Veel zorgen bij gewastelers over toekomstig beleid

Voorzitter Tineke de Vries van de LTO-vakgroep gaf in de Noord-Hollandse plaats een toelichting op de ontwikkelingen in de gewassectoren en de inzet van LTO om de aangekondigde maatregelen waar mogelijk bij te sturen.

'De basis van onze inzet is altijd dat er voor agrarisch ondernemers een goede boterham moet zijn te verdienen.' De Vries verwijst daarmee naar de berekening waarin Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw aantoont dat het inkomen van een gemiddeld akkerbouwbedrijf in 2023 met bijna 40.000 euro daalt vanwege het aangekondigde beleid. Het gaat dan met name over de aanleg van bufferstroken, het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) en verruiming van het bouwplan.

Het probleem is volgens De Vries dat de politiek onvoldoende in beeld heeft welke kosten de diverse maatregelen met zich meebrengen. 'In Den Haag denken ze dat we allemaal miljonair zijn. De politici voelen het zelf niet en realiseren zich niet welke financiële impact de maatregelen hebben waarover zij een besluit nemen. Daarom is het goed dat BO Akkerbouw deze berekening heeft gemaakt.'

Kritisch over slagkracht

Een aantal LTO-leden in Nieuw-Vennep is behoorlijk kritisch over de slagkracht van LTO. Zij vragen zich af of er in Den Haag wel voldoende wordt geluisterd naar de sector en of het niet beter is om wat vaker dwars voor de besluitvorming te gaan liggen. Een akkerbouwer vraagt zich bijvoorbeeld af hoe het zit met de verplichte aanleg van bufferstroken in relatie tot het eigendomsrecht. Verder wil hij weten of de overheid zelf ook bufferstroken aanlegt.

De Vries meldt dat LTO voor het mestbeleid een tienpuntenplan heeft ingediend dat vooral is gericht op het sturen op emissiedoelen. Maar ze erkent ook dat daar in het beleid te weinig mee is gedaan. Over bufferstroken zegt ze dat ze die het liefst helemaal niet ziet, niet in de landbouw en ook niet op rijksgronden. 'Maar wij zijn inderdaad wel juridisch aan het onderzoeken hoe het zit met eigendomsrecht en de opgelegde maatregelen. Het is afwachten of dat wat oplevert.'

Veel lobbywerk van LTO is erop gericht om de maatregelen voor het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn en het nieuwe GLB beter te laten aansluiten op de landbouwpraktijk. Dat is een hele uitdaging, meldt De Vries, vooral ook omdat er nog zoveel onduidelijk is. 'Als LTO zijn wij continu het beleid van LNV aan het uitleggen. Maar dat willen we helemaal niet, wij zijn geen verlengstuk van de overheid. En vanwege alle onduidelijkheden blijven we pleiten voor een overgangsjaar.'

Gezamenlijke promotie

Bij de lobbyactiviteiten noemt De Vries ook de gezamenlijke promotiecampagne 'De Akkerbouw maakt het' die de sector onder auspiciën van BO Akkerbouw is gestart. Een teler in de zaal vindt zo'n campagne leuk en aardig, maar vraagt zich af of alle positieve verhalen wel terechtkomen bij de Nederlandse burger.

De ondernemer vindt dat de Nederlandse gewasteler in de algemene opinie vaak nog wordt afgeschilderd als grote vervuiler. 'Als het gaat om waterkwaliteit is er veel te weinig aandacht voor de medicijnresten in oppervlaktewater. Dat kan allemaal maar. De vervuiling van menselijke uitwerpselen door medicijnresten is de belangrijkste reden dat kringlooplandbouw niet sluitend is. LTO zou dit meer voor het voetlicht moeten brengen. We lezen of zien dit nooit in de landelijke media.'

In haar slotbetoog zegt De Vries dat zij wel begrijpt dat leden niet altijd tevreden zijn met de resultaten die worden bereikt in de belangenbehartiging. 'In onze lobby maken we soms van een -10 een -2, dan hebben we al resultaat. Maar ik begrijp heel goed dat boeren pas tevreden zijn met een +10, dat wil ik zelf ook. We gaan door met ons werk als vakgroep, we zijn overtuigd dat we nog voldoende kunnen bereiken voor onze achterban.'