Ruwvoertekort dreigt op veel bedrijven

'Bij onze boeren hebben we bijna 50 procent minder gras ingekuild dan vorig jaar', zegt Alwies Hermans, mede-eigenaar van loonbedrijf De Covik in het Gelderse Steenderen. De meeste melkveehouders hebben echt nog een snede gras nodig, want na de tweede snede groeide er op de zand- en kleigronden in Oost-Nederland amper nog wat.

Ook in het zuiden van het land missen boeren flink wat gras. 'Wij hebben dit groeiseizoen zeker 30 procent minder ingekuild', zegt Gerard van der Ven van Loonbedrijf Van der Ven uit het Brabantse Zeeland. De komende periode verwacht hij veel herstelwerk op grasland.

Het groeiseizoen van 2022 begon veelbelovend. Het was bijzonder groeizaam met zonnige dagen en koele nachten. De eerste snede bevat gemiddeld dan ook 984 VEM met veel suiker – 129 gram – en een goede verteerbaarheid, blijkt uit analyses van Eurofins Agro. Het gras lijkt meer op krachtvoer dan op ruwvoer. Ook de zomerkuilen kenmerkten zich door een hoge VEM van 908 en met 113 gram veel suiker. De hoeveelheid ruw eiwit viel met 145 gram per kilo droge stof 10 gram lager uit dan gemiddeld.

De opbrengsten waren eveneens prima. In Noord- en West-Nederland zag Bas Timmer, adviseur bij ABZ Diervoeding, oogsten van 3 tot 4 ton droge stof per hectare. De gehalten ruw eiwit wisselden van 120 tot 180 gram. Waar op droogtegevoelige gronden de groei van de tweede snede al begon te haperen, groeide deze in Noord- en West-Nederland nog goed. Timmer spreekt over opbrengsten van 2 tot 3 ton droge stof per hectare. 'Daarna volgde nog een lichte snede en bij velen bleef het daarbij.'

Volgens Leo Tjoonk, teamleider ruwvoer bij Agrifirm, wilde het gras in Noord-Nederland vervolgens nog redelijk groeien. Hij schat dat de grasopbrengst 15 procent lager is vergeleken met normale jaren.

Minder mais

Hoewel nog niet al het gras is geoogst, is het algemene beeld dat het gros van de melkveehouders de winter in gaat met een flink ruwvoertekort. Want ook de maisopbrengsten vallen tegen. Dit komt mede doordat als gevolg van de droogte de mais vroeg afrijpte. Verschillende maistelers hebben minder opbrengst dan voorgaande jaren.

Dat kwam ook door de extreem hoge temperaturen. Dit betekende dat vooral op droge zandgronden, waar niet werd beregend, de mais nogal eens verdorde. Op een aantal plekken werd de mais noodrijp, zonder kolf.

Overigens was op de meeste plaatsen sprake van een voldoende tot goede korrelzetting. Hiervoor is vocht nodig. Wel werd de mais over het algemeen droog ingekuild. Het inkuilseizoen begon begin september enkele weken eerder dan andere jaren.