LTO Melkveehouderij: 'Wegvallen derogatie is niet te verdedigen'

Wunnekink baseert zich op cijfers van accountantsbureaus die zijn aangesloten bij de Vereniging van Accountants- en Belastingbureaus. 'Daarnaast komt de overheid met een subsidie van 130 miljoen euro om melkveehouders te compenseren.'

Het doel van die subsidie is om de boeren te stimuleren grasland aan te houden en niet om te zetten in maisland. 'Dit is een heel kromme gang van zaken', zegt Wunnekink. 'Dit toont aan, zoals bekend is, dat de waterkwaliteit onder derogatiebedrijven gemiddeld genomen beter is dan onder niet-derogatiebedrijven. Grasland kan het hele groeiseizoen nutriënten opnemen, waardoor onder grasland minder nutriënten verloren gaan. Nu de derogatie wegvalt moet het verslechteren van waterkwaliteit dus worden opgevangen met een subsidie om het houden van grasland te stimuleren.'

Gewasderogatie

Geen derogatie vindt Wunnekink daarom een onverstandig besluit. 'Had dan ingezet op een gewasderogatie. Het is best uit te leggen dat bij mais op zandgrond meer uitspoeling plaatsvindt en dat je daar iets mee moet.'

Wunnekink kan niet anders concluderen dan dat het besluit politiek gemotiveerd is. 'Want landbouwkundig en economisch te verklaren is het niet. Het onderbuik gevoel is, en soms wordt dat ook gewoon gezegd, dat het politieke doel is om het aantal dieren in de Nederlandse veehouderij terug te brengen. Ik heb dan liever dat we die discussie in Nederland en Europa gewoon op een open manier met elkaar voeren. Dat is beter dan dat er telkens, onder allerlei voorwendselen, andere zaken bedacht worden om deze agenda te realiseren.'

Grondgebondenheid

Of er inderdaad minder melkvee komt in Nederland, hangt volgens Wunnekink samen met toekomstige besluiten over grondgebondenheid en of melkveehouders wel of niet de mogelijkheid krijgen om dierlijke mest te verwerken tot kunstmestvervangers.

'In 2020 hadden de derogatiebedrijven 765.00 hectare grond in gebruik. Als je dat omrekent, is door het vervallen van de derogatie 270.000 hectare extra nodig om de beschikbare mest kwijt te kunnen. Dat betekent dus dat we of extra grond nodig hebben, of de mogelijkheid om de mest te verwerken of te transporteren naar het buitenland', redeneert Wunnekink.

LTO Nederland gaat volop inzetten om het gebruik van kunstmestvervangers toegestaan te krijgen in Europa. 'Tot nu toe is daar geen zicht op en dat is zeer teleurstellend', aldus Wunnekink. 'We zoeken daarom nadrukkelijk de samenwerking met onze Belgische en Duitse collega's. Het dossier Renure, kunstmestvervangers, loopt al vijftien jaar. Dat moet nu eindelijk eens geregeld worden.'