Geen paarden met hittestress aangetroffen in hete zomer

De organisatie, waarbij ook de vakgroep Paardenhouderij van LTO Nederland is aangesloten, memoreert dat de zomer van 2022 de op twee na warmste zomer was sinds 1901, het begin van de metingen. Alleen de jaren 2018 en 2003 waren warmer. Verder was het extreem zonnig en droog. 'Toch heeft de NVWA geen paarden met hittestress aangetroffen tijdens de warme zomer.'

Afgelopen zomer zijn er in totaal 453 publieke meldingen over hittestress bij dieren – dus niet alleen paarden – gedaan. De meeste (427) gingen over een gebrek aan schaduw en drinkwater in de weide. Na beoordeling op ernst van de situatie en compleetheid van de meldingen, is ruim 40 procent (189) ter inspectie aangeboden. Dit leidde bij weidedieren tot 12 schriftelijke waarschuwingen, waarvan 4 aan paardenhouders.

Schriftelijke waarschuwingen

Daarmee bevestigt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) volgens de sectorraad dat er geen paarden met hittestress zijn aangetroffen. De schriftelijke waarschuwingen zijn gegeven omdat de paarden op het moment van de inspectie onvoldoende beschutting werd geboden. Als een dier bij inspectie daarnaast ook tekenen van hittestress vertoont, is dat een zwaardere overtreding en volgt een boete. Dat is afgelopen zomer niet gebeurd.

De NVWA voert extra controles uit bij temperaturen boven de 27 graden. Daarnaast beoordeelt ze de meldingen van bezorgde burgers. Daarop worden inspecties uitgevoerd.

Bij hittestress bij paarden loopt de lichaamstemperatuur zo hoog op, dat processen in het lichaam verstoord kunnen raken en organen zelfs kunnen uitvallen. De sectorraad verklaart dat de sector zijn verantwoordelijkheid heeft genomen door het opstellen van een protocol 'extreme temperaturen voor paarden'. Daarin zijn richtlijnen en adviezen verzameld om de paardensector bij te staan in het voorkomen van hittestress bij de dieren.