Mierzoete eerste grassnede

Uit analyses van vers gras van mengvoerbedrijven blijkt het suikergehalte extreem hoog dit jaar. Dat komt door de koude nachten en zonnige dagen.

‘Het suikergehalte is in het voorjaar altijd wel hoog’, zegt Bas Timmer, adviseur bij ABZ Diervoeder. ‘Maar nu zie ik zelfs waarden van 200 gram per kilo droge stof of hoger voorbij komen.’

Het voordeel van het hoge suikergehalte is dat de kuil in het algemeen goed zal conserveren. Wel kunnen bij een vochtige kuil te veel zuren worden gevormd. Daardoor neemt de kans op pensverzuring toe. Is de kuil juist aan de droge kant, dan zorgt het vele suiker voor een hoge pensenergie. ‘Dat kan bij de koe eveneens verzurend werken’, legt Timmer uit.

Normale opbrengsten

Agruniek Rijnvallei ziet ook hoge suikerwaarden in vers gras. Vorige week lag het gemiddelde van de analyses op 157 gram suiker, 1.026 VEM, 206 ruw eiwit en 195 ruwe celstof per kilo droge stof.

Adviseur Rob Horstink noemt het mooie kuilen waar boeren goed van kunnen melken. 'De opbrengst is normaal en niet zo massaal als vorig jaar.’

Een hoog suikergehalte in de kuil vindt hij geen probleem. Naast een betere conservering geeft het doorgaans een hoger eiwitgehalte in de melk. ‘Voor pensverzuring ben ik niet bang, om dat te voorkomen kun je structuurrijke brok bijvoeren.’

Te vroeg gemaaid?

Timmer ziet gemiddelde opbrengsten van 3 tot 4 ton droge stof per hectare. Al wordt er soms wel iets te vroeg gemaaid, vooral in Noord- en West-Nederland. Door ganzenschade en koude grond loopt de grasgroei daar soms achter.

Marcel Smilde, onafhankelijk adviseur bij VIB Consulting, geeft veehouders uit de noordelijke provincies de tip om niet te vroeg te maaien. ‘Maai de opbrengst waarvoor je het hebt bemest. Was dat voor een snede van 3,5 tot 4 ton met 18 tot 19 procent ruw eiwit, dan dien je waarschijnlijk nog even te wachten tot dat het gras 35 tot 40 centimeter hoog is. Ruime laarshoogte dus.’

Bij te vroeg maaien zal de kuil te pittig worden. In rantsoenen op basis van mais is dat niet zo’n probleem, maar bij grasrantsoenen wel. ‘Dan heb je geen 20 procent ruw eiwit nodig’, stelt Smilde.

'Liever jong maaien'

Mark de Beer, onafhankelijk adviseur bij Groeikracht, raadt eveneens aan om bij grasrantsoenen nog even te wachten. Dat geldt ook als je duidelijk ziet dat het gras nog groeit. Staat de grasgroei stil, dan kan het mes erin.

‘Vergeet niet dat de grasgroei langzaam op gang is gekomen, het staat behoorlijk dik. Als je alleen naar de lengte kijkt, kom je bedrogen uit. Op de lichte zandgronden is de boel al aan het verdrogen. Ook op ander bodems begint dat.’ Het gevolg van het verdrogen is dat de voederwaarde achteruit holt. Kies je voor kwaliteit, maai dan iets vaker per jaar minder massale sneden, is de tip van De Beer.