Daarnaast startte het bedrijf in 2019 op projectbasis met strokenteelt.

Bij NKG past ook een extensief bouwplan. Daarom hanteren de akkerbouwers een rotatie van 1-op-5, geeft Wout Lugtenburg aan. ‘Ook dat doen we inmiddels vijf jaar. De aardappelopbrengst neemt toe. Eerder verbouwden we 12 hectare, nu 10. We krijgen daarmee ook nu de schuur vol’, zegt hij tevreden.


Bouwplan voor uien te krap

In tegenstelling tot de aardappelen, ervaart Lugtenburg in de uienteelt wel problemen met de gekozen rotatie. Hij vermoedt dat het bouwplan voor uien te krap is. ‘De laatste vier jaar gaat er telkens iets mis. Zijn het niet fusariumproblemen, dan is het wel een te hoge onkruiddruk. Meerdere telers in het Zuidwesten krijgen steeds meer penarie in uien. De grond is ook wel zwaar voor uien’, licht de teler toe.

De hoge plantuitval door fusarium komt volgens Lugtenburg onder meer door de verslechtering van de structuur na het beregenen, waardoor de bodem dichtslaat. ‘Als je niet beregend, groeien de uien echter niet, maar het onkruid wel.’ Komend seizoen teelt het bedrijf nog 2 hectare uien. Het vrijgekomen areaal vult het bedrijf in met tarwe. ‘Minder werk, een betere prijs en met de wiedeg goed onkruidvrij te houden.’

Waar familie Lugtenburg in haar bedrijfsvoering naar zoekt, is samenhang. De gezonde bodem kan ook een positieve invloed hebben op de ziektedruk. Het bedrijf gebruikt nauwelijks insecticiden. Mogelijk zijn er door NKG meer natuurlijke vijanden in het perceel aanwezig. ‘Je gevoel zegt dat je moet spuiten, maar vaak moet je dat juist niet doen’, zegt Wout Lugtenburg. ‘Ingrijpen is makkelijker dan niets doen. Niets doen is lastig. Het vraagt om een andere manier van denken.’


Zoutloos dieet

Door steevast rundvee- en paardenmest te gebruiken, strooit Lugtenburg geen minerale kalium en fosfaat meer. ‘In dierlijke mest zitten genoeg mineralen. Voor de opbouw heb je geduld nodig. Je kunt niet ineens stoppen met kunstmest strooien.’ De gewassen op het bedrijf krijgen een zoutloos dieet. In plaats van kalkammonsalpeter, past Lugtenburg ureum toe. ‘Beter voor het bodemleven en het gewas kan het sneller oppakken.’

Kijkend naar de toekomst zet het bedrijf in op verbreding, maar niet op uitbreiding. ‘Het areaal uitbreiden is lastig hier onder de rook van Rotterdam. Voor mij is het ook nooit een optie geweest om uit te breiden. Als het een goed jaar is, hebben we er genoeg aan. Wanneer we een slechter jaar hebben, kunnen we het prima handelen.’


Verkoop aan huis

De pompoenen, knoflook en droogbloemen verkoopt het bedrijf rechtstreeks aan huis. Daarbij staat de familie in de herfst en winter op de Rotterdamse Oogstmarkt. ‘De lokale afzet en het contact met de consument geeft veel voldoening.’ Enkele producten zijn in het assortiment van Rechtstreex opgenomen: een webshop waar consumenten producten uit de regio kunnen kopen.


Pompoenen in de winkel bij de familie Lugtenburg.
Pompoenen in de winkel bij de familie Lugtenburg. © Job Hiddink

Opvolger Corné Lugtenburg houdt de ontwikkelingen in de teelt van eiwitgewassen goed in de gaten. ‘Het hoort bij deze tijd. Er is steeds meer vraag naar plantaardig eiwit. Het is toch eigenlijk raar om het overal vandaan te halen, maar dat wij het in Nederland zelf niet telen?’ Volgens hem is vooral de afzet nog lastig. ‘Gewassen als luzerne en een tarwe-veldboonmengsel zijn super voor de bodem, maar er moet wel voldoende vraag naar zijn.’

Het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid start 1 januari. De ondernemers verwachten niet dat dit veel impact voor hun bedrijf heeft. ‘We hanteren al jaren bufferstroken van 3 meter rondom alle percelen. Met leverancier Van Iperen bespreken we binnenkort of het interessant is een vlinderbloemige te zaaien. Binnen de ecoregeling komen we dan mogelijk in een hogere categorie.’


Wout en Corné Lugtenburg.
Wout en Corné Lugtenburg. © Job Hiddink


Bedrijfsgegevens

Wout (59) en Corné (27) Lugtenburg telen op boerderij Hof van Heden 10 hectare aardappelen, 10 hectare suikerbieten, 25-30 hectare tarwe, enkele hectares uien, 1 hectare pompoenen en op kleine schaal droogbloemen en knoflook. Daarnaast startte het bedrijf in 2019 op projectbasis met strokenteelt.

Lees ook

Marktprijzen

Meer marktprijzen

Laatste nieuws

Nieuwste video's

Kennispartners

Meest gelezen

Nieuw op MechanisatieMarkt.nl

Meer advertenties

Vacatures

Weer

  • Vrijdag
    6° / 0°
    85 %
  • Zaterdag
    4° / 0°
    90 %
  • Zondag
    15° / 6°
    85 %
Meer weer