Klaas Troost: 'Jonge hyacintenbollen zijn biefstuk voor trips'

Het is eind augustus en opmerkelijk rustig op het van bedrijfsterrein GMN-Agrifirm in Voorhout. 'Zie die rust maar als een soort stilte voor de storm, want over een paar weken loopt het hier af en aan', zegt Troost, wanneer hij lachend een kop koffie inschenkt. Hij doelt op de bolontsmetting die binnenkort weer op gang komt. 'Dat is voor ons als adviseur altijd de drukste periode van het jaar.'

De adviseur verwacht dat de vraag naar advies over bolontsmetting dit jaar groot zal zijn, zeker nu er weer een belangrijk middel voor de bolontsmetting (Topsin M) van de lijst is geschrapt. 'Bijna elk jaar valt er wel weer een bolontsmetter af. We hebben nu nog vijf à zes middelen over waarmee we het optimale bad kunnen samenstellen', zegt hij.

'Dat lukt gelukkig nog steeds, maar met elk wegvallend middel krijg je minder aangrijpingspunten en wordt dat bad toch weer iets minder compleet', uit Troost zijn zorgen. Nieuwe biologische middelen en biostimulanten laten op dit vlak als zelfstandig product nog onvoldoende resultaten zien, stelt hij.

'Natuurlijk doen we er jaarlijks proeven mee, maar er zijn nog geen biologische middelen die de belangrijke rol van de bestaande middelen kunnen opvangen. Deze bieden hooguit wat ondersteuning aan de chemie en geven de bollen soms ook nog wat extra weerbaarheid mee. Maar dat is onvoldoende voor een goede en complete bolbescherming. We moeten de beschikbare chemie dus echt koesteren. Met elk middel dat afvalt, nemen de risico's verder toe', legt de adviseur uit.

Tripsdruk opnieuw groot

Een ander actueel probleem waar Troost zich zorgen over maakt, is de hoge tripsdruk in hyacint. 'Als ik zie hoeveel bestellingen er hier binnen zijn gekomen voor middelen tegen trips, dan mag je wel stellen dat 2022 een echt tripsjaar is', geeft hij de situatie in de afgelopen maanden weer.

Door de aanhoudende druk in onder meer snijbloemen en vaste planten verwacht de adviseur dat de problemen met trips nog weleens flink kunnen doorzetten in de bewaring, zeker wanneer de bollen wat langer op het land hebben gelegen. 'Ze kruipen dan in de neuzen of zitten gewoon aan de buitenkant van bol. Daardoor kun je tamelijk ongemerkt toch trips mee naar binnen slepen. Zijn ze eenmaal in de bewaring, dan kun je er eigenlijk niets meer aan doen.'

Regio- en bedrijfsgebonden

Troost benadrukt dat de problemen met trips meestal behoorlijk regio- en bedrijfsgebonden zijn. 'Vooral bedrijven met veel bomen, struiken of bosschages in de directe omgeving kunnen er veel last van hebben. Al dat groen vormt immers een ideale schuilplaats voor dit beestje. Staat de luchtinlaat van bewaarcellen dan ook nog eens in die richting, dan is het lastig om trips buiten de deur te houden', weet hij.

Hoewel er goede resultaten worden behaald met het aanbrengen van fijnmazig tripsgaas voor de aanzuigopeningen, ziet de adviseur dat het soms lastig is om hiermee voldoende droogcapaciteit te genereren. 'Vooral bij de start van het drogen wordt deze daarom nog weleens even weggelaten, waardoor trips toch even de kans krijgt om de bewaring binnen te glippen.'

Vooral de holbollen zijn volgens Troost een aantrekkelijke buit voor trips. 'Wat dat betreft zijn die jonge hyacintenbolletjes net een biefstuk voor de trips. Ze gaan er massaal op zitten.'

Voorkeur voor Batavia

Voor wat betreft de bestrijding van trips tijdens de veldperiode zijn er meerdere chemische opties mogelijk, al heeft Troost een duidelijke voorkeur voor het middel Batavia. 'Batavia is op dit moment het enige systemische middel naar de bol tegen trips. De werkzame stof spirotetramat trekt in de bol en geeft daardoor langdurige werking. Vroege besmettingen tot pakweg eind september, begin oktober krijgen daardoor feitelijk geen kans', legt hij uit.

Een ander pluspunt van Batavia is dat het middel ook effectief is tegen dwergcicaden die Lissers – door fytoplasma aangetaste planten – kunnen veroorzaken. Vooral op bedrijven in De Zuid, waar infecties relatief het vaakst voorkomen, met rondom ook nog eens veel bomen en struiken is dat een reëel risico.

Volledig veilig

De adviseur zegt dat Batavia vier jaar lang in proeven heeft gelegen en dat hieruit is gebleken dat het middel tijdens de uitbloei geen schade veroorzaakt aan de nagels. 'Het middel is dus volledig veilig voor gebruik', benadrukt hij nog maar eens.

Wel moet er rekening mee worden gehouden dat Batavia pas na de bloei kan worden ingezet en dat het middel een wat trage start kent, omdat de werkzame stof spirotetramat tijd nodig heeft om zich door de plant te verplaatsen en werkzaam te worden. 'Het kan dus nodig zijn om vooraf nog een ander, direct werkend middel te gebruiken', stelt Troost.

In de praktijk ziet de adviseur vooral dat grote bedrijven met een wat groter tripsrisico voor Batavia kiezen. 'Voor deze bedrijven is het een mooie verzekeringspremie voor het broeiassortiment en de werkbollen', stelt hij. Tot slot benadrukt hij nog een keer dat tripsschade grote gevolgen kan hebben voor het bedrijf. 'Komen ze in je werkbollen, dan is de schade meteen groot en loop je al gauw een of meerdere jaargangen achter de feiten aan.'

Dit artikel is gecreëerd door onze kennispartner Bayer Crop Science