Vleeskuikenhouderij wacht nog flinke inspanning bij overstap Beter Leven

'Dat betekent dat zo'n 80 procent van de capaciteit bij de vleeskuikenbedrijven nodig is om de omschakeling naar 1 ster Beter Leven te halen', zegt Maurits Steverink van regiegroep Scale-Up Beter Leven. Die begeleidt de omschakeling.

Steverink noemt het heel bijzonder dat de complete retail en een groot deel van de foodservice de stap naar Beter Leven nemen. 'Het komt niet vaak voor dat beide afzetkanalen die keuze maken voor een product dat toch zo'n 40 procent duurder is dan regulier. Daarbij heeft deze omschakeling gevolgen voor de hele keten vanaf de broederij, opfok, ouderdieren, vleeskuikens naar de slachterij, verwerking en veevoerleveranciers.'

Bij zijn weten is er geen enkel land in de wereld waar dit op deze schaal gebeurt. 'Daar mogen we best trots op zijn.' Het is nu wel een uitdaging om met de verschillende overheden in Nederland voldoende snel aan deze stap mee te werken. 'Het is een ingewikkeld proces met alle milieuregels, de omgevingswet en regelgeving van verschillende overheden die hier bij elkaar komen.'

Iedereen gemobiliseerd

Soms ontbreekt het gewoonweg aan capaciteit, stelt Steverink. Hierdoor maakt het voor een pluimveehouder nu behoorlijk wat uit waar zijn stal staat. 'In de ene provincie of gemeente gelden andere regels dan in de andere. Vanuit marktprogramma Verduurzaming Dierlijke Producten hebben we iedereen gemobiliseerd.'

Het gaat daarbij om supermarktketens, banken, voerleveranciers, slachterijen, vleesverwerkers, boeren, Dierenbescherming en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). 'Dit mag niet mislukken. In samenwerking met LNV informeren we daarom de gemeenten.'

Lastig verhaal

Vooral in Noord-Brabant is het omschakelen een lastig verhaal. Pluimveehouders moeten voor de buitenuitloop niet alleen een vergunning zien te krijgen en verbouwen, maar ook elders gebouwen laten slopen.

Verder leven er nog vragen over de emissie van een 1 ster Beter Leven-stal. Dierenbescherming, ZLTO en LTO/NOP zijn daarom met de provincie in gesprek om ervoor te zorgen dat ook daar de omschakeling plaatsvindt.

Steverink: 'Het zou toch erg jammer zijn als vleeskuikenhouders in Brabant alleen regulier kunnen produceren. Daardoor krijgen we in Nederland een tekort aan 1 ster Beter Leven-vleeskuikens. We willen die dan toch niet uit het buitenland halen?'

Gevolgen op een rij

Om alles in goede banen te leiden, heeft het ministerie van LNV met de Regiegroep aan Wageningen University & Research de opdracht gegeven om zo breed mogelijk alle gevolgen van de overstap op een rij te zetten. Dus niet alleen wat het betekent voor de emissies van ammoniak en stof bijvoorbeeld, maar ook voor de mestproductie, aantal dieren, import en export.

'Deze kennis wordt zo spoedig mogelijk gedeeld met gemeenten en andere overheden, zodat ze alle bestaande kennis en inzichten bij elkaar hebben waardoor de vergunningverlening kan versnellen', zegt hij. 'De omschakeling naar Beter Leven kan ook een bijdrage leveren aan de stikstofreductie als er sprake is van een teruggang in aantal dieren per locatie.'

Stikstofgelden

Wanneer de overheid dat eist, zou volgens Steverink die pluimveehouder kunnen worden gecompenseerd uit de stikstofgelden. 'Dat verkennen we nu. Zo levert een marktconcept een positieve bijdrage aan stikstofreductie en biedt het perspectief voor de veehouder, mede door de marktpartijen en banken.'