Pluimveehouders willen beter verdienmodel

De dialoogsessie vond plaats in Apeldoorn met twee groepen zeer geïnteresseerde pluimveehouders, meldt voorzitter Kees de Jong van de vakgroep Pluimveehouderij LTO/NOP. Tegelijk was er een groep die online met elkaar van gedachten wisselde over het verdienmodel. In alle drie groepen waren ondernemers vertegenwoordigd uit alle pluimveesectoren.

Vooraf gaf De Jong inzicht in de prijsontwikkeling van de afgelopen decennia: de opbrengstprijzen af boerderij, vanaf eierhandel en slachterijen richting de retail en foodservice en vervolgens de consumentenprijs.

Opbrengstprijzen

De consumentenprijzen zijn de laatste vier jaar gestegen en in principe voldoende voor alle schakels in de keten. Wel blijkt dat het aandeel van de opbrengstprijzen voor de pluimveehouders onvoldoende is, wat de deelnemers tijdens de sessies beaamden. Een beter verdienmodel voor de pluimveehouders is dus nodig.

Tijdens de sessies konden de pluimveehouders vrijuit van gedachten wisselen over hoe dit verdienmodel beter zou moeten kunnen. De rode lijn die hieruit naar voren komt, is dat dierenwelzijnsorganisaties een flinke sturende invloed hebben op de supermarkten. De pluimveehouders willen graag meewerken aan een beter dierenwelzijn, maar ze merken op dat dit doorgaans niet strookt met te behalen milieudoelstellingen.

Beter Leven-keurmerk

De grootste zorg hebben de pluimveehouders nu over het effect van de torenhoge inflatie. 'De wereld is nogal veranderd ten opzichte van anderhalf jaar geleden', zegt De Jong. 'Consumenten gaan door de hoge inflatie shoppen bij discounters. De vraag is of het lukt om consumenten gedwongen meer te laten betalen voor pluimveevlees met 1 ster van het Beter Leven-keurmerk.'

Pluimveevlees en eieren zijn voor consumenten de goedkoopste eiwitbronnen. Met de nieuwe concepten is dat mogelijk niet meer het geval. 'Prijzen we ons dan niet uit de markt? Moeten er toch twee productlijnen naast elkaar in het schap liggen?' Dat zijn volgens De Jong gestelde vragen en opmerkingen waar een antwoord op moet komen. Voor de vleeskuikensector die nu moet overstappen, is de keuze lastig.